Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Derde Bede

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Derde Bede

‘Uw wil geschiede, gelijk in den hemel, alzo ook op de aarde’.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als Christus Zijn discipelen over het gebed onderwijst dan maakt Hij hen in de eerste twee beden duidelijk dat het in het gebed allereerst om de verheerlijking van Gods Naam en de uitbreiding van Zijn koninkrijk heeft te gaan. Niet onze naam of de uitbreiding van ons koninkrijk staan centraal. In alles heeft het ons om de drie-enige God en Zijn koninkrijk te gaan. In de derde bede spreekt Hij vervolgens over het gehoorzamen van Gods wil. In vier vragen en antwoorden geeft Calvijn uitleg bij deze bede.

Een Gebed Om Afhankelijkheid

Voor Calvijn is het duidelijk dat het in deze bede vóór alles gaat om de gehoorzaamheid aan de levende God. Dat geldt niet alleen Zijn gelovigen, maar alle schepselen. De wereld is immers van de Heere en dat geldt ook allen die in deze wereld wonen (Ps. 24:1). Krachtens hun schepping maakt hun Schepper en Heere aanspraak op de gehoorzaamheid van al Zijn schepselen. Gehoorzamen betekent niet alleen dat ze Zijn stem horen. Maar ook dat ze naar Hem luisteren. Zich onder Hem buigen en zich door Hem laten leiden. Calvijn gebruikt in zijn antwoord een term die wijst op het gehoorzamen van een dienstknecht, zoals we dat in Psalm 123 lezen. Zoals een dienstknecht in afwachting is van een wenk van zijn meester om te handelen, zo is de Heere het waard dat al Zijn schepselen in diezelfde gehoorzaamheid volgen. Dat betekent dat een nauwlettende omgang met de Heere niet gemist kan worden. Maar dat betekent ook een voortdurend afhankelijk zijn van Hem. En dat niet op een gedwongen manier maar gewillig en oprecht.

Een Gebed Om Gewilligheid

Dat laat Calvijn zien in vraag 272 waar hij opmerkt: Denkt gij dan dat er iets buiten Zijn wil kan geschieden? Enerzijds wordt er met dit gebed gevraagd of dat, wat Hij bij Zichzelf besloten heeft moge gebeuren. Anders gezegd: ‘Laat toch niet de wil van de mens, de wil van de wereld, de wil van de duivel werkelijkheid zijn. Maar laat Uw wil werkelijkheid worden. Laat alles wat tegen Uw wil ingaat, weggenomen worden.’ Maar daar is niet alles mee gezegd. Er wordt ook gebeden dat Hij na het bedwingen en onderwerpen van alle weerspannigheid, alle willen van allen aan de Zijne moge onderwerpen, en onder Zijn gehoorzaamheid samenbrengen. Oftewel: er wordt gevraagd of Hij de wil van Zijn schepselen zó wil neigen dat zij gaan willen wat Hij wil. Opdat Hij niet tegen onze wil in gediend en gehoorzaamd zal worden maar gewillig en oprecht.

Het is een ontdekkend antwoord dat Calvijn hier uitspreekt. Het bepaalt ons bij het diepste probleem van ons leven: de onwil. Vanwege onze diepe verdorvenheid is er niet één mens die naar God vraagt of zich door Hem wil laten leiden. Onze wil vraagt vanuit zichzelf niet naar God, Zijn geboden of Zijn wil. Integendeel. Maar als de Heere door Zijn Woord en Geest ons leven vernieuwt dan komt het daadwerkelijk tot verandering. Dan vernieuwt Hij onze wil zodanig dat we Hem oprecht en vanuit de liefde willen gehoorzamen. Zo wil de Heere ook gediend worden. Niet op een slaafse manier. Omdat het nu eenmaal moet. Maar uit oprechtheid.

Dat is wat Christus Zijn discipelen in de derde bede ook voorhoudt. Ze mogen vragen om dat wat hun hemelse Vader van hen eist. Oprechte gehoorzaamheid. Voor zichzelf. Maar ook voor anderen. En dat is blijkbaar nodig. Want ook na ontvangen genade blijft onze eigen wil ons parten spelen.

Een Gebed Om Zelfverloochening

Calvijn legt er de vinger bij als hij in vraag 273 opmerkt: Doen wij dan geen afstand van eigen willen, door zó te bidden? Oftewel: gaat dit gebed dan niet ten koste van onze eigen wil? Zijn antwoord is even kort als duidelijk: Geheel en al. Zo’n antwoord valt voor het eigen vlees niet mee. Dat wil niet buigen en gehoorzamen. Dat wil zichzelf handhaven. Het eigen gelijk niet loslaten. Maar in de derde bede klinkt het verlangen dat God alle verlangens die strijdig zijn met Zijn wil, in ons werkeloos maakt. Het is een gebed van zelfverloochening. Het is een gebed tegen onze wil in opdat God alles in ons, wat tegen Gods wil ingaat en zich tegen Hem blijft verzetten, wegnemen zal. Opdat al ons tegensputteren, al ons aarzelen zal weggenomen worden en het in alles om Zijn wil te doen zal zijn. We mogen onszelf wel afvragen of dit ook ons hartelijke verlangen is geworden. Omdat we door genade de intens diepe verdorvenheid van onszelf zijn op gaan merken en het ons oprechte verlangen is geworden om de Heere te volgen. Want dan leren we werkelijk te vragen om het gehoorzamen van Hem, ook al gaat dat volledig tegen onze natuurlijke wil in. Dan begint Zijn wil de eerste en meest belangrijke plaats in ons leven in te nemen. Zoals Paulus het na zijn bekering begon te vragen: wat wilt Gij, dat ik doen zal?

Een Gebed Om Volkomen Toewijding

Het gehoorzamen op aarde heeft alles te maken met het gehoorzamen in de hemel. Dat laat Calvijn in antwoord 274 zien als hij in dit antwoord wijst op de gehoorzaamheid van de engelen. Het zijn hemelse schepselen en zij hebben het ene voornemen dat zij Hem in alles gehoorzamen, en altijd


De Behandelde Vragen En Antwoorden 271-274

De derde bede

Vraag 271: Welke betekenis heeft het, dat gij bidt, dat de wil van God geschiede?

Antwoord: Dat alle schepselen tot gehoorzaamheid aan Hem gebracht worden, en zó van Zijn wenk afhangen, dat er niets geschiedt dan naar Zijn beslissing.

Vraag 272: Denkt gij dan dat er iets buiten Zijn wil kan geschieden?

Antwoord: Wij vragen niet alleen, dat, wat Hij bij Zichzelf besloten heeft moge gebeuren, maar ook dat Hij na bedwingen en onderwerpen van alle weerspannigheid, alle willen van allen aan de Zijne moge onderwerpen, en onder Zijn gehoorzaamheid samenbrengen.

Vraag 273: Doen wij dan geen afstand van eigen willen, door zó te bidden?

Antwoord: Geheel en al; en dat niet alleen tot dit doel, dat Hij alle begeerten, die met Zijn wil strijden, in ons werkeloos maakt, maar ook dat Hij in ons nieuwe gezindheden en nieuwe harten formeert, opdat wij niets zelf van onszelf willen, maar veeleer Zijn Geest onze wensen bestuurt, opdat ze een algehele samenstemming met God hebben.

Vraag 274: Waarom bidt gij dat dit op de aarde moge geschieden gelijk in den hemel?

Antwoord: Omdat de heilige engelen, die Zijn hemelse schepselen zijn, dit ene voornemen hebben, dat zij Hem in alles gehoorzamen, en altijd luisteren naar Zijn bevelen, en bovendien tot het betonen van gehoorzaamheid bereid zijn, bid ik zulk een genegenheid voor de mensen, dat ieder zich geheel en al tot vrijwillige gehoorzaamheid aan Hem toewijdt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 17 mei 2023

Zicht op de kerk | 32 Pagina's

De Derde Bede

Bekijk de hele uitgave van woensdag 17 mei 2023

Zicht op de kerk | 32 Pagina's