De Trekkracht van Christus

In aanloop naar onze tekst, met de Grieken voor ogen, zegt Jezus: ‘Mijn ure is gekomen!’ Juist het zien van de heidenen brengt Christus tot het getuigenis van het kruis. Johannes voegt daaraan toe: ‘En dit zeide Hij, betekenende hoedanigen dood Hij sterven zou.’ Het Evangelie komt in het kruis tot haar diepte. De kracht van het kruis heeft te maken met de Kruiseling. De Joden, de zijnen hebben Hem niet aangenomen. Wat is het getuigenis over ons? Dat wij veroordeeld zijn als wij niet geloven. Wie gelooft er van zichzelf? Niemand, het is God door Zijn Geest Die het geloof werkt, daarom is dat juist een gave Gods. Wij worden ontvangen en geboren in de zonde.

De verheerlijking en de verhoging zien wij aan het kruis, omdat daar de laagste plaats wordt ingenomen. En waar werkelijke liefde Zich opoffert daar is de heerlijkheid te zien, daar is de verhoging. Christus bewijst aan het kruis Zijn liefde tot de Zijnen in het lijden en sterven. Terwijl Christus de weg gaat door de diepte, is Zijn hart vol bewogenheid met het verlorene. Hij gaat die weg vrijwillig, gezonden door de Vader. Zondaren die in de dood liggen hebben Hem niet geroepen, zij riepen: ‘Kruis Hem, Kruis Hem’. Het Evangelie van Gods Zoon is een evangelie van volstrekt vrije genade.

Christus moet met de overmacht van Zijn genade komen en door Zijn Geest en Woord overtuigen. Een sterk woord in de grondtaal maakt dat duidelijk. Iemand komt van zichzelf echt niet. Het is alleen Gods werk in iemands hart dat iemand tot Hem komt. De Heere werpt de haak van het Woord uit en trekt door alles heen de vis tot Zich om die in het leefnet te bewaren.

Wij stribbelen tegen, alles wat in ons is, komt tegen de genade van Gods heilig Evangelie in opstand. Wij voelen niet, wij willen niet en wij denken niet, overeenkomstig Gods heilige wet. Toch trekt de Heere. Waarom? Vanwege Zijn zondaarsliefde door de kracht van Zijn kruis. Hij trekt soms met geweld tegen wil en dank in. Hij trekt omdat Hij het verlorene zoekt te redden.

Hij trekt Zijn kerk tot zich. Wie bij de Kerk behoort, kent de trekkracht van het kruis. Hij trekt en daarin komt Zijn liefde openbaar. Niemand wil en toch trekt Hij. Wij wilden Jezus wel zien. Zien wij Hem? Hem zien zoals Hij werkelijk is, de gezonden Zoon van de Vader. Door Zijn kruisdood trekt Hij. Hij laat Zich verkondigen, in Zijn almacht. Wat zegt Christus? Ik wilde wel, maar gij hebt niet gewild. Wat zeggen wij? Wij zullen naar u niet horen. Wat is dan de reden, waarom trekt Christus dan nog? Het is Gods vrije genade. Niemand kan tot Mij komen, tenzij dat de Vader, Die Mij gezonden heeft hem trekke. God ziet in gunst en niet in wraak op ons neer. Dat is Gods grondeloze genade, dat is de liefde van Christus tot zondaren. Hij trekt Jood en Griek, Hij trekt, verhoogd aan het kruis, Hij trekt los van de zonde, Hij trekt uit de donkere hoeken van uw verzondigde leven. Hij trekt uit de macht van de Satan, door Zijn verzoening die Hij aangebracht heeft op Golgotha. Hij trekt los van uzelf, van uw eigen verdorven wil en begeerten, van het oude leven naar het nieuwe godzalige leven. Getrokken tot Hem uit louter genade, brengt tot zingen: Door U, door U alleen om ’t eeuwig welbehagen.

Gij doet duizend wonderheen, Gij zijt God, ja Gij alleen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen