Ridders gezocht (m/v)
Het is tegenwoordig bon ton om elkaar schuld aan te praten. Belangrijk is oog te houden voor werkelijke schuld, maar tegelijk ook te blijven staan voor wat volgens ons wezenlijk is en waaraan wij in deze tijd meer dan ooit behoefte hebben. Dat vraagt mensen die moed paren aan het vermogen tot zelfreflectie, zo kunnen we leren van de bekende Britse letterkundige en cultuurcriticus C.S. Lewis.
Maatschappelijke bezwering
De bekende letterkundige C.S. Lewis, professor te Oxford en auteur van de Narnia-reeks, bespeurde dat de Britse cultuur in zijn tijd, de periode rond de Tweede Wereldoorlog, gegijzeld werd door één dominant ‘maatschappelijk verhaal’. Dat verhaal bepaalde welke sociale en maatschappelijke opvattingen salonfähig waren. Het was het verhaal van what you see is what you get: de zichtbare wereld is de gehele werkelijkheid.
Dat naturalistische verhaal vond Lewis, zowel intellectueel als intuïtief, diep onbevredigend. Hij onderzocht hoe deze maatschappelijke ‘bezwering’ verbroken kon worden. Zijn oplossing: vertel een béter verhaal. Vertel dat de werkelijkheid zoveel méér omvat dan wat ‘voor ogen is’. Dat het zichtbare slechts een schaduw is van een diepere essentie; van wat het bestaan werkelijk schoonheid en betekenis geeft.
Dus pakte C.S. Lewis zijn pen, en schreef het verhaal over de kleerkast als toegang tot een mythische wereld. Over het meisje Lucy als personificatie van onschuld, puurheid en waarheid. Over de leeuw Aslan, die zichzelf opofferde in kwetsbare grootsheid en tedere kracht, als een literaire parallel van het Bijbelse verhaal over de ‘Leeuw van Juda’ die ‘als Lam ter slachting’ geleid werd.
Verplichte vrijheid
Ook in onze tijd bestaat er een dominant maatschappelijk verhaal. Dit verhaal kenmerkt zich, in mijn waarneming, door een elementaire interne inconsistentie. Het is niet eenvoudig die tegenstrijdigheid in woorden te vatten. Misschien is het dit: verplichte vrijheid, exclusieve inclusie, onverdraagzame tolerantie. Het is, anders gezegd, het verhaal van het post-liberalisme.
Een uitvloeisel hiervan is de ‘woke-cultuur’, waarbij emancipatie van zwart en wit en arm en rijk doorslaat naar het continu verdacht maken van vooral die tweede categorieën. En waarbij oude symbolen van een pijnlijke (koloniale) geschiedenis vernietigd moeten worden. De andere kant van dezelfde medaille kan overigens gevonden worden in complottheorieën of populistische politiek, waar polariserende ‘alternatieve waarheden’ gecreëerd worden en waar naast eenzijdige ook legitieme kritiek op een roemrucht verleden van de weeromstuit weggehoond wordt.
Het post-liberale verhaal wijkt natuurlijk af van het naturalisme uit de tijd van C.S. Lewis. Niet empirische en objectieve waarneming staat vandaag centraal, maar een individuele en subjectieve waarheids-, identiteits-, en moraalbeleving. Deze wordt echter zomaar tot objectieve waarheid verheven. Waar het oorspronkelijke liberalisme nog uitging van individuele vrijheid zonder meer, stelt het post-liberalisme afwijkende – vaak traditionele of religieuze – ideeën onder forse kritiek of zelfs censuur. In aanvulling op de ‘woke’ cultuur en complottheorieën, denk ik hierbij aan de gender- en lhbti-beweging die identiteitsverklaringen van bijzondere scholen wil afschaffen, tegenstanders van ‘voltooid leven’ wil buitensluiten, of verdedigers van het ongeboren leven als ‘levensgevaarlijk’ wil bestempelen.
Zo wordt vrijheid een eendimensionaal begrip, geldt tolerantie slechts voor gelijkgezinden, be-perkt inclusie zich tot afgebakende groepen, en wordt boete doen voornamelijk de plicht van wie blank of rijk is. En het zorgelijke is: deze ‘vaten’ communiceren niet. Het zijn eenzame zuilen.
Mildheid en genade
Ik vraag mij af welk verhaal C.S. Lewis hier in onze tijd tegenover zou stellen. Vermoedelijk niet het ‘ouderwetse’ naturalisme of Verlichtingsliberalisme. Hoewel de winst daarvan wellicht nog zou zijn dat die verhalen toleranter zijn naar andersdenkenden dan het post-liberalisme is, zou Lewis daar een diepere schoonheid, levensrichting en zingeving in missen. Nee, het alternatieve verhaal waar in onze tijd behoefte aan is, is mijns inziens een verhaal van mildheid, gebaseerd op interesse én zelfrelativering. En van genade, gestoeld op een besef van elkaars waardigheid én feilbaarheid. Een verhaal, kortom, waarin de mens zowel leeuw als lam is. Dit behoeft zowel een nadere inhoudelijke uitleg als een literaire verbeelding. Om met het eerste te beginnen: het is evident dat onze samenleving grimmige trekken vertoont. Grimmig is de toon van parlementaire debatten, nog grimmiger is de toon op de sociale media. Voortdurend nemen politici en burgers elkaar de maat; ‘hun’ maat, wel te verstaan. Omdat in onze post-liberale en postmoderne samenleving een hogere en gezamenlijke waarheidsopvatting heeft afgedaan, kiest ieder mens zijn of haar eigen waarheid. Voor Nederland zijn dat zeventien miljoen waarheden in totaal. En die waarheden zijn lang niet altijd gebaseerd op veel méér dan de eigen smaak, voorkeur en tijdgeest. Niet zelden ontbreekt werkelijke historische, intellectuele of ethische diepgang.
De handicap van onze tijd is bovendien dat die waarheden alle zeventien miljoen serieus genomen moeten worden. Want onze samenleving is ook nog eens ‘connected’. We hebben – op een enkeling na – een eigen (online) koninkrijk waar de eigen denk- en fotobeelden verheerlijkt worden. Voor we het weten gaat onze interesse in de ander niet verder dan een ‘like’ of juist een verwoestende ‘comment’.
Wat als we ons eigen grote gelijk nou eens zouden relativeren of leren relateren aan oude wijsheden en wijsgeren? Wat als we ons eens oprecht zouden verdiepen in de ‘tegenstander’?
Zou grimmigheid dan niet snel plaatsmaken voor mildheid? En wat als we ons bewust worden van onze eigen feilbaarheid – want dat zijn we allemaal! – en van de fundamentele waarde van die ander? Zou dat ons allen niet genadevoller maken, en onze samenleving mooier?
Ridders gezocht
Dan de literaire verbeelding. Een passend verhaal voor onze tijd lijkt mij dat van de ridder (m/v). Het is het verhaal van de ‘genadige sterke’. De figuur die vuist én hart kan laten spreken. Die anderen, ook andersdenkenden, niet domineert of kleineert, maar eert en respecteert. Die inderdaad trekken durft te tonen van zowel een leeuw als een lam. Voorbeelden hiervan zijn er te over – zowel historisch als mythisch. Eén van de bekendste in de categorie mythes is Lancelot. Op hem geïnspireerd schreef C.S. Lewis:
Het middeleeuwse ideaal bracht twee dingen bijeen die geen natuurlijke neiging hebben om zich in elkaars richting te bewegen. Zo werd de grote krijgsman nederigheid en lankmoedigheid bijgebracht. (…) Als er geen Lanceloten verkrijgbaar zijn, valt het mensdom in twee delen uiteen: degenen die met bloed en ijzer wel raad weten maar niet ‘deemoedig ten dis’ kunnen gaan, en degenen die ‘deemoedig ten dis’ zitten maar op het slagveld niets waard zijn. (…) De man die beide karakters combineert – de ridder – is geen natuurproduct maar een kunstproduct. De kunst in kwestie heeft als medium geen verf en doek of marmer, maar mensen.” 1
Naar dit voorbeeld vraagt onze tijd om iemand die de ‘strijd der geesten’ niet schuwt, maar tegelijk bereid is tot luisteren en tot een handreiking.
Bij een historisch voorbeeld van ridderlijkheid denk ik aan Cristóbal de Mondragón. Deze legerleider moest in opdracht van de Spaanse ko-ning Filips II Zierikzee veroveren. Hij slaagde er echter in niet alleen de stad, maar ook de harten der Zierikzeeërs te veroveren. Hoe? “Mondragón bezat een edel hart dat, ook in eenen vijand, verdiensten te waarderen wist.” 2 Willen en durven ook wij de ander, waaronder degene die onze overtuigingen niet volledig deelt, op waarde schatten?
Tweerichtingsverkeer
‘Ridderlijkheid’ betekent in onze politiek en samenleving allesbehalve karakterloosheid. Het betekent ook niet het loslaten van eigen overtuigingen. Wel gaat het in de publieke en parlementaire arena om strijden met open vizier. Om een nederig besef dat verschil van mening legitiem en soms zelfs belangrijk is. Zodat tolerantie tolerant wordt en inclusie inclusief. Het gaat ook om het uittrekken van onze handschoen om een gevloerde opponent te helpen opstaan. Is er nog ruimte voor dergelijke genade in politiek en samenleving?
Deze ridderlijkheid moet twee kanten op werken. Als christen mogen we onze plek in het publieke debat innemen en de inconsistenties van het post-liberalisme aantonen. Aanwijzen waar de woke-cultuur doorslaat naar een alternatieve vorm van discriminatie. Benoemen dat de internationale gender- en lhbti-beweging in sommige opzichten niets anders is dan een seculier-liberale vorm van ideologisch kolonialisme. 3 Dat veroordeling van kolonialisme of slavernij niet eenzijdig en hypocriet mag zijn: slavernij gaat óók de hedendaagse voetbalfan of fast fashion-koper aan, en kolonialisme kon ook bij-dragen aan werkelijke welvaartsontwikkeling in koloniën. Bovendien mag worden benoemd dat we zorgvuldig moeten zijn, hoor- en wederhoor toepassen, de zaak (ook historisch) tot de bodem uitzoeken, zodat we niemand per ongeluk vals beschuldigen.
Eveneens getuigt het van ridderlijkheid om de pijn rondom het slavernijverleden eerlijk te erkennen. Om open te staan voor legitieme kritiek op de vaderlandse geschiedenis. De Paulinische notie van het ‘in zonden ontvangen en geboren zijn’ geldt immers evenzeer onze voorvaderen als ons. Hebben wij een open oog en oor voor wiens voorgeslacht geketend werd of wiens (voor)vaderland leeggeroofd werd? Dan hoeven we niet categorisch afwijzend te staan tegenover bijvoorbeeld een waarheids- en verzoeningscommissie die wellicht zou kunnen leiden tot excuses, zoals deze ook werd opgericht in Zuid-Afrika na de apartheid of recent in Zweden in het licht van verdrukking van de oorspronkelijke Sami-bevolking.
Een christelijke ridder, met zijn harnas van gerechtigheid (in plaats van eigen gelijk) en zijn schild van geloof (in plaats van polarisatie) is geen ongenaakbare vechtersbaas die te trots is voor schuld en boete wanneer recht, mildheid of genade daarom zouden vragen. “In het ridderschap kozen de middeleeuwen voor het enige wat hoop voor de wereld biedt,” 4 schreef C.S. Lewis. In onze grimmige, post-liberale wereld geldt dit onverminderd.
Noten
1 C.S. Lewis, Herbetovering, vertaald door Arend Smilde (Franeker 2019), pp. 14-15.
2 3 https://www.universiteitleiden.nl/onderzoek/onderzoeksoutput/geesteswetenschappen/cristobal-de-mondragon.-de-goede-spanjaard-uit-de-opstand
3 Een boek dat dit ‘ideologisch kolonialisme’ diepgaand behandelt: Het wordt avond, de dag loopt reeds ten einde door kardinaal Robert Sarah en Nicolas Diat (’s Hertogenbosch 2019).
4 Lewis, Herbetovering, pp. 14-15.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 december 2021
Zicht | 108 Pagina's
