Boekbesprekingen
Fokko Frederik Omta, Sin: Against Whom or Against What? An Assessment of Barth’s and Tillich’s Perspectives on Sin and Sanctification in Comparison to Views of New Age Authors (Utrecht: KokBoekencentrum Academic, 2019) 422 p., € 34,99 (ISBN 9789043533638).
In deze dissertatie verdedigd aan de VU in Amsterdam onderzoekt de auteur hoe het begrip ‘zonde’ gedefinieerd kan worden wanneer men afstand doet van het theïstisch godsbegrip. Als vertrekpunt neemt hij de ‘traditionele voorstelling van zonde’ zoals geformuleerd door C. Plantinga jr. (‘a culpable and personal affront to a personal God’). Wanneer een en- theïstische voorstelling van God of het goddelijke opkomt als een immanent principe, als kracht of geest, moet dat wel gevolgen hebben voor de zondeleer. Hoe zo’n herziene hamartologie gestalte kan krijgen, wordt in dit proefschrift voornamelijk onderzocht door bestudering van woordvoerders van ‘new age’ zoals Jane Roberts, Bill Thatford, Helen Schucman en Matthew Fox. Bij hen klinkt richting het institutionele of officiële christelijk geloof een tweevoudig verwijt: God en mens worden uit elkaar en antagonistisch tegenover elkaar geplaatst en het menselijk tegoed wordt veronachtzaamd. In hoeverre dit verwijt terecht is, toetst Omta aan de hand van de inzichten van Karl Barth en Paul Tillich. Van hieruit wil hij systematisch nadenken over de zondeleer en daarmee samenhangende vragen. Een probleem dat zich hierbij voordoet, is dat van de commensurabiliteit. Zijn de in veel opzichten diametraal verschillende visies überhaupt nog met elkaar te vergelijken? Is er zowel theologisch als antropologisch nog wel een zinnig gesprek te voeren? Deze vragen heeft de auteur bij mij niet kunnen wegnemen, ook niet wanneer hij aan de metafysische antropologie van Max Scheler een brugfunctie toekent.
Omta stelt uiteindelijk tegenover Plantinga’s definitie zijn eigen posttheïstische definitie van zonde: ‘Zonde is spirituele zelfverloochening door je wezenlijke Z/zelf te vergeten. Zonde is spirituele luiheid of traagheid, verwaarlozing van je eigen “geest”’. Wie het bestaan van een persoonlijk God ontkent, zou volgens hem toch ‘zonde’ moeten blijven erkennen in de door hem herziene definiëring om zo toe te komen aan zijn of haar eigen diepste zelf.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 juni 2020
Theologia Reformata | 122 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 juni 2020
Theologia Reformata | 122 Pagina's