„Berg je billen, jong!”
”Dan liever de lucht in!” moet Jan Carel van Speijk gezegd hebben, voordat hij zich op 5 februari 1831 met schip en al opblies. De explosie kostte het leven aan 26 Nederlanders en een onbekend aantal Belgen. Vijf mensen overleefden de ontploffing.
tekst: SANDOR VAN LEEUWEN beeld: RIJKSSTUDIO
Jan Carel groeide op in een weeshuis. Voor kleermakersleerling was hij ongeschikt en voor de marine eigenlijk te klein. Uiteindelijk werd hij toch aangenomen als stuurmansleerling en hij schopte het tot buitengewoon luitenant ter zee, tweede klasse.
In september 1830 kreeg Van Speijk opdracht om naar Antwerpen te varen in de strijd tegen de opstandige Belgen. Nederland was op dat moment in staat van burgeroorlog. Het zuiden —het huidige België— wilde zich afscheiden van het noorden — het huidige Nederland. Toen eind oktober enkele manschappen van zijn kanoneerboot gewond raakten door vuur van Belgische opstandelingen, besloot Van Speijk terug te schieten, ook al was hem dat verboden. Andere schepen schoten mee en bestookten Antwerpen met zestienduizend granaten. Bijna honderd mensen kwamen om en de stad raakte zwaar beschadigd. Van Speijk werd door zijn actie benoemd tot ridder der Militaire Willemsorde, vierde klasse.
SIGAAR
Na het bombardement op Antwerpen controleerden Nederlandse marineschepen de lading van passerende vrachtschepen. Van Speijk voer op 5 februari naar zijn controlepost, iets ten noorden van Antwerpen. Het weer was niet al te best. Kanonneerboot nummer 2, zoals het schip heette, werd tegen de wal geblazen. Belgische arbeiders, gewapende burgers en militairen renden naar het schip toe. De Belgische kapitein Grégoire klom, met zijn manschappen, aan boord. Hij wilde voorkomen dat Van Speijk er met een sloep vandoor zou gaan. Arbeiders en burgers schreeuwden vanaf de kade dat de Nederlandse vlag gestreken moest worden.
Van Speijk zei: „Wacht, ik zal mijn papieren halen”. Vervolgens liep hij met een brandende sigaar in zijn hand naar zijn kajuit. Die sigaar had hij net gekregen van zijn scheepsjongen, Hendrik Wijler. In het ruim van het schip kwam Van Speijk diezelfde jongen tegen. „Berg je billen, jong”, voegde hij hem toe. Onmiddellijk begreep Hendrik wat de luitenant van plan was. Hij rende naar boven. Daar waarschuwde hij de bootsman en een loods. De drie sprongen in het water — en dat was net op tijd, want Van Speijk gooide zijn sigaar in het kruit en het schip ontplofte.
SPIRITUS
Vier dagen na de ontploffing vonden de Belgen een gedeelte van het lichaam van Van Speijk: een deel van de romp, de hals en een stuk rechterarm. Van Speijk werd herkend aan zijn Willemsorde, die nog om z’n hals hing.
Op 15 februari werd het stoffelijk overschot in een vat spiritus aan de Nederlanders overhandigd, waarna het per schip via Rotterdam en Den Haag naar Amsterdam werd gebracht. Van Speijk —of wat er van hem over was— werd op 4 mei 1832 begraven in de Oosterkerk.
Stukken van de kanonneerboot werden verloot om een monument te bekostigen. Uiteindelijk kwamen er zelfs twee: één in de Nieuwe Kerk en één voor het Burgerweeshuis, waar Van Speijk opgroeide.
MOORDENAAR
Zijn ‘heldendaad’ leidde tot een golf van nationalistische gevoelens in de noordelijke Nederlanden. Een dichter sprak zelfs over ”zijn dappere hemelvaart”. Er verscheen een ‘stripverhaal’ van acht tekeningen met stichtelijke rijmpjes onder ieder plaatje: „Dit prentgeschenk leert u van Speyk, / door moed beroemd, in deugden ryk, / en leert dat de geschiedenis / van uwen tyd heldhaftig is.”
Niet iedereen keurde de daad van Van Speijk goed. Een arts schreef een boek waarin hij de zelfopoffering van de officier als zonde veroordeelde. En de Belgen vonden Van Speijk geen martelaar, maar een moordenaar. Van de warme gevoelens voor de ‘held’ is zo’n 190 jaar later niet veel meer over. Een recente biografie van Van Speijk heeft niet voor niets de ondertitel ”De omstreden zelfmoordaanslag van Jan Carel van Speijk”. Geen held, maar een zelfmoordterrorist dus, die tientallen anderen meenam in zijn dood.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 30 september 2020
Terdege | 136 Pagina's
