Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ik weet mijn Verlosser leeft!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ik weet mijn Verlosser leeft!

(Job 19, vs. 25).

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

^ij hebben Paschen gevierd, het heerlijk feit herdacht van de opstanding van Jezus Chr,stus uit de dooden.

De opstanding van onzen Heiland is een zeker pand van onze zalige opstanding. Wat zal ons troosten, als wij van den dood ons omringd gevoelen? Slechts de hope des eeuwigen levens, welke hoop daarop gegrond is, dat de liefde Grods in onze harten is uitgestort.

Job is door zijn vrienden als het ware tot wanhoop gedreven en nu neemt hij de toevlucht tot de waarheid en gerechtigheid Grods. Hij gelooft, dat hij op de eene of andere manier gerechtvaardigd zal worden, en dat, zelfs indien hij zou sterven, zijn rechtvaardiging toch na zijn dood zou volgen. Hij kan niet gelooven, dat hij onder het oordeel des doods zal blijven.

Maar in het zichtbare heeft hij niets, dat hem kan steunen of troosten. Op zichzelven ziende, zegt hij: „Ik verfoei mij in stof en asch" en: „Wie zal een reine geven uit een onreine ?^ Daarom, zal hij geholpen zijn, moet hij schuilen in de veilige vesting des geloofs. Van dat geloof is Jezus Christus de grond. Daarom roept hij het, ondanks al hetgeen de satan tegen hem inbrengt, ondanks al de aanklachten van zijn vrome vrienden, ja ondanks alles wat hem beschuldigt, uit als uit de diepte der benauwdheid : „Ik weet mijn Verlosser leeft!"

Dat heeft hem getroost en gesterkt. Dat heeft hem staande gehouden. Op welke heerlijke wijze drukt de patriarch het uit, wat hij gelooft, o Woord der blijde verzekerdheid! Dit weet ik, dat ik een Verlosser heb, niet onder de zondige menschen, niet onder die vromen, die van aanvechting niets verstaan en die zichzelven rechtvaardigen. Neen, ik weet mtjn Verlosher leeft. Zijn naam „Groel" drukt het uit, dat Hij mijn nabestaande is. Hij komt op voor het recht van den verdrukte, van dengene, die gedood is. Indien wij in onzen nood en ellende tot Hem gaan en Hem in geloove vasthouden, al is het maar aan den zoom Zijns kleeds, mogen wij het ook uitspreken: „ik weet mijn Verlosser leeft!" Hij is uit het midden van Zijn broederen voortgekomen, heeft Zich voor hen opgeolïerd, is gestorven en begraven, maar ten derden dage weder van de dooden opgestaan. Daarom: „ik woet mijn Verlosser leeft!" Wie zegt dit Job na? Vergeten wij het niet: Het komt daarop aan. Dat is de grond, die houdt in leven en sterven, op welken onze voeten moeten staan, als het vrede zal eijn. Uw •'.iel zegt: „ik weet mijn Verlosser leeft" KUL Hij zegt: „Ik leef en gy zult leven."

Dit artikel werd u aangeboden door: Stichting Vrienden van dr. H.F. Kohlbrugge

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 april 1904

Kerkblaadje | 4 Pagina's

Ik weet mijn Verlosser leeft!

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 april 1904

Kerkblaadje | 4 Pagina's