De Schatkamer Van De Evangelische Beloften
“Het aandringen op persoonlijke bekering geeft aan de Schotse prediking zulk een religieus karakter, zulk een praktische strekking. Ze beweegt zich altijd tussen de beide polen van zonde en genade, van wet en evangelie. Ze daalt enerzijds afin de diepten van het menselijk hart, neemt zonder sparen alle bedekselen en voorwendselen weg, waarachter de mens zich voor de heiligheid Gods verbergt en stelt hem zijn armoede en ledigheid voor Gods aangezicht ten toon. Maar dan komt ze anderzijds ook tot de alzo verslagene van geest met de beloften des Evangelies... ”
Deze woorden zijn van niemand minder dan van dr. Herman Bavinck, de bekende hoogleraar uit Kampen en Amsterdam, de schrijver van de Gereformeerde Dogmatiek. Hij schreef ze in het voorwoord van een boek dat in 1904 in Doesburg verscheen: ‘Levensgeschiedenis en werken van R. en E. Erskine’. Het bevat een groot aantal preken van de genoemde broers.
Bavinck gaat nog even verder. Als hij namelijk een vergelijking trekt met de boeken die in zijn dagen verschijnen. “De geestelijke zielenkennis wordt erin gemist. Het is alsof wij niet meer weten wat zonde en genade, wat schuld en vergeving, wat wedergeboorte en bekering is. In theorie kennen wij ze nog wel, maar wij kennen ze niet meer in de ontzaglijke realiteit van het leven. En daarom maakt de stichtelijke literatuur uit vroeger dagen altijd een gans andere indruk dan die uit de jongste tijd. (...) Daarom kunnen we niet beter doen dan door een tijd lang bij mannen als de Erskines ter schole te gaan en in hun geschriften zich te verdiepen. Het is het minste deel van ons volk niet, dat in die stichtelijke lectuur van vroeger dagen nog altijd zich de ziel verkwikt. ” Een dringende aanbeveling dus om de geschriften van de Erskines niet ongelezen te laten. Als dat in 1904 gold, dan in 2002 zeker niet minder.
De namen van Ralph en Ebenzer Erskine worden meestal in één adem genoemd. Ze leefden in de eerste helft van de achttiende eeuw in Schotland. Ze waren niet alleen bloedeigen broers, maar ze waren door Gods genade ook broeders in het geloof. Beiden deelden in de zaligmakende kennis van Christus. En beiden waren in de dienst van het Woord gesteld. Met grote betrokkenheid en ernst verkondigden zij het Evangelie van de ene Naam tot zaligheid. Ze namen in de kerk van hun dagen een grote plaats in. Niet het minst door hun indrukwekkende manier van Evangelieverkondiging. Adam Gib, een tijdgenoot, gaf eens een kemachtige reactie op zijn vraag aan iemand of hij de Erskines wel eens had horen preken: “Wel meneer, dan hebt u het Evangelie nog nooit in z’n majesteit gehoord!” De bezieling die in hun preken uitkwam, gaf aan hun boodschap des te meer kracht en inhoud. Ze wisten de schatten van Christus op een onnavolgbare wijze voor te stellen. Aan allen en een ieder! Niet voor niets heeft de Nederlandse uitgave van hun geschriften de titel ‘De Schatkamer’ meegekregen.
Maar wat was dan het eigene van hun preken? Dat is niet met één woord te zeggen. Ik las ergens dat de kern van hun prediking gevormd wordt door de ruime aanbiedingen van Christus die ze deden aan hun hoorders. Ze probeerden hun hoorders te lokken met de lieflijke tonen van het Evangelie, om hen bij Christus te brengen. Met een bekende beeldspraak: de kabinetten van de Evangelische beloften werden wijd geopend. Voor allen, tot en met de diepst gezonken zondaar. Waar wilden ze hun hoorders brengen? Aan de voeten van Christus. In het steunen op Hem en op Hem alleen, zoals Hij in het Evangelie wordt voorgesteld tot zaligheid. Deze typering is juist. In de prediking van de Erskines treft telkens weer de bewogen worsteling om het behoud van de zondaar. Zoals de apostel Paulus zich de gezant van Christus noemt, alsof God door hem bad: “Laat u met God verzoenen!” En toch is de voorstelling alsof de Erskines alleen de ‘beloften’ preken eenzijdig. Hun belofteprediking staat in een bepaald verband. Hun prediking was er ook op gericht om te ontdekken aan datgene wat nu een mens ervan weerhoudt om tot Christus te gaan. En dat is zijn zelfhandhaving. Daarom was hun prediking ook ontdekkend en ontmaskerend. Allerlei vormen van schijnvroomheid en eigengerechtigheid stellen ze aan de kaak. Het overtuigende werk van Gods Geest is nodig om een zondaar te ‘ontgronden’ van alles waarop hij steunt buiten Christus. Nee, die ontdekking is geen doel, maar wel middel, het is de weg. Een kort citaat uit de preek van Ralph Erskine over ‘Het sterven aan de wet’. Een antwoord op de vraag hoeveel ontdekking nodig is. “Zoveel overtuiging is nodig dat de mens van het steunen op zijn eigen werken losgemaakt wordt en hij aan zijn ongerechtigheid ontdekt wordt. Zodat hij uitroept: ‘Onrein! Onrein! Schuldig! Schuldig!”. Opdat langs deze weg al zijn vertrouwen op zichzelf gedood mag worden en hij de toevlucht nemen gaat tot Christus en Zijn gerechtigheid!”
Kort achter elkaar zijn twee mooie boekjes verschenen die een bloemlezing uit de werken van Ralph Erskine geven. Het ene bevat 52 overdenkingen, dus mooi te gebruiken om er bijvoorbeeld elke zondag telkens één te lezen. Het andere geeft in kleine fragmenten de inhoud van een zestal preken weer. Juist van zijn meest indrukwekkende predikaties. Samen geven ze een goed beeld van de Bijbelse boodschap van deze Ralph Erskine.
N.a.v.: Ralph Erskine, De weg ontsloten. 52 meditaties. Uitgeverij Den Hertog te Houten. Gebonden. 163 pag. Prijs € 14,75. Ralph Erskine, De Schatkamer van de Evangelische beloften voor allen zeer wijd geopend. Uitgeverij De Tabernakel, Urk. Paperback. 144 pag.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 september 2002
Eilanden-Nieuws | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 september 2002
Eilanden-Nieuws | 16 Pagina's