De Menheerse boat
Het is begrijpelijk dat het vervoer van mensen en materiaal naar en van een eiland in vroeger jaren slechts per schip kon plaatsvinden.
Vooral toen de kleine eilandjes die door verdere inpolderingen tot één groot eiland werden aaneengesloten, zal het vervoer naar die eilandjes toe aanvankelijk groter zijn geweest dan het vervoer in tegenovergestelde richting. Maar dat veranderde op ons eiland Goeree en Overflakkee betrekkelijk snel. De polders waren immers voor het
De polders waren immers voor het 'gewin' bedijkt of aan de zee ontrukt. Door de eeuwen heen moest de oogst van teeltgewassen in hoofdzaak worden afgevoerd en daar waren uitsluitend schepen voor nodig. Andere vormen van transport vanaf het eiland waren toen niet mogelijk.
Merkwaardigerwijs vond echter op Flakkee eerder luchttransport dan wegtransport plaats, als het ging om de verbinding met het vasteland tot stand te brengen. Zo landden ten tijde van zware ijsgang kleine vliegtuigjes enkele malen op het eiland om ernstig zieke personen naar een ziekenhuis in Rotterdam te vervoeren met het doel de patiënt te redden.
Ook post werd in zulke perioden met extreme weersgesteldheden Via de lucht vervoerd.
Dan was het op de wateren voor de mensen bar en boos.
Het veer Niet alleen landbouwprodukten en vee
Niet alleen landbouwprodukten en vee werden per boot van ons eiland afgevoerd. Vee dat elders was aangekocht en naar Flakkee moest worden vervoerd, gebeurde uiteraard eveneens per schip. Met een geleidelijk toenemende bevolking ontstond allengs een groter aanbod van goederen en .... van passagiers. 'n Daegje naer Rotterdam' werd een geijkte uitdrukking voor hen die met een dagretourtje naar de overkant ging. Op het vasteland bestond er evenzo goed geleidelijk aan meer belangstelling voor ons 'veraf gelegen eiland' Ook bij zakenmensen. Eerst gebeurde dat met veerdiensten die vanaf verschillende plaatsen op ons eiland door particulieren werden ondernomen. Een speelversje uit onze jeugd herinnert er nog aan:
Schipper mag ik overvaren, ja of nee? Moet ik dan nog geld betalen. ja of nee?
Wij hadden voor het spel de hele breedte van de straat nodig en werden gelukkig maar zelden gestoord door een passerende boerenwagen of wielslee.
De boot
De ontwikkeling van het personenvervoer per boot kwam halverwege de vorige eeuw in een stroomversnelling terecht. In 1841 werd de NV Stoomboot Maat
In 1841 werd de NV Stoomboot Maatschappij van Overflakkee en Goedereede opgericht die in hetzelfde jaar Koninklijke Goedkeuring verkreeg. Als het over ons eiland gaat, wordt bijna altijd Goeree eerst genoemd en pas dan het in oppervlak grotere Overflakkee, maar bij de vorming van deze maatschappij koos men eens een andere volgorde. Deze maatschappij kocht in 1842, dus slechts een jaar later, een raderstoomboot genaamd 'Overflakkee en Goedereede'. Men voer toen niet alleen op Rotterdam
Men voer toen niet alleen op Rotterdam maar ook, tot 1876 op Dordrecht. Die boot werd de 'Menheerse boat' genoemd en raakte die naam niet meer kwijt, ook later niet toen de 'Overflakkee en Goedereede' vervangen werd. In 1870 kwam een nieuwe raderstoomboot onder de naam 'Middelhamis' in de vaart.
Een andere boot, een zogenaamde schroefstoomboot werd in 1887 te Amsterdam gebouwd. Die kreeg als naam de 'Onderneming' waarvan een fraaie afbeelding te zien is op blz. 11 van GoereeOverflakkee in oude ansichten van Th. de Waal.
De 'Onderneming' werd ook wel mooi Jantje genoemd. Deze stoomboot spant misschien wel de kroon aangaande het aantal eigendomsoverdrachten. In elk geval heeft mooi Jantje ook toebehoord aan de Stoomboot Mij. van Overflakkee en Goedereede.
In 1892 kwam een nieuwe 'Middelharnis' in de vaart, ditmaal betrof het een dubbelschroefstoomboot die in 1921 gemoderniseerd werd. Deze 'Middelharnis' zullen de meeste mensen van de oudere generatie zich nog goed weten te herinneren!
Echter toen in 1909 de Rotterdamse Tramweg Maatschappij tussen Rotterdam en de eilanden een tramboottram verbinding tot stand had gebracht, had dit voor de 'Menheerse boat' uiteraard grote en nadelige gevolgen. Het vervoersaanbod van vracht, post en passagiers daalde aanzienlijk, maar de stoomboot bleef varen en hield in verreweg de meeste gevallen de juiste koers aan!
In 1915 verkocht de Stoomboot Maatschappij van Overflakkee en Goedereede de 'Onderneming' aan de R.T.M. Acht jaar later, in 1923 werd de Stoomboot Mij. van Overflakkee en Goedereede door de R.T.M, overgenomen. Sommige geschriften maken melding dat in 1923 de exploitatie werd overgedragen aan de Vlaardingse Stoomboot Maatschappij. De 'Menheerse boat' kwam al direkt in
De 'Menheerse boat' kwam al direkt in handen van de R.T.M, terwijl de Maatschappij feitelijk nog niet was geliquideerd. De 'Menheerse boat' met een wit geschilderde letter M op de schoorsteenpijp, voer tot nog net in 1949 en zou daarna nimmer meer terug keren naar de aanlegplaats langs het Stoombootplein te Middelhamis. Vanaf Stellendam, Den Bommel en Ooltgensplaat onderhielden andere maatschappijen met stoomboten de verbindingen naar elders.
Stoombootplein Middelhamis
Hoe ging dat er naar toe? 's Morgens vroeg werd de boot in gereedheid gebracht. De loopplank werd uitgelegd. Wie zou er die ochtend kapitein zijn geweest? Voor zover de herinneringen terug kunnen gaan, zag het rijtje stoombootkapiteins er als volgt uit:
1. Van Wijk
2. Van den Burg
3. Van der Gevel
4. Klaas Schilperoord 5. Matth. Smit
5. Matth. Smit
6. Leen van Ours 7. Gerrit Jongejan
7. Gerrit Jongejan
8. Klaas Vroegindeweij Janzn. Klaas Vroegindeweij was de laatste
Klaas Vroegindeweij was de laatste kapitein. Als machinist werd Hendrik Bakelaar genoemd, die later werd opgevolgd door zijn zoon Piet. Helaas is Piet Bakelaar op 15 maart 1948 te Bruinisse om het leven gekomen door een misstap in het donker op één der steigers van de R.T.M.
Wie waren stoker aan boord van de 'Middelhamis'? Piet Brouwer, Han Koppenaal en Liza van der Velde en anderen hebben met hun eeltige vuisten de schop gehanteerd om de steenkool tijdig op het gretige vuur te gooien. Menig passagier heeft met belangstelling er naar staan kijken.
Wie waren aangesteld als matroosdekknecht? Adrianus Vroegindeweij (Jaas) heeft enige j aren voor de oorlog in die funktie meegevaren. Hij vertelde mij het een en ander. Jan Holleman en Gerrit Jongejan (later kapitein geworden) Cor Langbroek en Joh. Smit hebben eertijds aan dek hun beste krachten gegeven. Frans Reedert begon ook als dekknecht maar werd later stuurman. Ook aan de vaste wal werden krachten ingezet om de boot 's morgens te laden en 's avonds te helpen lossen. Toen Jaas Vroegindeweij nog niet voer
Toen Jaas Vroegindeweij nog niet voer was hij of één van zijn broers bij het losen laadwerk betrokken. Gerrit Blok, Chiel de Bruin en Leen de Werker hebben dat vaak zware werk aangepakt. Ook Izaäk van den Nieuwendijk, de mandenmaker van Vissersdijk werd bij dat werk ingeschakeld. Men ontving daarvoor een bepaald uurloon. De meeste van deze mensen woonden in de buurt van het Stoombootplein. Aan boord bevond zich natuurlijk ook een conducteur. Piet Bom en Frans Kootte zijn het beide geweest, maar de laatste conducteur was Joh. Fun nog door velen in herinnering te brengen.
Mattheus Smit Johzn. ging heel Vaak met de boot mee als hulp, maar was niet in dienst van de Maatschappij.
Kofüe
Tussen al het gewriemel van personeel en passagiers liep een meisje (en zo vroeg kon het niet zijn) met een dienblad rond waarop een aantal geurige koppen koffie was geplaatst.
Dat meisje heette Elisabeth Smit, door iedereen Bep genoemd, later gehuwd met L. J. Elvé te Middelhamis. Zij vertelt op enthousiaste wijze hoe zij aan boord van de 'Menheerse boat' kwam. Doordat haar vader dekknecht was, kwam zij reeds als 8jarig meisje in kontakt met de buffethouder op de boot, de heer Bennemeer. Bep hielp toen al met allerlei karweitjes, zoals kopjes wassen e.d.
Johanna Troost (de latere opoe Groen uit de Nieuwstraat te Middelharms) is één der eersten geweest die bij Bennemeer in dienst was. Zij werd opgevolgd door Dingena van der Laan. De pacht van het buffet ging daarna over op naam van Jacob van der Gijze, later gehuwd met Dingena van der Laan.
Op 12jarige leeftijd trad Bep Smit bij Van der Gijze in dienst en volgde Neel van den Nieuwendijk op die voor haar het buffetwerk enige tijd had verricht. Wat was er bij het buffet te koop?
Allereerst koffie en koffie verkeerd (weinig koffie de rest melk). Thee, chocolademelk (eigen gemaakt op een petroleumstel) kogelfiesjes, bier en voor de kinderen het toen zo beroemde Ranja met een rietje.
Eens maakte ik een reisje met de 'Menheerse boat' mee, dat voor kinderen van Vakbondsleden was georganiseerd en voelde me de koning te rijk met die sprankelende Ranja!
Bep Smit vertelde verder dat er ook gevulde koeken, broodjes met ham of kaas en gekookte eieren konden worden gekocht alsmede chocoladerepen, Kwatta en tjoklat Geen rookartikelen, maar zei Bep; zowel in de eerste als in de tweede klas van het passagiersverblijf kon men de rook wel snijden. De patrijspoorten konden met ruw weer, vooral als de boot op het Haringvliet voer, niet eens open. Met veel deining had Bep het extra druk. Veel passagiers moesten overgeven en dan kon zij de boel eerst met zand bedekken en later wegschrobben.
Marktdagen
Elke maandag en dinsdag in alle vroegte werden op het Stoombootplein paarden, koeien, varkens en klein vee door veehandelaren en particuliere veeboeren aangevoerd. De paarden werden met enige tact over de loopplank geleid en op het dek van de stoomboot vastgezet Schichtige of onwillige paarden vielen in handen van Jaas Vroegindeweij die van kinds af aan thuis met paarden had omgegaan. Hij kreeg de dieren altijd waar ze zijn moesten. Koeien kregen meestal een paar flinke
Koeien kregen meestal een paar flinke klappen met de stok, hoewel dat vaak niet eens nodig was. Varkens schreeuwden er soms op los en maakten de buren wakker voor zover zij dat nog niet waren.
Met een amper gewassen gelaat kwam nog een laatkomer aangehold met achter zich een mekkerende geit. „Heit je vrouwe weer op je hemde gelege?", riep een passagier onder algemene hilariteit hem plagend toe. De laatkomer kreeg niet eens kans om te
reageren want de loopplank werd snel ingetrokken, onmiddellijk gevolgd door een lage, brede fluittoon, zo kenmerkend voor een stoomboot. De boot vertrok, het was 5 uur in de morgen.
Het traject
Na het schutten op het Havenhoofd van Middelhamis ging het over het brede Haringvliet en werd koers gezet naar het Spui. Bij NieuwBeijerland werd het eerst aangelegd maar soms had men onderweg al enige passagiers aan boord genomen die met een roeiboot van de kant naar de boot werden gebracht.
Verder werd te Hekelingen aangemeerd en daarna te OudBeijerland. Vandaar voer men de Oude Maas op. Het personeel van de boot pompte uit de Oude Maas zoet water op en vulde de tank weer geheel. Dat kon toen nog in het schone Nederland! Dat water werd ook gedronken.
Vervolgens voer men door Het Scheur naar Vlaardingen. Geheel naar de andere oever zette men dan koers naar Pernis en zigzagde men verder naar Schiedam aan de Nieuwe Maas. Daarna was het nog eenmaal aanleggen en wel bij de Boompjes te Rotterdam. Daar ging iedereen van boord. „Ik moest sommige passagiers wel eens manen dat zij de koffie nog niet hadden betaald", zei Bep teleurgesteld over deze houding.
Naar de markt
Jan Troost, veehandelaar te Sommelsdijk heeft wat lopen sjouwen met rieten manden waarin pluimvee was geborgen en met houten kooien waarin konijnen dicht opeen zaten samengehokt Vooral met laag water kostte dat menige zweetdruppel om ze op de wal te krijgen. Maar Jaas Vroegindeweij stond voor heter vuren. In kratten verpakte boeken van de gebroeders Boomsma uit Middelhamis wogen wel 250 kg. Die bracht Jaas alleen op de wal!
„Ik zag Jan Holleman eens een zeil ter wichte van 300 kg op zijn rug nemen. Het zeil moest toch van boord, niet waar", zei Jaas lachend. Het werk van de matroosdekknecht
Het werk van de matroosdekknecht was dikwijls erg zwaar. „Krijg maar eens een paard of een hit van boord met laag water", sprak Jaas niet zonder trots. Sommige passagiers noemden Jaas
Sommige passagiers noemden Jaas Vroegindeweij de paardeknecht. Toen Jaas in 1938 een lelijke val aan boord van de Schelde (stoomboot) had gemaakt, kwam hij in het ziekenhuis terecht waar tenslotte zijn milt operatief werd weggenomen. Een mannelijk passagier uit Schiedam
Een mannelijk passagier uit Schiedam bezocht 'de paardeknecht' aan het ziekbed!!
Op zo'n stoomboot waren de menselijke verhoudingen tussen personeel en passagiers meestal buitengewoon goed. De paarden en koeien werden op de Boompjes afgehaald door o.a. Vuile Keesje en ene Olivier. Zij waren door de gemeente Rotterdam m dienst genomen en droegen een nummer op hun mouw. Lopend ging het dan naar de veemarkt op de Goudserijweg. Later kreeg die markt een overkapping. Het afhalen bij de boot en het brengen
Het afhalen bij de boot en het brengen naar de markt kostte toen een gulden per paard. Dingeman Vis van Heemst uit Rotterdam bezat een veewagen die door een paard werd voortgetrokken. Hij laadde geiten, kippen, konijnen op en
bracht deze voor enkele stuivers naar de markt.
Wie waren al die veehandelaren naast Jan Troost?
De gebroeders Arend, Gabriel, Gerrit en Izaak Born waren gerenommeerde veehandelaren uit Sommelsdijk en Middelharnis. Klaas Vroegindeweij, de vader van Jaas, verhandelde zo nu en dan ook vee Mozes de Haas, Joh. Mooyaard en Hein Vroegindeweij uit Sommelsdijk waren altijd op de markt dus ook op de boot te vinden.
Joh. Krijgsman (Hansje) die handelde in slachtvarkens en vooral ook in biggen. Hij was op heel Flakkee bekend. Het gebeurde vaak dat bij aankomst van de boot te Middelhamis in de namiddag rond half zes. Hansje bestormd werd door klanten die op het Stoombootplein reeds een big kwamen uitzoeken en kopen. Er was dan veel leut als er eens een big op het Vingerling ontsnapte. Jan, Jaap en Hein Noteboom uit Nieuwe Tonge waren met kleinvee eveneens van de partij.
Uit Dirksland waren Kees de Jong en Herman Bakker met kleinvee vertegenwoordigd. Uit Stad aan 't Haringvliet was Marien
Uit Stad aan 't Haringvliet was Marien van Damme en Cor Schuurman present. Schuurman handelde hoofdzakelijk in kalveren.
Mevrouw de Korte uit Oude Tonge bracht vrachtgoed naar en van de boot. Voor vrachtgoed had de Stoomboot Maatschappij een agent in dienst Dat was Job Bom, opgevolgd door zijn zoon Jacob en hadden zich aan het Vingerling gevestigd.
Op marktdagen vertrok de boot om vijf uur uit Middelhamis. De duur van de tocht varieerde van drie tot vier uur. Om kwart over twee vertrok de boot vanaf de Boompjes te Rotterdam, om 's avonds te half zes weer op het Stoombootplein te kunnen aanmeren. Tenminste als het weer niet mistig was of dat een sterke tegenstroom de vaart behoorlijk had vertraagd. Op andere werkdagen vertrok de 'Men
Op andere werkdagen vertrok de 'Menheerse boat' 's morgens om zes uur en vertrok men om kwart over drie uit Rotterdam, 's Avonds rond half zeven kwam de boot te Middelhamis aan. 's Zondags werd niet gevaren.
Aankomst Middelhamis
Er was altijd veel belangstelling voor de 'Menheerse boat'. Bij vertrek waren steeds mensen aanwezig die de reislustigen nawuifden. Bij aankomst was de belangstelling van het publiek veel groter. Vooral in de vakantietijd. Mevrouw Vroegindeweijde Groot wist zich dat allemaal goed te herinneren. „Dan zag je vele bekende gezichten die bij familie op Flakkee met vakantie kwamen", zei ze.
En zij roemde de gezelligheid en bedrijvigheid die de sfeer bepaalden op het centrale punt van het Stoombootplein. Als kleine jongen mocht ik met mijn ouders eens mee naar het Stoombootplein. Toen de stoomboot aankwam stond Sinterklaas, gezeten op zijn schimmel en vastgehouden door één Zwarte Piet op het voordek. Sempre Crescendo speelde Sinterklaasliedjes. Op het plein, het Vingerling en de Kaai waren duizenden mensen samengestroomd. Dat was toen een echte gebeurtenis. Tegenwoordig komt Sinterklaas al in oktober, gezien de reclame.
Een meisje uit Sommelsdijk was naar de overkant getrokken om ergens te gaan dienen. Na enige maanden schreef zij dat ze met de 'Menheerse boat' zou arriveren samen met haar galant. Haar vader wist niet hoe zwaar of hoe groot haar galant wel kon zijn en dacht daarbij aan een flink pakket. Hij toog daarom met zijn pas geverfde kruiwagen naar het Stoombootplein om het vrachtje op de afgesproken tijd te gaan ophalen....
Jan Troost, de veehandelaar wist zich nog goed te herinneren dat de boot, terugkerende uit Rotterdam, met mist behoorlijk uit de koers was geraakt en terecht kwam op het gors van de Van Brienenpolder. Het personeel deed er alles aan om weer vlot te komen en de passagiers brachten het nodige geduld op.
Slechts één Stadtenaar, Cor Schuurman, klauterde van boord. Hij had zich goed georiënteerd en liep in het donker linea recta naar Stad en bekortte zijn reis.
Jaas Vroegindeweij wist zich glashelder voor de geest te halen dat de boot m 1938 in het Spui bij NieuwBeijerland in het ijs kwam vast te zitten. Toch had het toen maar een paar nachten flink hard gevroren, doch de boot kwam niet los. Het personeel heeft toen veertien dagen aan boord moeten boeleren!
Bep Smit werd echter op een binnenvrachtschip overgezet. Dat schip kon zich wel door de ijsmassa's heenwurmen en bereikte al spoedig het open water van het Haringvliet. Een oude schipper, die als enige aan boord was bracht het niet bang uitgevallen meisje veilig door ijs en water naar Middelharnis. Wat was zij blij toen ze iii de warme kamer van een der Sashuisjes bij de Wilhelminabrug bij haar familie aankwam. De Sashuisjes staan nu nog op verschillende schilderijtjes van de amateurschilder (en wat voor één) Eliza Razenberg, sfeervol vereeuwigd. Zo'n schilderijtje hangt bij de familie Smit als relikwie aan de muur
De 'Menheerse boat' kent ongetwijfeld nog meer verhalen waard om opgetekend te worden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog is de boot gelukkig niet eenmaal beschoten geweest en dat is heel bijzonder te noemen. Drama's hebben zich tijdens welke
Drama's hebben zich tijdens welke vaart dan ook gelukkig niet voorgedaan. Toen de dubbelschroefboot de 'Middelharnis' in 1949 voor het laatst vertrok, bleef het Stoombootplein leeg en schier doelloos achter.
De 'Menheerse boat' kwam in handen van Reedenj Jafre en werd na nog een aantal jaren dienst te hebben gedaan in 1955 gesloopt.
Met dank aan de familie Smit voor de foto's. Dank ook aan de medewerkers van EilandenNieuws.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 mei 1993
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's
