Lezen in het licht van de Geest
Elke zondag wordt in de kerk rondom het lezen van de Bijbel gebeden om de verlichting door de Heilige Geest. Dat doen we omdat we in de Bijbel lezen dat de Geest mensen moet openen voor Gods Woord en Gods Woord moet openen voor mensen.
Maar wat betekent deze verlichting voor de praktijk van het lezen van de Bijbel? Over het antwoord op deze vraag wordt heel verschillend gedacht.
Mijn proefschrift Lezen in het licht van de Geest is het resultaat van een onderzoek naar de manier waarop de Heilige Geest betrokken is in het verstaan van de Bijbel. Tegen de achtergrond van verschillende visies op de betekenis van het verlichtende werk van de Geest, wil ik met dit onderzoek vanuit een bijbelwetenschappelijk perspectief de discussie verder brengen. Het hoofddeel van het boek bestaat uit een gedetailleerde exegese van een aantal teksten uit het Nieuwe Testament. Denk bijvoorbeeld aan Jezus’ belofte dat de Geest zijn volgelingen naar de volle waarheid zal leiden (Joh. 16: 13), of aan Paulus’ uitspraak dat een ongeestelijk mens de dingen van de Geest niet kan verstaan (1 Kor. 2: 14).
Op basis van de exegese trek ik een aantal conclusies over de hermeneutische (= uitlegkundige) betekenis van de Geest. Vervolgens wijs ik een richting hoe lezers van de Bijbel aan de verlichting door de Geest het meest recht kunnen doen. Kort samengevat komt dit erop neer dat mensen die verlichting niet door middel van een juiste leesmethode kunnen afdwingen: de Geest is geen leeslamp die met een druk op de knop aangezet kan worden. Uit de bijbelse gegevens kan echter wel opgemaakt worden waar en hoe de Geest blijkbaar zijn licht wil laten schijnen. Bij het lezen van de Bijbel komt het erop aan dat licht op te zoeken. Dat vraagt om een houding van ontvankelijkheid die zich concreet uit wanneer lezers zich opstellen in een of meer lichtkringen die de verlichting door de Geest teweegbrengt.
Mijn onderzoek brengt ertoe om acht van die lichtkringen aan te wijzen: 1) Omgang met de Bijbel; 2) Gebed om verlichting door de Geest; 3) Geloof en gehoorzaamheid; 4) Nieuwsgierigheid naar het verstaan van anderen en bescheidenheid over het eigen verstaan; 5) Bijbellezen vanuit en met het oog op Jezus Christus; 6) Openheid voor een contextuele aanspraak; 7) Erkenning van de waarde van verstaanscollectieven; 8) Openheid voor nieuwe wegen die de Geest wijst.
Lezers die zich in de omgang met de Bijbel in één of meer van deze lichtkringen opstellen, mogen erop vertrouwen dat zij lezen in het licht van de Geest. Of een lezing ook daadwerkelijk verlicht wordt, is niet aan mensen om te bepalen. Wel lijkt het me mogelijk om te stellen dat verlichte lezingen iets klaarblijkelijks zullen hebben. Zij zullen ook bij kritische bevraging en doordenking houdbaar blijken omdat ze recht doen aan de Bijbel, van Jezus Christus getuigen en tot geloof en nieuwe gehoorzaamheid aanzetten. Op persoonlijk niveau gaat het dan om de ervaring dat de betekenis van een Bijbelgedeelte zich op een overtuigende manier bij een lezer aandient. Op collectief niveau gaat het om het ervaren belang van de betreffende lezingen voor een bredere kring dan de individuele levenssfeer van de lezer. Van zulke lezingen kan in geloof gezegd worden dat zij zich aandienen als ontvangen in het licht van de Geest.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 september 2022
De Wekker | 24 Pagina's
