Borg en Middelaar
“Waarlijk, Hij heeft onze krankheden op Zich genomen”, Jes. 53: 4a
Het was in de tijd, dat Luther ondergedoken zat in het kasteel Wartburg. Hij droomde, dat de duivel voor hem stond en hem aanklaagde: “Martinus Luther, je hebt gezondigd. Tegen het eerste gebod, het tweede, tot en met het tiende.” Luther reageerde en zei: “schrijf maar op wat ik misdaan heb.” De duivel deed dat en las de aanklacht voor. Luther ontkende niets. Hij bekende: “ik heb gezondigd. Zwaar en menigmaal.” Hij moest aan die lijst zelfs nog zonden toevoegen, die de duivel had vergeten.
Maar wat deed hij daarna? Hij doopte zijn pen in de rode inkt en tekende een kruis dwars door die zondenlijst. Hij schreef daaronder: “het bloed van Jezus Christus, Gods Zoon, reinigt van alle zonden.” Daarna verscheurde hij het papier en wierp het in het vuur. Toen hij opkeek, was de duivel verdwenen.
Zo zal een kind van God, die in zichzelf zondaar is en blijft, bij elke aanklacht en bestrijding hebben te zien op Jezus, de lijdende Knecht des Heeren, en Zijn volkomen offerande aan het kruis van Golgotha gebracht. Van dit Borg werk spreekt de bovengenoemde tekst.
Jesaja 53 is een rijk hoofdstuk. In onze tekst gaat het om het plaatsvervangende in het lijden van Christus. Daarom wordt de wissel voortdurend omgezet tussen Hij en wij.
Tot vier keer toe klinkt wat de Messias heeft gedaan:
1. Hij heeft op Zich genomen
2. Hij heeft gedragen
3. Hij is verwond
4. Hij is verbrijzeld
Maar van ons valt ook wel wat te zeg gen:
1. Onze krankheden
2. Onze smarten
3. Onze overtredingen
4. Onze ongerechtigheden
Want op Golgotha komt schrijnend aan het licht hoe ver wij het gebracht hebben met onze werken. Ziende op het kruis leer ik het diepst verstaan hoe ernstig God Zijn Wet neemt en hoe zwaar Hij aan de zonde tilt.
De zonde is niet iets, waar je luchtig overheen kan stappen. De zonde is niet iets kleins, wat nu eenmaal bij het leven hoort. Zonde is majesteitsschennis. Het is daarom naar recht, dat ik verloren ga. Ik verdien Gods straf. Zo laat het kruis niets van mij heel. Het kruisigt heel mijn hoogmoedig zondaarsbestaan.
Maar tegenover onze krankheden en onze smarten plaatst de profeet het werk van de lijdende Knecht des Heeren. De profeet jubelt het uit: Hij voor mij, Hij in mijn plaats.
Hij was onschuldig, maar als Borg betaalde Hij de schuld, die wij hadden gemaakt. Hij had nooit één zonde gekend of gedaan. Maar Hij heeft wel al onze zonden, ellenden en vloek op Zich genomen. Hij werd als de Zondeloze tot zonde gemaakt. Hij heeft waarlijk al onze zonden op Zich genomen.
Dat is zo’n heerlijk Evangelie: Hij voor mij! Een wonderlijke ruil! Hij is niet gekomen om af te rekenen, maar om ons Zijn gerechtigheid toe te rekenen. Hij kwam niet om ons de rekening te presenteren, maar om die rekening te vereffenen op kosten van Zijn dierbaar bloed.
Maar als u deze Borg niet kent …? Weet: dan moet u de lasten zelf dragen! De lasten van uw krankheden. De lasten van uw smarten. De zondelast. De last van Gods toorn.
Leef daarom toch niet door in die zonden. Ga toch niet verder op die weg van het verderf. Maak toch gebruik van die Borg en Middelaar. Genezing van uw dodelijke kwaal ligt in Hem! Verlossing van al uw smarten is bij Hem te verkrijgen! Vlucht toch tot Hem!
Zo voert deze tekst weg van alles in onszelf en van onszelf om ons te richten op hetgeen buiten ons ligt: de volkomen gerechtigheid van Christus. De algehele armlastigheid in jezelf, maar tegelijk de algehele tevredenheid met het Lam, Dat de zonden op Zich nam.
Dan wordt en blijft het een wonder: “Hij ruilde met mij.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 maart 2020
De Wekker | 24 Pagina's
