Guido de Brès - op de bres voor het ware geloof
Onvoorwaardelijke onderwerping
‘Je wist wel, toen je met mij in het huwelijk trad, dat je een sterfelijke man kreeg, die onzeker was van ook maar een enkel ogenblik van zijn leven. En toch heeft het onze goede God behaagd om ons zeven jaren in het huwelijk bijeen te laten. Als de Heere ons langer bijeen had willen laten, bezat Hij daar wel de macht voor. Maar dit behaagt Hem niet. Dat dan ook Zijn welbehagen geschiede. Ik ben immers niet toevallig in de handen van mijn vijanden gevallen; maar door de zeer goede voorzienigheid van mijn God. Hij leidt alle dingen, zowel grote als kleine. Nu ik dit bedenk, ontwaakt een wonderlijke vrede in mijn hart en ik zeg: ‘O mijn God, Gij hebt mij doen geboren worden op de tijd en in het uur, welke Gij bepaald had. En gedurende al de tijd van mijn leven hebt Gij mij bewaard en behoed in treffende gevaren en hebt Gij er mij geheel uit verlost. Indien dan nu het uur gekomen is, waarin ik dit leven moet verlaten om tot U te gaan, Uw heilige wil geschiede. Uw hand kan ik niet ontvluchten en al kon ik het, zo zou ik het niet willen. Want daarin bestaat al mijn geluk, dat ik mij gedraag overeenkomstig Uw wil.’’
Wat zal er door Catherine Ramon heengegaan zijn toen ze bovenstaande woorden las? Het zijn woorden uit de afscheidsbrief van haar man, Guido de Brès. Die schreef hij op 12 april 1567, zes weken voor zijn sterven. Catherine leest van Guido’s onvoorwaardelijke onderwerping aan Gods welbehagen. Daarmee kon hij zijn vrouw troosten voor de toekomst. Onderwerping geeft vrede.
Het bovengenoemde citaat uit de brief is een korte terugblik op zijn leven: zijn geboorte (1522) op Gods tijd, de vele onzekerheden in zijn leven en de gevaren waarin God hem behoed had én het uur dat hij het leven moet verlaten (1567).
Een belijdenis die de dood kost
Het is dus 500 jaar geleden dat Guido de Brès is geboren. Zijn geboortedatum is onbekend, zijn geboorteplaats niet: dat is Bergen in België. Als het goed is komt zijn naam ons niet onbekend voor. Gevraagd naar wat we van hem weten, zal het antwoord waarschijnlijk te maken hebben met de door hem geschreven Nederlandse Geloofsbelijdenis (NGB). Misschien is er ook nog iemand die weet dat deze geloofsbelijdenis samen met een brief aan de toenmalige Spaanse koning Philips II ’s nachts over de muur van een kasteel is geworpen. Guido dacht met deze geloofsbelijdenis de koning te kunnen overtuigen van het feit dat hij van de gereformeerden niets te vrezen had. Integendeel, met de NGB heeft Guido getuigd dat het de opdracht is om voor de koning te bidden en trouw te blijven aan de overheid. Maar Guido bereikte het tegenovergestelde: er werd alles aan gedaan om hem in handen te krijgen. Uiteindelijk werd hij op 31 mei 1567 in alle vroegte samen met een vriend, die eveneens predikant was, opgehangen. Boven aan de ladder klonk het nogmaals: blijf trouw aan de overheid en standvastig in de christelijke geloofsleer.
Nederlandse Geloofsbelijdenis
In 37 artikelen heeft De Brès zijn geloofsbelijdenis op schrift gesteld. Ter nagedachtenis aan De Brès volgt per onderwerp een aantal inhoudsvolle citaten uit de NGB (de nummers verwijzen naar de betreffende artikelen), in de hoop dat dat ertoe leidt om deze artikelen (nog) eens helemaal door te nemen.
Over God, Zijn Woord en Zijn regering
De Brès begint met een omschrijving van Wie God is: ‘een zeer overvloedige Fontein van alle goed’ (1). De Bijbelboeken hebben het bewijs in zichzelf dat zij van God zijn, omdat ‘de blinden zelf tasten kunnen, dat de dingen die daarin voorzegd zijn, geschieden’ (5). Men mag de gewoonte niet gelijkstellen ‘met de waarheid Gods (want de waarheid is boven alles)’ (7). De schepping, onderhouding en regering van de wereld is ‘als een schoon boek, in hetwelk alle schepselen, grote en kleine, gelijk als letteren zijn’ (2). De Heere onderhoudt en regeert alles ‘om de mens te dienen, teneinde de mens zijn God diene’ (12). Wat doet het geloof met de verborgen oordelen Gods? ‘Wij aanbidden met alle ootmoedigheid en eerbied de rechtvaardige oordelen Gods, die ons verborgen zijn; ons tevreden houdende dat wij leerjongeren van Christus zijn’ (13).
Over de Goddelijke Drie-eenheid, de Goddelijke deugden, Jezus Christus en de Heilige Geest
De leer van de Drie-eenheid Gods gaat het menselijk verstand te boven, ‘nochtans geloven wij die nu door het Woord, verwachtende totdat wij de volkomen kennis en vrucht daarvan genieten zullen in den hemel’ (9). Over Jezus Christus schrijft De Brès dat Hij is ‘van eeuwigheid geboren; niet gemaakt noch geschapen (want dan zou Hij een schepsel zijn)’ (10). God heeft Zichzelf bewezen te zijn barmhartig en rechtvaardig. Barmhartig door de uitverkorenen ‘uit de verderfenis’ te trekken, rechtvaardig door de anderen in hun val en verderf te laten, ‘waar zij zichzelf in geworpen hebben’ (16). Waar is troost te vinden? ‘Wij vinden allerlei vertroosting in Zijn wonden’ (21). En ook: ‘Onze arme consciënties zouden altijd gekweld worden, indien zij niet steunden op de verdiensten van het lijden en sterven van onze Zaligmaker’ (24). Over de Heilige Geest schrijft de Brès, dat Hij ‘in onze harten ontsteekt een oprecht geloof, hetwelk Jezus Christus met al Zijn verdiensten omhelst, Hem eigen maakt, en niets anders meer buiten Hem zoekt’ (22).
Over de vrije wil, de Kerk, de ambtsdragers en de sacramenten
Het geloof verwerpt al wat men leert ‘van de vrije wil van de mens, aangezien de mens niet dan een slaaf der zonde is, en geen ding kan aannemen, zo het hem uit den hemel niet gegeven is’ (14). De Brès zegt over de Kerk het volgende. De ‘heilige Kerk [is] niet gelegen, gebonden, of bepaald in een zekere plaats, of aan zekere personen’ (27). De dienaars van het Woord zijn ‘dienaars van Jezus Christus, de enige algemene Bisschop en het enige Hoofd der Kerk’ (31). Waarom heeft God de sacramenten gegeven?
‘Wij geloven dat onze goede God, acht hebbende op onze grovigheid [= domheid] en zwakheid’ de sacramenten heeft verordend (33). Door onze doop dragen wij ’het merk- en veldteken’ van Jezus Christus (34). Het geloof is ‘de hand en mond onzer ziel’, waarmee wij ‘het ware lichaam en het ware bloed van Christus, onze enige Zaligmaker, ontvangen in onze zielen tot ons geestelijk leven’ (35).
Over de overheid en het laatste oordeel
Het ambt van de overheid is ‘ook de hand te houden aan de heilige kerkendienst’ (36). De Brès mocht een geloofsblik werpen over de eeuwen heen en schreef aangrijpend over het laatste oordeel (37): ‘Ja, de mensen zullen rekenschap geven van alle ijdele woorden die zij gesproken zullen hebben, die de wereld niet dan voor kinderspel en voor tijdverdrijf acht’. De gedachte aan dit oordeel is ‘met recht schrikkelijk en vervaarlijk voor de bozen en goddelozen, en zeer wenselijk en troostelijk voor de vromen en uitverkorenen’. Met verwondering zal De Brès hebben geschreven: ‘De Zone Gods zal hun naam belijden voor God, Zijn Vader, en Zijn uitverkoren engelen’. Om te besluiten met zijn geloofsverwachting: ‘Daarom verwachten wij die groten dag met een groot verlangen, om ten volle te genieten de beloften Gods, in Jezus Christus, onzen Heere.’
Vreemdeling op aarde
We sluiten af met nog enkele woorden uit de brief van De Brès aan zijn vrouw. Ook in deze woorden kijkt hij al ver vooruit met de blik van het geloof: ‘Ik ga voor u uit, en wanneer het de Heere behagen zal, zult u mij volgen. Het zal niet voor altijd zijn dat de scheiding zich voltrekt. De Heere zal ook u inzamelen om ons tezamen te verenigen met ons Hoofd, Jezus Christus. Hier is de plaats van onze woning niet, zij is in de hemel; het is hier de plaats van onze vreemdelingschap’. Dat de gedachtenis van de rechtvaardige tot zegening zal mogen zijn! (Spr. 10:7).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 december 2022
De Wachter Sions | 12 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 december 2022
De Wachter Sions | 12 Pagina's