Boekbesprekingen

J. Roos, Uit de Pastorie deel 11, Gebr. Koster – Barneveld, 152 blz., 2022, € 13,95.

In dit deel van ‘Uit de pastorie’ beschrijft ds. J. Roos op zijn bekende, bewogen wijze het werk Gods verheerlijkt in het leven van mevr. P.M. Kooijmans-van Leeuwen en Jantine van de Brug, beiden behorend tot de gemeente Barneveld, en ouderling D. Hendriks van Warbij uit Opheusden.

Alle drie zijn reeds op jonge leeftijd door de Heere stilgezet op de levensweg. Bij mevr. Kooijmans kwam de Heere vele jaren later op Zijn werk terug en mocht zij uiteindelijk weten door Christus’ bloed met God verzoend en in Zijn gunst hersteld te zijn.

Aangrijpend is de levensbeschrijving van Jantine van de Brug die na een leven van veel ziekte op 36-jarige leeftijd de tijd met de eeuwigheid verwisselde. Ze was reeds jong onder het kruis van Christus gebracht. Bijna aan het eind van haar leven kon ze getuigen: ‘Het is groot om te zeggen, maar ik lig vast op dat eeuwige Fundament. De Heere heeft me in ruimte gesteld’.

Aan ouderling Hendriks van Warbij hebben we persoonlijk dierbare herinneringen. We hebben hem gekend als een nuchter, evenwichtig ambtsbroeder die wars was van optochtelijkheid. Hij meende te zullen sterven aan zijn ernstige hartkwaal, maar een andere ernstige ziekte heeft zijn lichaam afgebroken en middellijkerwijs tot zijn sterven geleid. Ontroerend te lezen is het verslag van zijn laatste dagen op aarde. Toen het vanwege zijn lichamelijke omstandigheden onmogelijk leek, heeft de Heere volkomen uitkomst gegeven. Hij mocht getuigen verzekerd te zijn van de met bloed gekochte vergeving van zonden en een geheiligd recht op het eeuwige leven. Tot zijn kinderen zei hij: ‘Ik zie de hemel. Ik zie de hemel, wijd ….. wijd open’.

Van geheel andere aard is het laatste hoofdstuk met de bijzondere titel ‘Zijn de engelen onze vrienden?’ Het betreft een inleiding van ds. Roos gehouden tijdens een gemeenteavond in Barneveld met als aanleiding een persoonlijke ervaring omtrent de dienst der engelen. Op grond van Gods Woord en de kanttekeningen wordt aangetoond dat de engelen onze vrienden worden als God ons bekeert en genade in het hart verheerlijkt. Enkele dagen voor de genoemde avond vertelde de inleider ons in enkele zinnen waarover hij zou gaan spreken. Dat wekte destijds onze belangstelling zodat we als ‘gast’ de gemeenteavond hebben bijgewoond. Hopelijk wordt u nu ook nieuwsgierig naar het antwoord op de vraag: ‘Zijn de engelen onze vrienden?’

Dit boekje bevat opnieuw een aantal jaloersmakende levensbeschrijvingen. Het laat zien dat de Heere in deze tijd ook nog doorgaat met Zijn werk. We hopen dat ook onze kinderen en jongelui deze getuigenissen (horen) lezen, zodat ze weten dat en hoe de Heere ook op hun leeftijd mensen bekeert. Van harte sluiten we ons aan bij de wens van ds. Roos: ‘Moge de Heere ook over dit boekje Zijn zegen geven tot eer van Zijn grote Naam, tot uitbreiding van Zijn Koninkrijk en tot versterking van Zijn volk in het strijdperk van het leven’. Tevens voegen we de wens toe dat de auteur het leven, kracht, tijd, licht en lust mag ontvangen om een volgend deel samen te stellen met voorbeelden van de grote werken Gods verheerlijkt in zondezieke zondaren.

Joannes Beukelman, Mij zal niets ontbreken, Preken over Psalm 23, Brevier – Kampen, 2021, 191 blz., € 19,99.

Van de bekende ds. Joannes Beukelman (1703-1757), die onder andere kort de gemeente van Alblasserdam gediend heeft, is een dertiental preken over de bekende Psalm 23 in hedendaags Nederlands overgezet door wijlen dhr. W. van Dijk uit Rijssen.

Deze korte preken kenmerken zich door een grondige tekstuitleg. Andere vertaalmogelijkheden van woorden uit de grondtekst en meningen van verschillende uitleggers worden aangegeven. Met redenen omkleed geeft ds. Beukelman aan waarom hij voor een bepaalde exegese kiest. De hoofdinhoud is echter wat een en ander te zeggen heeft in het werk van de waarachtige bekering en het leven der genade. ‘Zij alleen weiden in deze grazige weiden, die eraan ontdekt zijn dat ze van nature op een dorre heide zwerven, waar niets dan onkruid groeit en waar hun ziel moet sterven als zij in die weide blijven’ (p. 50).

De onbekeerden worden ernstig gewaarschuwd. ‘Onbegenadigde zondaren en zondaressen, tot u heb ik ditmaal niet anders te zeggen dan dat u wel vrezen mag wanneer u in een dal van de schaduw des doods komt. U hebt de Heere niet met u, maar loopt zeer groot gevaar om daarin om te komen en voor eeuwig verloren te gaan’ (p. 106). Gods volk wordt bemoedigd: ‘Erken het allerminste als vrije genade die u niet waard bent. Laat daardoor uw genegenheid voor de Heere opgewekt worden. (…) Daaruit zult u eens ondervinden dat de HEERE uw Herder is, totdat Hij u zal overbrengen in Zijn huis daarboven, in de hemel’ (p. 191).

Een verantwoording over de wijze van ‘hertaling’ ontbreekt. Dit boek bevat hoofdstukken, terwijl ook uit de subtitel en de inhoud blijkt (woorden als ‘toehoorders en ‘preken’) dat het preken betreft. Niet vermeld is dat deze preken voorkomen in ‘Uitgelezene vervolgstoffen uit de Heilige Schriften des Ouden en Nieuwen Testaments’. Deze preken kunnen we van harte ter lezing aanbevelen. Voor veel ambtsdragers zullen ze te kort zijn om in de kerk te lezen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen