Uw Geest koom’ bij ons wonen

De belofte van Jezus

Het is zeker waar dat de Zaligmaker kort voor Zijn lijden en sterven sprak van de komst en het werk van de Heilige Geest. Ook de beloftewoorden uit Johannes 16 vers 13a hebben geklonken in de paaszaal: ‘Maar wanneer Die zal gekomen zijn, namelijk de Geest der waarheid, Hij zal u in al de waarheid leiden’. Leerzaam is kanttekening 24 waarin we de eerste betekenis lezen van deze woorden: ‘Namelijk die u nodig zal zijn te weten tot uitvoering van uw ambt, zodat gij dezelve niet alleen zult weten, maar ook in het leren derzelve niet zult kunnen dwalen’. Na de hemelvaart zullen de vrezende discipelen vervuld worden met de Heilige Geest om te kunnen dienen, om de waarheid te verstaan en om niet te dwalen in hun dienstwerk. De Heere vervulle deze bijzondere belofte aan alle ware Christgelovigen maar bijzonder aan hen die geroepen zijn tot ambtelijke arbeid in de gemeenten.

Maar dat dit geen vanzelfsprekende zaak zou zijn, kan wel bekend zijn. Achter onze berijmde Psalmen van 1773 staat het oude lied ‘Bedezang voor de Predikatie’. Daarin horen we het gebed ‘Uw Geest koom’ bij ons wonen’. De dichter, Jan Utenhove (1516-1566), bedelt in dit gezang om de inkomst en overkomst van de Heilige Geest. We wijzen ook op de Formuliergebeden achter in onze Bijbel. In het gebed vóór de leer van de Catechismus klinkt het: ‘Maar overmits wij van nature blind en onbekwaam zijn tot enig goed, en dat Gij ook niemand wilt aanzien, dan die ootmoedig en verslagen zijn van hart, vrezende voor Uw Woord; zo bidden wij U dat Gij ons duister verstand wilt verlichten met Uw Heiligen Geest, en ons geven een zachtmoedig hart, van hetwelk alle opgeblazenheid en vleselijke wijsheid, die vijandschap tegen U is, geweerd zij; opdat wij, Uw Woord horende, het recht verstaan mogen, en ons leven daarnaar inrichten’.

Dat onze gebeden toch zo zouden worden opgezonden tot de levende God, Die om Christus’ wil Zijn Geest wil paren aan Zijn Woord en dienst.

De komst van de Geest

Terwijl we dit schrijven moeten we ook denken aan een oud boek dat we onlangs ter hand namen. Het betreft "De Roem van Godts vrije-genade, werkzaam in de gelovigen, ter bevestiging van hunnen staat, en voortgang op de weg der heiligmaking” van Jacob Groenewegen (1707-1780). Deze broer van de bekende predikant Johannes Groenewegen heeft waarschijnlijk gelijktijdig een poosje als diaken of ouderling gediend in Werkendam. In de voorrede van het genoemde boek schrijft hij dat er mensen zijn die verkeerd spreken over het werk van de Geest. ‘…Derhalve staat het aan u, gij kunt als gij wilt. Als gij de zeilen van alle middelen maar ophaalt, de wind des Geestes waait in de gelovigen altijd wel; en dan zal ’t gewis wel gaan…’.

Wel, schrijft deze Groenewegen, dan zou alles van de mens afhangen. En dan wijst hij op wat Schriftplaatsen waaruit het tegendeel blijkt. ‘Daar de Heere Jezus nochtans zegt: De wind blaast waarheen hij wil (Joh. 3:8), niet waar de mens wil. Niet door kracht, noch door geweld, maar door Mijn Geest zal het geschieden (Zach. 4:6)’.

Lezer(es), laten we in dat spoor maar in afhankelijkheid en als rechteloze zondaren bedelen, persoonlijk en bij onze erediensten, ‘Uw Geest koom’ bij ons wonen’.

Heb jij/hebt u ook een vraag?

Mogelijke vragen over onderwerpen binnen de doelstelling van De Saambinder kun jij/kunt u mailen naar ds. B. Labee of hem per post toezenden (zie colofon). Er volgt -zo mogelijk- altijd een reactie. Echter alleen als de redactie het waardevol acht voor de lezers, volgt een antwoord op jouw/uw vraag in een nummer van De Saambinder. Graag wel wat geduld. Er liggen nog tientallen vragen op een reactie te wachten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen