Adem

Adem van de Almachtige

God heeft de mens geformeerd uit het stof der aarde ‘en in zijn neusgaten geblazen den adem des levens; alzo werd de mens tot een levende ziel’ (Gen. 2:7). Adem, geest en leven hebben in de Bijbel sterk met elkaar te maken. We lezen in het Woord ook over de adem des Almachtigen: ‘De Geest Gods heeft mij gemaakt, en de adem des Almachtigen heeft mij levend gemaakt’ (Job 33:4). De Geest is niet los te maken van de Vader en de Zoon in het werk van de schepping. We zien hier in het eerste deel van Job 33 vers 4 de nadruk liggen op het lichamelijke en in het tweede deel op het geestelijke. Als het gaat over de adem van de Almachtige moet vanzelf ook gedacht worden aan Zijn Geest. Overeenkomst zien we in Job 32 vers 8: ‘Zekerlijk, de Geest, Die in den mens is, en de inblazing des Almachtigen, maakt henlieden verstandig’.

In deze teksten zien we dus dat de betekenis van ‘adem’ en ‘inblazing’ meer is dan louter lucht en leven. De kanttekening geeft dan ook aan: ‘Dat is, de rechte wijsheid komt alleen van de verlichting Gods’. De godzalige Hutcheson heeft in zijn verklaring van het Bijbelboek Job erop gewezen dat de gaven des Geestes groot zijn, maar niet genoeg.

Die gaven moeten ook steeds weer levendig gemaakt worden en dat kan door de inblazing des Almachtigen: ‘Zonder dit zullen de uitnemendste gaven, ja zelfs de hebbelijke genade, haast verdorren en vervallen’.

Een stormwind

Als het dus gaat over de adem Gods moeten we letterlijk denken aan het leven dat Hij schenkt aan de mens, maar soms ook aan de werking van Gods Geest. Dan wordt ‘adem’ gebruikt als beeld. Ook heeft dit woord weleens de betekenis van een stormwind. Ik denk aan de lofzang van Mozes, wanneer het volk droogvoets de overzijde van de Schelfzee heeft bereikt. Hij spreekt niet letterlijk over ‘adem’, maar wel over het geblaas van Zijn neus: ‘En door het geblaas van Uw neus zijn de wateren opgehoopt geworden; de stromen hebben overeind gestaan als een hoop; de afgronden zijn stijf geworden in het hart der zee’ (Ex. 15:8). Israël is veilig aan de overkant gekomen nadat Mozes zijn hand had uitgestrekt over het water van de Rode Zee. Toen kwam de Heere met een stormwind, die een pad baande voor de Israëlieten. Zijn adem, Zijn geblaas, bracht hier verlossing en veiligheid! Toen zong Mozes het lied der overwinning.

wordt vervolgd

In Gods Woord komen veel woorden voor in hun letterlijke betekenis, maar soms hebben die een figuurlijke betekenis. In het laatste geval is er sprake van beeldspraak. Zo’n woord wordt wel een metafoor genoemd. Voorbeelden daarvan zult u in de komende weken kunnen vinden in deze rubriek.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen