Bidden voor Safan
Het blijft toch apart. Ze zetten zich in voor de publieke zaak. Maar toch krijgen ze er regelmatig van langs. Aan tafel, bij de koffie, op feestjes en partijen. Soms met vervelende verhalen, soms met grappen over hun inzet.
De vervelende verhalen zijn er vooral voor de rechtshandhavers, oftewel onze politie. Begin maar een gesprekje met uw vrienden over die boete die u kreeg, terwijl u slechts een enkele minuut verkeerd geparkeerd stond. Vast en zeker zijn er andere harde werkers die weleens volslagen verkeerd begrepen zijn toen ze hun auto even achterlieten. De politieman die bij het gesprek aanwezig is, zegt maar niet al te veel.
Of vertel eens die leuke grap van de twee mannen die omhoog staren naar de torenflat waar een ministerie in gehuisvest is. Op de vraag: ‘Hoeveel mensen werken hier nu eigenlijk?’, komt het flauwe antwoord: ‘Ongeveer de helft’. De ambtenaar lacht vriendelijk mee, maar het is wel zuur.
Publieke zaak
Want uiteindelijk is een ambtenaar iemand die ‘in dienst is bij een overheid’. Dat kan in een gemeentehuis zijn, of op een ministerie. Of misschien zelfs voor een hoog college van staat. En ze zijn er. Christenen die de ambtenarij in zijn gegaan en dienstbaar zijn op allerlei, soms zeer hoge posten. Zij werken aan wetten of aan regelingen, zij zoeken binnen een woud aan regels en bepalingen hoe de wetgever het bedoeld heeft. Ze werken aan stukken voor een wethouder, een gedeputeerde of een minister. Ze hebben de moed, als het goed is, om tegen te spreken. Ze adviseren en ze reageren. Kortom, ze zetten zich in voor de publieke zaak. En soms, soms nemen ze een plek in die cruciaal is. Niet dat ze dan zelf zo belangrijk zijn, maar het is wel cruciaal wie ze zijn, als christen. Ze nemen hun plaats in, maar moeten soms ook aangeven dat ze in geweten niet kunnen meewerken, bijvoorbeeld aan een huwelijk tussen twee mensen van hetzelfde geslacht. Er zijn dus ook grenzen aan wat ze willen doen.
Ook werken ze vaak in een omgeving die niet al te veel van het christelijk gedachtegoed wil weten. Om dan op je post te staan, te werken, te zoeken naar het goede voor de gemeente, de provincie of het land, dat vraagt iets van hen. Misschien wel veel zelfverloochening, want ze zijn nogal onzichtbaar. Terwijl de minister in de Tweede Kamer zit te luisteren naar al die Kamerleden, zitten zijn ambtenaren in de ambtenarenkamer hun vingers blauw te tikken om hem of haar van antwoorden te voorzien. En als hij een debat goed heeft gedaan, denkt niemand aan de ambtenaar die hem heeft ondersteund. Dat vraagt wel iets van hen!
Gebed
Het vraagt ook iets van ons. Allereerst natuurlijk het respect voor hen die zich ervoor overhebben om te dienen. Het vraagt van ons dat we hen gehoorzamen als ze namens de overheid iets van ons vragen. Het vraagt van ons dat we onze kinderen leren om te accepteren dat er ambtsdragers zijn die ons corrigeren, zoals een politieman die het van belang vindt dat jij je fietsverlichting op orde hebt.
Bovenal vraagt het gebed van ons. Juist ook voor die ambtenaren die misschien op onmogelijke posten hun werk doen. Dat gebeurt ook nu nog, net zoals we dat zien in de Bijbel. De voorbeelden zijn bekend, Daniël, Nehemia, of Obadja. Ja dat zijn bekende namen. Maar kennen we ook de naam van die man die daar door de straten van Jeruzalem snelt? Hij draagt behoedzaam een boekrol, zojuist gevonden onder het stof in de tempel. Hij draagt hem naar de koning. Die leest en scheurt zijn klederen. Het is de wet. Dat raakt de koning! O ja, die ambtenaar was schrijver. Zijn naam was Safan.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 februari 2024
De Saambinder | 24 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 februari 2024
De Saambinder | 24 Pagina's