Een boetedag
Heiligt een vasten, roept een verbodsdag uit, verzamelt de oudsten en alle inwoners dezes lands ten huize des HEEREN uws Gods, en roept tot den HEERE. Joël 1:14
Het is lang geleden dat de Nederlandse overheid een biddag heeft uitgeschreven. Wanneer er grote zorgen waren in het volksleven voelde men de noodzaak om samen te komen voor een dag van afzondering en gebed. In Joël 1 vinden we een biddag die wordt uitgeschreven door de HEERE Zelf. Door de dienst van Zijn profeet roept Hij het volk samen om tot Hem te bidden.
Verootmoediging op de biddag
Joël roept op om een dag te heiligen. Deze dag moet apart gezet worden voor het gebed tot de Heere. Het zal tevens een verbodsdag zijn. Op een verbodsdag mocht geen dienstwerk verricht worden (Lev. 23:36). Het dagelijks werk werd neergelegd en alle niet-noodzakelijke activiteiten werden uitgesteld.
Wat een onderwijs voor onze bid- en dankdagen! Het is een Bijbelse zaak als dat dagen van afzondering zijn, waarbij we een vrije dag opnemen als dat enigszins mogelijk is. Wat zou de vrucht zijn van onze bid- en dankdagen wanneer we er nog geen vakantiedag voor overhebben? Joël roept ook op om te vasten. Het volk moest alle eten en drinken laten staan. Het werd een dag ‘in welken gij samenkomende en u van spijze en drank onthoudende, u uitwendiglijk en inwendiglijk voor den Heere vernedert, uw boetvaardigheid openlijk betuigt en Hem om genade bidt’ (kanttekening 28). Het Bijbelse vasten is dus geen prestatie waarmee je iets verdient, maar een middel om innerlijke verootmoediging ook aan de buitenkant tot uiting te brengen. Is het geen verlies dat zúlk vasten weinig of geen praktijk is in onze gemeenten?
Bidders op de biddag
De biddag wordt gehouden in de tem - pel. Natuurlijk is de binnenkamer de eerste plaats om te bidden, maar ook het gezamenlijke, openbare gebed is noodzakelijk.
De eersten die worden geroepen om de biddag te houden, zijn de oudsten. De ouderen, die gezag hadden en die geroepen waren om leiding te geven. De oudsten moeten als eerste onderkennen wat er aan de hand is en de rest van het volk voorgaan. Daarna noemt Joël ‘alle inwoners des lands’. Alle Israëlieten liggen onder het oordeel en niemand mag nalaten de Heere te smeken om ontferming en genade. Niemand uit de gemeente kan gemist worden op de biddag!
Roepen op de biddag
Wanneer iedereen samengekomen is in de tempel, moet het volk gaan roepen tot de Heere. Het gaat niet om mooie gebeden of om lange gebeden. Als er écht nood is, worden de gebeden vaak korter. Soms maar een zin of een woord. Maar die wordt dan wel met kracht uitgeroepen. Wie in de golven dreigt onder te gaan, schreeuwt om hulp. Wie in de golven van Gods oordelen rechtvaardig moet omkomen, roept om genade. Roepen tekent ons ook de grote afstand. Wanneer iemand vlakbij is, hoef je niet te roepen. De Heere is zo ver weg. De Heere is geweken vanwege de zonden en de schuld. En zonder de Heere gaat het niet. Dan toch roepen: ‘Blijf niet wegens mijn gebreken, ver geweken’. Bidden doen we hopelijk wel, maar heeft Hij u ooit horen roepen?
wordt vervolgd
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 januari 2024
De Saambinder | 24 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 januari 2024
De Saambinder | 24 Pagina's