Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verbondenheid aan Israël

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verbondenheid aan Israël

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het vorige artikel moesten we vaststellen dat de Joden, net als wij, van de plaats zijn. Het leven is niet naar de Thora! In dit artikel willen we aangeven waarom we toch onze liefde behouden voor ‘de beminden om der vaderen wil’.

Als deputaatschap voor Israël blijven we graag uit politieke wateren. Maar we hebben er wel oog voor dat in dit alles ook sprake is van een geestelijke strijd. Toen de grensmuur vanuit de Gazastrook door een bulldozer werd neergehaald, werd er geroepen: ‘Ja ga!, Alahu Akbar’. Zo stroomde Hamas Israël binnen en onder herhaling van deze belijdenis werden de gruwelen op 7 oktober uitgevoerd. Het gebeurde niet in de naam van de politiek, maar in de naam van Allah! Van deze Allah staat met Arabische letters geschreven op de Omarmoskee op de tempelberg in Jeruzalem: ‘God heeft geen zoon’. Ten diepste gaat het in de geestelijke strijd, die begon in Genesis 3, om Christus en de komst van Zijn Koninkrijk.

Uit Juda gesproten

Onze verbondenheid met het Joodse volk stamt uit het verleden. De Woorden Gods waren hun toebetrouwd en wij hebben dat Woord middellijk uit hun handen mogen ontvangen. Wie de waarde van Gods Woord beseft, zal de zorgvuldige bewaring daarvan door het Joodse volk niet kleinachten. Daar komt nog bij dat de Zaligmaker uit Juda gesproten is. De oorsprong van het Joodse volk ligt in de roeping van Abram. En reeds bij zijn roeping sprak God: ‘En Ik zal zegenen die u zegenen en vervloeken die u vloekt; en in u zullen alle geslachten des aardrijks gezegend worden’.

Helaas is er onder het Joodse volk nog maar een heel kleine minderheid die Abrahams Zaad erkent als de beloofde Messias. Maar als het over blindheid gaat, hebben de Messiasbelijdende christenen geen enkele reden zich te verheffen. Ontdekkende genade leert dat ook wij met blindheid geslagen zijn, totdat de Heilige Geest ons verlicht. Er is geen aparte weg voor Joden. Er is maar één Naam onder de hemel door Welke wij moeten zalig worden, en de Zaligmaker is een Jood.

De verbondenheid met het Joodse volk ligt in het heden.

In het heilshandelen van de Heere is er sprake van een nauwe verbinding tussen het Joodse volk en de kerk uit de heidenen. De kerk uit de heidenen is niet in plaats gekomen van de kerk uit de Joden. In de beeldende profetie van Noach krijgt Jafeth niet een eigen tent om in te wonen, maar hij moet wonen in Sems tenten.

Die verbondenheid met het Joodse volk blijkt uit bijvoorbeeld de vergelijking van de olijfboom uit Romeinen 11. De heidenen worden niet ingeënt in een nieuwe olijfboom, maar in dezelfde olijfboom als de Israëliet. Die huidige verbondenheid blijkt ook uit het wegnemen van de middelmuur des afscheidsels in Eféze 2, zodat de heidenen mede-erfgenaam worden met het oude verbondsvolk.

Onopgeefbaar

De verbondenheid met het Joodse volk ligt ook verankerd in onze toekomstverwachting. Er liggen beloften voor Israël. Daar kan niemand om heen. Op die toekomstverwachting zullen we uitvoeriger ingaan in een volgend artikel.

Die toekomstverwachting staat ook weer niet los van de zegen voor de kerk uit de heidenen. De zaak van Israël is dus ook de zaak van de christelijke kerk. Als we dat beseffen, is onze verbondenheid on-op-geef-baar. De vijand zal er alles aan doen om die beloften te dwarsbomen.

McCheyne sprak over onze schuld aan Israël. In een preek daarover zegt hij: ‘Paulus roemt in het Evangelie als een kracht tot zaligheid (Rom 1 : 16). Eerst voor de Jood; waarvan ik deze gevolgtrekking afleid: dat wij geroepen zijn de Joden in de eerste plaats het Evangelie te verkondigen’. De holocaust in de Tweede Wereldoorlog, en helaas ook het christelijke verleden, heeft de kloof met het Joodse volk niet kleiner gemaakt. We kunnen niet zeggen dat onze verbondenheid in hun verdrukking altijd genoegzaam gebleken is. Dit ontslaat echter niet van de opdracht om hun juist nu de weg der zaligheid te verkondigen. Dat niet te doen, is de ernstigste vorm van antisemitisme.

wordt vervolgd

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 november 2023

De Saambinder | 24 Pagina's

Verbondenheid aan Israël

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 november 2023

De Saambinder | 24 Pagina's