Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gods recht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gods recht

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onder ons heeft het recht van God een belangrijke plaats in de prediking. Is dat op grond van de Bijbel of meer vanwege de bevinding van Gods kinderen?

Bijbels spreken

Het antwoord kan kort zijn: die belangrijke notie in de prediking krijgt een belangrijke plaats omdat de Bijbel het centraal stelt en daarom ook (eniger-mate) door Gods kinderen bevindelijk doorleefd wordt. Maar graag willen we er iets meer over schrijven, juist ook omdat vele kerkgangers dit niet verstaan.

De natuurlijke mens is na Genesis 3 elk rechtsgevoel kwijtgeraakt. Hij wil ook niet accepteren dat God de deugd van Zijn recht handhaaft. Hij is zo stekeblind voor de misdadigheid van de zonde. Hij leeft niet in op welke wijze hij God heeft beledigd door zijn dwaze ongehoorzaamheid en diepe val.

Het is zo opmerkelijk dat de Heere Zichzelf menigmaal in de deugd van Zijn rechtvaardigheid openbaart in Zijn Woord. Als de man Gods, Mozes, de berg Sinaï opklimt in Exodus 34, lezen we: ‘Als nu de HEERE voor zijn aangezicht voorbijging, zo riep Hij: HEERE HEERE, God, barmhartig en genadig; lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid; Die de weldadigheid bewaart aan vele duizenden, Die de ongerechtigheid en overtreding en zonde vergeeft; Die den schuldige geenszins onschuldig houdt, bezoekende de ongerechtigheid der vaderen aan de kinderen en aan de kindskinderen, in het derde en in het vierde lid’.

Let wel, niet Mozes spreekt deze woorden, maar de levende God. Het is barmhartigheid dat Hij Zich openbaart bij Sinaï aan Zijn volk Israël! Maar dat zo begenadigde volk moet leren dat ze voor deze God niet kunnen bestaan. Onze belijdenis sluit zo naadloos aan op dit belijden. We wijzen op onze Heidelbergse Catechismus, waarin vraag 11 luidt: ‘Is dan God ook niet barmhartig?’ Stellig en helder is het antwoord: ‘God is wel barmhartig, maar Hij is ook rechtvaardig; daarom zo eist Zijn gerechtigheid dat de zonde, welke tegen de allerhoogste Majesteit Gods gedaan is, ook met de hoogste, dat is met de eeuwige straf aan lichaam en ziel gestraft worde’.

Ook onze Dordtse Leerregels zijn hierover zo duidelijk: ‘God is niet alleen ten hoogste barmhartig, maar ook ten hoogste rechtvaardig. En Zijn gerechtigheid (gelijk Hij Zich in Zijn Woord geopenbaard heeft) vereist dat onze zonden, tegen Zijn oneindige Majesteit begaan, niet alleen met tijdelijke, maar ook met eeuwige straffen, beide naar ziel en lichaam, gestraft worden; welke straffen wij niet kunnen ontgaan, tenzij aan de gerechtigheid Gods genoeg geschiede’ (II, par.1).

Bevindelijk doorleven

Als de zondaar met dit recht van God niet te maken krijgt, komt er nooit plaats voor de verlossing die in Christus Jezus is! Door genade werkt de Heere wetenschap in de ziel van het recht van God. Hoewel onvolkomen, wordt er een beginsel van Godskennis en zelfkennis geschonken. In Psalm 51 (vers 5 en 6) horen we daarvan de vrucht: ‘Want ik ken mijn overtredingen, en mijn zonde is steeds voor mij. Tegen U, U alleen, heb ik gezondigd, en gedaan wat kwaad is in Uw ogen; opdat Gij rechtvaardig zijt in Uw spreken en rein zijt in Uw richten’.

Wat is het een ontdekking als we leren Gods wet geschonden te hebben, dat we een goeddoend God beledigd hebben en onmachtig zijn om ooit in de rechte betrekking met God te komen vanuit onszelf. God doet van Zijn recht geen afstand en de hemelhoge schuld is nooit meer af te betalen. Dan wordt zalig worden onmogelijk aan onze zijde. Wat worden dan de woorden van Zondag 5 gespeld: ‘God wil dat aan Zijn gerechtigheid genoeg geschiede; daarom moeten wij aan haar, óf door onszelven, óf door een ander, volkomenlijk betalen’.

Het is weleens uitgedrukt: ‘zalig, die in de stilte van het rechtsgeding, het recht van God leert omarmen’. Lezer(es), zijn uw ogen al geopend voor het recht Gods?


Heb jij/hebt u ook een vraag?

Mogelijke vragen over onderwerpen binnen de doelstelling van De Saambinder kun jij/kunt u mailen naar ds. B. Labee of hem per post toezenden (zie colofon). Er volgt -zo mogelijkaltijd een reactie. Echter alleen als de redactie het waardevol acht voor de lezers, volgt een antwoord op jouw/uw vraag in een nummer van De Saambinder. Graag wel wat geduld. Er liggen nog tientallen vragen op een reactie te wachten.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 2023

De Saambinder | 20 Pagina's

Gods recht

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 2023

De Saambinder | 20 Pagina's