Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Christus’ verschijning aan Maria Magdaléna

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Christus’ verschijning aan Maria Magdaléna

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat gaat er om in een ziel, die Christus kwijt is, en voor wie Hij toch de Liefste geworden is? Dat wordt vaak niet begrepen en eigenlijk begrijp je jezelf dan ook niet. Je begrijpt niets van Gods raadselachtige weg waarin Hij Christus bijzonder zal verheerlijken.

Maria Magdaléna heeft in haar leven de Heere Jezus leren kennen. Hoe het precies gebeurd is, weten we niet, maar we weten wel wat er gebeurd is: de Heere Jezus heeft haar verlost uit de macht van zeven duivelen (Luk. 8:2). Haar eertijds moet vreselijk geweest zijn. Het getal zeven wijst daar ook op. Duivelen zijn onreine geesten. De zonden hebben haar beheerst, op zo’n wijze dat ze er niet van los kon komen. Kent u die macht ook? Dan ervaar je een dodelijke kwaal, terwijl je eerst niet eens wilt toegeven dat je kwaal dodelijk is. Ze sleept je naar het verderf. Wat een onbevattelijk wonder als de Heere je dat gaat leren, om je te verlossen! Dan wordt de duivel die door de zonde heerst, je doodsvijand en Christus je Liefste. Zijn omzien naar jou, Zijn genade die gaat heersen, komt uit een Bron van onbevattelijk Goddelijk welbehagen. Christus heeft het verdiend en door Hem wordt het toegepast.

Nu is Maria haar Meester kwijt. Ze was Hem gevolgd, maar daaraan kwam een einde bij Zijn graf. Het eindigde in de dood en daar kon ze niet overheen zien. Ze had Hem zien lijden, maar kon het niet vatten. Andere machten leken te heersen in plaats van Zijn genadeheerschappij. Was Zijn verlossingskracht nu gestorven?

Met die bange gedachte is ze op de vroege Paasmorgen naar het graf gegaan. Hoewel er vriendinnen waren die meegingen, was haar hart bij haar gestorven Liefste. Door raadselen overmand staat ze bij het lege graf. Tekenen kunnen haar niet troosten. Een weggenomen steen en een leeg graf maken haar verwarring nog groter.

Twee engelen

Misschien bent u ook zo’n verwarde ziel, voor wie Christus de Liefste werd. Dan komt er geen troost als u Hem Zelf niet ziet. Zelfs de twee engelen die tot haar spreken in de grafkamer en die haar droefheid en gemis blootleggen, bemoedigen haar niet. En als ze de hovenier denkt te zien, verblind door haar tranen, is haar hart bij een dode Jezus.

Dan is er die wondere openbaring van de opgestane Levensvorst! Het wordt voor ons weergegeven met Zijn aanspraak aan haar: ‘Maria!’ Nu ervaart ze dat Hij leeft. En dat Hij haar ziet en kent. Dit is het waar zo’n schuldige ziel in strijd en duisternis naar hunkert: een blijk van Zijn genade die zonde en dood overwonnen heeft en eeuwig is. Je kunt geen woorden vinden om deze troostrijke beleving uit te spreken. Het is Zijn spreken tot de ziel. De beleving is dan: ‘Toen in mijn zielsellende Uw aangezicht mij kende’. Daar mag een ziel die Christus kwijt is, wel naar uitzien. Mensen kunnen je dan niet troosten. Zelfs de tekenen en de hemelboodschappers kunnen dat niet als je Christus Zelf niet hoort en ziet. Maar als je Hem achter Zijn woorden ziet staan, o, dat is onbeschrijfelijk. Dan ervaar je hoe Hij troost en verzekert van Zijn liefde.

Rabbouni

We horen het hier in Maria’s aanspraak: ‘Rabbouni’. Mijn Meester! O ja, dat was Hij geworden en dat is Hij gebleven. Zijn genadeheerschappij was haar vroeger al te sterk geworden. Die wordt nu bijzonder ervaren in Zijn trouwe liefde, die niet sterven kan, maar de dood verslonden heeft. En zo is het nog voor elke ziel voor wie Hij de Liefste geworden is. Hij laat nooit varen de werken Zijner handen, zo hoor je dan iedere zondag. Maar als Hij verschijnt en gehoord en gezien wordt in Zijn persoonlijke aanspraak, dan zinkt de ziel weg in verwondering.

wordt vervolgd


Jezus zeide tot haar: Maria. Zij zich omkerende, zeide tot Hem: Rabbouni, hetwelk is gezegd: Meester.

Johannes 20:16

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 april 2023

De Saambinder | 20 Pagina's

Christus’ verschijning aan Maria Magdaléna

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 april 2023

De Saambinder | 20 Pagina's