Kinderspel

Over al díe spelletjes gaat het niet. Het gaat over het woord kinderspel dat in de Nederlandse Geloofsbelijdenis gebruikt wordt. Laten we eerst de zin lezen waar het woord in voorkomt: ‘Ja, de mensen zullen rekenschap geven van alle onnutte woorden die ze gesproken zullen hebben, die de wereld niet dan voor kinderspel en tijdverdrijf acht’ (NGB, art. 37).

Het gaat over taalgebruik. Jij en ik moeten ons éénmaal verantwoorden over alle gesproken woorden. De wijze Prediker zegt dat God ieders werk in het gericht zal brengen. Daar vallen ook al onze gesprekken onder. Díe woorden die geen nut hadden, inhoudsloos waren. Woorden waarmee we een ander hebben gekwetst. Woorden waarin ernstige ziekten voorkwamen. Woorden die op of over de rand van het fatsoen waren. Woorden waarmee we onszelf verhieven boven de ander. Woorden waarin we de Naam van God misbruikt hebben.

‘De wereld’ maakt zich daar niet druk over. Dat is voor hen maar kinderspel. Maar het ís geen kinderspel. Het is een uiterst gevaarlijk spel! Het is spelen met vuur! Daarom luistert het nauw wát we zeggen en hóe we het zeggen. Jakobus zegt: ‘Indien iemand in woorden niet struikelt, die is een volmaakt man, machtig om ook het gehele lichaam in den toom te houden’.

Eén is er op dit punt volmaakt geweest. Het is Jezus Zelf. Zijn woorden deden ertoe. Dat waren woorden van bestraffing en toorn, maar ook van ontferming, genade en troost. Gelooft dan Zijn heil- en troostrijk woord (Ps. 95:4, ber.). ♦

Leestip: Prediker 12:8-14

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen