Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onderwezen door Brahé (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onderwezen door Brahé (I)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tijdens de samenkomst ter gelegenheid van het zestigjarig ambtsjubileum van ds. C. Harinck in Kapelle-Biezelinge op 28 september jl. blikte hij terug op zijn leven. Onze broeder vertelde hoe de Heere hem als onkerkelijke jonge man had onderwezen, niet alleen onder de prediking van ds. A.F. Honkoop, maar ook door veel te lezen in de oudvaders. Met nadruk verwees hij bij deze gelegenheid naar een geschrift dat in zijn jonge jaren veel voor hem betekend had: ”Ethans onderwijzing in de negenentachtigste psalm” van J.J. Brahé. Het is een geschrift dat niet meer zo bekend is. Wat wilde Brahé zeggen?

”Ethans onderwijzing in de negenentachtigste psalm” dateert uit 1765. In Psalm 89 wordt namelijk zo schoon over Gods genadeverbond gezongen: ‘Ik heb, dit was Uw taal, een vast verbond gemaakt’ (vers 2, berijmd). ‘En Mijn gemaakt verbond met Hem bestendig blijven’ (vers 12). ‘Niet feilen in Mijn trouw, noch Mijn verbond ooit schenden’ (vers 14). Ds. Harinck wees vooral op het Voorwoord van Brahé (in totaal 44 pagina’s), waarin uitvoerig over het genadeverbond wordt geschreven. Graag willen we dit voor onze lezers wat samenvatttten. Om Brahé kort weer te geven, gebruiken we niet overal aanhalingstekens.

We lezen in de ongewijzigde heruitgave uit 1980, waarvoor ds. A. Vergunst een intro- ductie van acht bladzijden schreef. Deze introductie besluit hij met: ‘Het gevaar is niet denkbeeldig dat een herschrijving hier en daar twijfel zou doen rijzen over wat Brahé werkelijk zelf geschreven had. Daarom is besloten tot een fotomecha- nische reproductie. De bede, dat het lezen en overdenken van dit doorwrochte werk velen tot zegen strekke, vergezelt deze nieuwe publicatie. Gaarne halen we de woorden van onze onvergetelijke leermeester ds. G.H. Kersten aan, in zijn Voorrede bij de heruitgave van de ‘Aanmerkingen over de vijf Walcherse Artikelen’ van dezelfde schrijver: ‘De Heere zegene deze hernieuwde uitgave tot Zijn eer en tot bevestiging van de oude beproefde waarheid, waaruit Gods Kerk haar leven en kracht ontvangt, om staande te blijven te midden van de afval in onze tijden’ Zo zij het!’ Tot zover ds. Vergunst. We zijn dus in vertrouwd gezelschap. Kort samengevat nemen we kennis van wat Brahé vanuit ‘mijn studeerkamer te Vlissingen op 27 maart 1765 aan de lezer’ schreef.

Genadeverbond

Het is opmerkelijk hoeveel bladzijden Brahé besteedt aan het feit dat het gena- deverbond gesloten is met Christus en in Hem als het Hoofd met alle uitverkorenen. Dat is een uitmuntende waarheid, die door het heetste vuur zuiver gelouterd wordt, om de Verbondsgod en het Lam te verheerlijken. Dit is geen uitvindsel van het bedorven verstand van de mens, maar het is de genadeleer die alleen van God Drie-enig afkomstig is. God wil Zich van eeuwigheid vrij ontfermen over nietige aardwormen, snode wangedrochten en schuldige verdoemelingen. Daarom heeft Hij Immanuël gegeven als Verbondshoofd van al Gods uitverkorenen. In dit onwan- kelbare verbond ligt voor Gods keurlingen een onfeilbare vastigheid, want alle voor- waarden zijn voor de uitverkorenen door de Borg vervuld.

De grootste verlegen zondaar ontbreekt het aan vermogens, vrijmoedigheid en trouw, maar hij mag zich met al zijn gebreken, bestrijdingen en bekommerin- gen wenden tot de Verbondsgod. In de Hoofdverbondeling Jezus Christus ligt het onderpand van een onbedrieglijke verwachting.

Het komt erop aan dat we, na de verbre- king van het werkverbond, het Hoofd van het genadeverbond leren kennen. Zijn gehoorzaamheid, gebleken in Zijn lijden en sterven, moet door toepassing op de door God bepaalde tijd de onze worden. Bij deze toepassing kan sprake zijn van verwarring, waarbij het zuivere van Gods vrije genade in geding is, zeker als het gaat om de voorwaarde van geloof en bekering. Brahé verwijst hier naar Witsius. Witsius wist broeders met elkaar te verenigen, omdat ze meer in woorden dan in zaken van elkaar verschilden.

Het duidelijke verband tussen verwerving en toepassing voor al Gods verkorenen moet vastgehouden worden. Geloof en bekering - Brahé gebruikt deze twee begrippen steeds in deze volgorde - zijn voorwaarden, die nooit door een mens vervuld kunnen worden. Hij verwijst naar het verbondsdenken van Boston in zijn ”Beschouwing van het genadeverbond”, en naar de verklaring van Zondag 6 van de Heidelbergse Catechismus van Comrie. Ook Romeinen 5 komt aan de orde, en nog vele andere Schriftplaatsen (bladzijden 11 tot en met 14). Dit doet Brahé om zijn verbondsleer des te vaster te funderen. Alle voorwaarden blijken verbondsweldaden te zijn! Hoe moeten wij in onze doem- schuld en onmacht ooit aan voorwaarden voldoen? Wat moeten we met onze plichten, geloof, levensverbetering, geschikt- heid of gestalten voor God? We moeten Christus tot ons deel krijgen, en delen in de voorafgaande toerekening van Zijn verdiensten, ontbloot van alle (eigen)gerech- tigheid, om voor God te kunnen bestaan. Wat een troost, dat God van Zijn kant het verbond met het Hoofd en de Zijnen nooit kan verbreken. De Heilige Geest zorgt daarom voor de onverliesbare levensband aan het Verbondshoofd.

We kunnen ons hier op veel theologen beroepen, maar verwijzen liever naar de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Die kent slechts twee verbonden. We verwijzen ook liever naar het avondmaalsformulier, dat zegt dat Christus met Zijn dood en bloedstorting het nieuwe en eeuwige Testament, het verbond der genade en de verzoening heeft besloten, toen Hij uitriep: ‘Het is volbracht’. Ook het doopfor- mulier spreekt niet anders over Gods vrije genade in Christus.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 2022

De Saambinder | 20 Pagina's

Onderwezen door Brahé (I)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 2022

De Saambinder | 20 Pagina's