Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ambtskleding

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ambtskleding

Ds. Labee over:

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe moeten we uitleggen dat de kleurrijke ambtskleding die de Heere in het Oude Testament voorschreef zo afwijkt van de zwart-witte ambtskleding vandaag de dag? Waarom kennen we eigenlijk ambtskleding? Is het voor ouderlingen en diakenen anders als voor een predikant?

Kleervrijheid

Er zijn meerdere vragen rondom dit onder- werp binnengekomen, die wat beknopt van een antwoord worden voorzien. We moesten persoonlijk terugdenken aan het moment, kort voor we de studie aan onze Theologische School mochten begin- nen. Eén van de kinderen vroeg: ‘bent u dan voortaan ook zo’n zebra?’

In strikte zin kent de nieuwtestamentische kerk geen ambtskleding. Onder het oude verbond was de kleding van de priesters nauwkeurig voorgeschreven. Daarbij valt inderdaad het kleurrijke kleed van de hogepriester op. Die kleding had een schaduwachtige betekenis: alles wees heen naar de komende Hogepriester, Jezus Christus. In het Nieuwe Testament is dit echter geheel anders geworden met de komst van Christus. Nergens lezen we meer een voorschrift over een speciaal kleed voor ambtsdragers.

Opmerkelijk is dat op de drempel, tussen het oude en het nieuwe Verbond, Johannes de Doper staat. Als priesterzoon van Zacharias had hij recht op priesterkleed, priesterspijs en priesterwoning. En wat lezen we? Hij oefent zijn dienstwerk niet uit in Jeruzalem, maar in de woestijn. Velen gaan niet meer naar het schaduwachtige en dienstbare Jeruzalem. Hij eet geen offervlees, maar sprinkhanen en wilde honing. Tenslotte kleedt hij zich niet met het witte pries- terkleed, maar draagt een kemelsharen mantel met een lederen gordel. De Heere Jezus, de geheel enige Ambtsdrager, droeg óók geen bijzonder ambtskleed. En de kostbare rok, waarover de soldaten het lot hebben geworpen, zal geen zwart ambtskleed geweest zijn…

In de kerkgeschiedenis heeft de Roomse Kerk het ambts- gewaad weer ingevoerd, maar met de Reformatie komt er opnieuw een keerpunt. Het ambtskleed maakte bij Rome onderscheid tussen de leek en de geestelijke, de gewone man en de ambtsdrager. In de periode daarna zijn er steeds wat wijzigingen geweest: men droeg het gewaad van een deftig burger, daarna een talaar (afhangend, lang en plechtig gewaad), later aangevuld met een brede geplooide halskraag, of nog wat later een bef met een deftige pruik. Nog wat verder in de geschiedenis kwam er een ‘standsgewaad’, de toga, ook wel het ‘geleerdheidskleed’ genoemd. Ook de korte broek met mantel en steek is wel gedragen en onder ons is het inmiddels gebrui- kelijk dat de predikant een (zwart) kostuum draagt en op de rustdag gekleed in jacquet of preekjas de kansel bestijgt. Alles overwegende is er enige ‘kleervrijheid’ maar vanwege het ambt van dienaar des Woords blijven de woorden die ds. K. de Gier (1915-1999) sprak actueel: ‘Hoe moet de prediker dan gekleed zijn? Deftig en sober. Met deftig wordt bedoeld, dat hij een gewaad draagt waarmee men bij aanzienlijke per- sonen verschijnt, en sober, opdat uit de kleding van de dienaar des Woords alles geweerd worde wat de aandacht trekt’.

Herkenbaarheid

In het licht van dit alles, kunnen we - vanwege de heiligheid en de plechtigheid van het dienen in Gods Kerk als dienaar van het Goddelijke Woord - verwachten dat ambtskleding gedra- gen wordt zolang men ‘in deze staat des levens’ is. Volgens de Dordtse Kerkorde is een predikant dat levenslang, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn. Het is daarnaast ook een stuk herkenning dat nog steeds (al is ondergetekende ook weleens aangezien voor een begrafenisondernemer) func- tioneert. Voor ouderlingen en diakenen zouden we graag de veelal gebruikelijke richtlijn noemen: dat ze allemaal - zolang ze ambtelijk bezig zijn - te herkennen zijn aan hun kleding. Maar in het leven van elke dag hebben ze niet die andere ‘staat des levens’ zoals de predikanten.

Ten slotte, Elia kon met zijn profetenmantel niet de hemel binnen… Eeuwig wonder als in dat besef gediend mag worden en verlangd wordt dat straks het ‘akelig’ zwart verwisseld mag worden voor dat ‘lange, witte kleed’, gewassen in het bloed van Jezus. Om eeuwig een drie-enig God volmaakt te mogen dienen in Zijn tempel.


Vraag?

Heb jij/hebt u ook een vraag? Mogelijke vragen over onderwerpen binnen de doelstelling van De Saambinder kun jij/kunt u mailen naar ds. B. Labee of hem per post toezenden (zie colofon). Er volgt -zo mogelijk- altijd een reactie.

Echter alleen als de redactie het waardevol acht voor de lezers, volgt een antwoord op jouw/uw vraag in een nummer van De Saambinder.

Graag wel wat geduld. Er liggen nog tientallen vragen op een reactie te wachten.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 november 2022

De Saambinder | 24 Pagina's

Ambtskleding

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 november 2022

De Saambinder | 24 Pagina's