Haast u

Zeker, beiden kenden ze het hartvernieuwende werk der genade, dat de Heere in hen gelegd had. Maar wat waren de standen in hun beider genadeleven verschillend. Hoe kleefde Lots ziel nog aan het stof.

Daarom ging Lot zelfs na ontvangen genade nog een vleselijke weg en koos hij de vlakte van Sodom. Hij bracht zichzelf in ver- zoeking. Maar dan duurt het niet lang of het gaat van kwaad tot erger. Eerst leefde Lot vóór de poorten van Sodom, maar al spoedig nam hij zijn intrek ín Sodom. Hij zag echter niet dat de gevaren in Sodom veel groter waren dan die buiten Sodom. Want Sodom was de plaats waar de zonde tegen het zevende gebod werd uitgeleefd.

Onze tijd

Geliefden, leven we niet allen in het Sodom van de wereld? Het is een beeld van de tijd waarin wij leven. Maar zien we de gevaren van de wereld en al haar begeerlijkheden ook? Of gaan we er nog in op? Geliefde jeugd, dat je het ook mag leren: ‘maar vlied de begeerlijkheden der jonkheid’ (2 Tim. 2:22a). Want onze ziel is in groot gevaar. Immers, Lot kon en wilde Sodom niet verlaten.

Wat was hij ook na ontvangen genade afhankelijk van het werk Gods in zijn leven. En wat betoonde de Heere daarin de getrouwe te zijn, ook in het leven van Lot. Zeker, Lot kwelde wel zijn rechtvaardige ziel in Sodom toen hij al die ongerech- tigheden zag, maar dat gaf hem niet het recht om in Sodom te wonen en de zonde op te zoeken. Want God kan met de zonde geen gemeenschap hebben, maar straft die met tijdelijke en eeuwige straffen. Dat is het wat de Heere Lot op het hart bindt. ‘Haast, behoud u derwaarts’. Dérwaarts in Zoar, want híer is groot gevaar. Sodom en Gomorra zullen immers worden omgekeerd.

Wat een wonder dat de Heere Lot niet laat omkomen naar verdienste, omdat Hij niet laat varen de werken Zijner handen. Daarom grijpen de engelen hem en de zijnen bij de hand en drijven hen uit.

O, wat zit een mens, ook na ontvangen genade, nog vast aan de wereld en haar begeerlijkheden. Wat kunnen ze er maar moeilijk van loskomen. Wat moeten ze soms door diepe wegen uitgeleid worden. Verstaat u dat? Daarom moeten we met David leren: ‘Hoe kleeft mijn ziel aan ’t stof, ai, zie mijn nood; herstel mij, doe mij naar Uw woord herleven’.

Het Zoar der genade

Dat zien we zo duidelijk in het leven van Lot. Maar de Heere wilde van het verderf Lots leven verschonen. Voordat vuur en zwavel van de hemel valt, drijft de Heere Lot en de zijnen uit Sodom. ‘Haast, behoud u derwaarts!’

Wat een ernstige les. Het behoud ligt niet in Sodom, niet in de wereld. Want de wereld en haar begeerlijkheden gaan voor- bij, en die ze doen. Het behoud ligt buiten ons, in Zoar. Wat een kostelijk beeld van het Zoar der genade, Christus.

Buiten Hem is geen leven maar een eeuwig zielsverderf. Alleen in Hem ligt alles wat we nodig hebben tot de zaligheid. Daar- toe heeft Hij Zich van eeuwigheid Borg gesteld. In de volheid des tijds heeft Hij Zijn leven vrijwillig gegeven om zondaren uit het Sodom der wereld te verlossen, voordat de grote en doorluchtige dag des Heeren komt, en allen die in Sodom wonen voor eeuwig zullen omkomen in de poel van vuur en sulfer, hetwelk is de tweede dood. Daartoe roept de Heere ons nog ernstig en welmenend toe: ‘Haast, behoud u derwaarts’.

Lots aanstaande schoonzoons hebben diezelfde roepstem gehoord, maar het ongeloof deed hen ín Sodom blijven en mét Sodom omkomen. Lezer, is dat nog uw beeld? Haast u toch om uws levens wil. De tijd is voorts kort. U zegt: maar niemand kan zichzelf uit Sodom bren- gen. Echter, wat wij niet kunnen, kan de Heere. Hij heeft alle macht in de hemel en op aarde.

We moeten met Bunyans Christen de stad des verderfs leren verlaten. Dat kan alleen als de Heere er ons krachtig en onweder- standelijk uit gaat trekken. Maar dan mag er ook geen omzien zijn. Lots vrouw deed dat wel en werd een zoutpilaar.

Wat een ernstige les, wel uit Sodom gered, wel een uitwendige verandering in haar leven gekend. Maar niet behouden in Zoar aangekomen omdat er geen inwendige vernieuwing van haar hart en leven had plaatsgevonden. Ze had haar hart in Sodom achtergelaten en daarom keek ze om. Het werd haar eeuwige dood.

Grote haast

‘Haast, behoud u derwaarts’. Het kan niet langer uitstel verdragen. Er is grote haast bij. Jonge mensen, zoek het toch niet in het Sodom van de wereld, want Sodom zal worden omgekeerd. Het laatste oordeel is aanstaande. Nog is het genadetijd, maar de tijd is kort, en er is slechts een schrede tussen ons en de dood. Tot behoud zullen we de wereld moeten leren verzaken, onze oude natuur doden en in een nieuw, godza- lig leven moeten leren wandelen. Dan drijft de droefheid naar God uit tot de troon der genade. Rust noch vrede wordt dan gevon- den om mijn zonden in mijn beenderen dag en nacht.

Jong en oud, leerde u zich al haasten om uws levens wil? Dan hebt u geen rust voordat u het mag vinden in Christus, het Zoar der genade. Dan kunt u niet rusten in een uitleiding uit Sodom, in een uiterlijke verandering van uw leven. Maar dan is er het ootmoedig smeekgebed: ‘Vat Gij mijn hand, Uw goede Geest bestier mijn schre- den en leid’ mij in een effen land’.

Eeuwige vrede en veiligheid is alleen in Hem, Die meer is dan Zoar, Jezus Christus en Dien gekruisigd, en Die daarom alle eer toekomt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen