Sla mij met medelijden

Slaan

Het was een verdrietige mail die we rond deze vraag ontvingen. De vraagsteller was vastgelopen in traumatische jeugderva- ringen met ‘slaande ouders’. Het gaf strijd als het vijfde gebod aan de orde was en het schortte zeker aan de wenselijke houding: ‘en ook met hun zwakheid en gebre- ken geduld hebbe’… Naast het destijds gegeven advies om over deze zaken met een identiteitsgebonden psycholoog te spreken, willen we graag schrijven over het ‘scheve’ Godsbeeld.

Om te beginnen wijzen we erop dat de berijming van 1773 ‘Sla mij met medelijden, gelijk een vader doet’, niet geheel de Bijbelse woorden weergeeft. Zoals dat wel vaker voorkomt. We lezen onberijmd in Psalm 6 vers 2: ‘O HEERE, straf mij niet in Uw toorn, en kastijd mij niet in Uw grimmigheid’. Dat kastijden is zeker wel een geladen woord, zoals kanttekening 3 ons uitlegt: ‘Het Hebreeuwse woord betekent niet alleen bestraffen, onderrich- ten, onderwijzen met woorden, maar ook dikwijls met slagen en plagen’. Maar het is niet uitsluitend ‘slaan’ en het heeft te maken met bedreven zonde en gemaakte schuld. Verder geeft dezelfde kanttekening een leerzame verwijzing naar Jeremia 10 vers 24, waar we bijna dezelfde woorden lezen: ‘Kastijd mij, HEERE, doch met mate; niet in Uw toorn, opdat Gij mij niet teniet maakt’. Kanttekening 70 laat ons het verschil weten tussen het slaan met mate en het slaan in toorn. Als dat laatste - dus zonder medelijden - ons treft, worden we ‘teniet gemaakt’. De bede volgens genoemde kanttekening is dat de Verbondsgod niet: ‘vermindert, klein, weinig of gering maakt, dat is, niet verbrijzelt of vergruist, of zo klein maakt dat ik geen volk meer zij; hetwelk een gevolg is van de uitstorting des Goddelijken toorns, waarvan in het volgende vers. Dit wordt gesteld tegen de matige kastijding’.

Verder wijzen we erop dat Psalm 6 de eerste boetpsalm van David is. De koninklijke zanger heeft tegen God gezondigd. Hij weet dat de Heere hem straffen moet. Daarom vraagt hij niet dat de straf hem geheel onthouden wordt, maar dat het ‘met mate’ zou zijn. Ds. C.H. Spurgeon (1834-1892) laat David spreken: ‘Ik weet, dat ik gekastijd moet worden, en schoon ik terugdeins voor de roede, gevoel ik toch, dat zij mij nuttig is; maar, o mijn God, kastijd mij niet in Uw grimmigheid, opdat de roede geen zwaard wordt, en opdat Gij, terwijl Gij mij slaat, mij niet ook doodt’.

Medelijden

De berijmde regel spreekt over ‘medelijden’. Dat gaf toch wel bijzondere gedachten! Van de eeuwige God en Rechter, met Wie wij in rekening staan, worden we dan als het ware geleid naar de Middelaar. De bekende R.M. McCheyne (1813-1843) schreef eens deze woorden: ‘Ik wil in het voorbijgaan nog een reden noemen waarom Hij vlees is geworden, om medelijden te kunnen hebben met de mensen. Waarom Hij in alles den broederen moest gelijk worden, opdat Hij een barmhartig en een getrouw Hogepriester zou zijn in de dingen die bij God te doen waren, om de zonden des volks te verzoenen (Hebr. 2:17). Er is niemand die beter medelijden kan hebben dan zij die met ons kunnen meevoelen. Echt mens. U weet dat God tegen de Joden zei: Gij zult ook de vreemdeling geen overlast doen, noch hem onderdrukken; want gij zijt vreem- delingen geweest in Egypteland (Ex. 22:21). Zo zegt God ook tot Christus: Gij kent het hart des mensen. Dit is één reden waarom Hij vlees is geworden. U die verdrukte gelovigen bent, weet wat het zeggen wil een Vriend te hebben Die net zoals u in alle dingen is verzocht geweest’.

Lezer(es), zult u, zul jij geen harde gedachten van God voeden? Hij is ‘een zeer overvloedige Fontein van alle goed’ (NGB 1). Onze kwaal is dat we luisteren naar satan, die de Heere altijd ‘zwart’ maakt. Maar deze leugenaar moeten we geen gehoor geven. Integendeel, we moeten bedelen om rechte kennis van God. Zelfs Zijn ’slaande’ Vaderhand tot Zijn volk, waarover Psalm 6 spreekt, is nooit te vergelijken met het handelen van een aardse, zondige vader of moeder. ‘God is meerder dan een mens’ (Job 33: 12b). Volmaakt meer, in recht en genade!

Vraag?

Heb jij/hebt u ook een vraag? Mogelijke vragen over onderwerpen binnen de doelstelling van De Saambinder kun jij/kunt u mailen naar ds. B. Labee of hem per post toezenden (zie colofon). Er volgt -zo mogelijk- altijd een reactie.

Echter alleen als de redactie het waardevol acht voor de lezers, volgt een antwoord op jouw/uw vraag in een nummer van De Saambinder.

Graag wel wat geduld. Er liggen nog tientallen vragen op een reactie te wachten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen