Het begin van Johannes

evangelie. Daarom vraagt deze leeswijzer nu onze aandacht. Het eerste evangelie (Mattheüs) begint met het geslachtsregister van Christus. Het tweede (Markus) begint direct met Johannes de Doper. Het derde (Lukas) met een korte opdracht aan Theó- filus. En het vierde (Johannes) met een grondleggend Voorwoord. Deze inleiding op het Evangelie van Johannes vormt de leeswijzer voor het hele boek. Het is dus niet slechts bedoeld voor deze dagen rond Kerst. Vanuit deze inleiding lopen er duidelijke lijnen naar élk gedeelte van het Jo

Wanneer we deze achttien verzen uit Johannes 1 lezen, dan is het nog niet zo eenvoudig om die in eigen woorden samen te vatten. Toch is het de moeite zeker waard! We willen daarvoor verwijzen naar het kader dat bij dit artikel is afgedrukt. Dat is bedoeld om u een overzicht aan te reiken bij de overdenking, niet slechts van deze achttien verzen, maar van alle 21 hoofdstukken uit het Johannesevangelie.

Veel namen

In dit overzicht valt het op dat het vooral uit namen van de Middelaar bestaat. Johannes, de oorspronkelijkjonge visser uit Galiléa, mag in dichterlijke verwoordingen zijn Zaligmaker belijden. Dat doet hij op zo'n schone wijze dat het de ziel van de kerk der eeuwen steeds weer raakt. Dit is nnes- nog maar het begin van Zijn dus een lied voor de hele kerk. Dan is Kerst Middelaarsheerlijkheid. Dan is Zijn vleeswording nog maar het begin van de troost. Want zelfs na de opstanding, in hoofdstuk 21, klinkt het nog uit de mond van de schrijver: 'Het is de Heere'(Joh. 21:7).

Nu gaat het erom of wij deze Heere ook zo mogen kennen. Of we Hem ook mogen volgen, van Zijn vleeswording tot Zijn eeuwige glorie. Of wij geloofsogen hebben ontvangen om Hem te zien in Zijn onuitsprekelijke schoonheid. Wie is Hij dan?

Het Woord

Hij is zoals Hij héét. Ga het vers voor vers maar na. We zien zijn namen als uitdrukking van Zijn werken en wezen. Hoe Hij werkelijk is! Binnen het beperkte bestek van dit artikel kunnen we niet alle namen nagaan. Maar we beginnen met Zijn naam 'het Woord' (vers 1). Een woord geeft uitdrukking aan onze gedachten. We hebben de gave van onze Schepper gekregen om datgene wat we denken uit te drukken in woorden. Nu, Gods eeuwige gedachten worden vertolkt in het beschreven Woord, de Heilige Schrift. Dat is de eerste betekenis van'het Woord'.

De tweede betekenis is die van de naam van de Middelaar. Hij heet'het Woord! omdat Hij ook werkelijk uitdrukt wat de eeuwige gedachten van God drie-enig zijn. Leest u het laatste vers (18) maar: 'Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, Die in de schoot des Vaders is, Die heeft Hem ons verklaard'.

'Het Woord'vormt dus de verbinding tussen de verzen 1 en 18, met alles wat daartussen staat. Wat een rijkdom van de Godsopenbaring in deze Christus!

‘Het is de Heere’

Vervolgens zien we de lijn van de wezenlijke eenheid - sinds Bethlehem - van de eeuwige Zoon van God en de Gekomene in de wereld. Want het Woord is 'vlees geworden'. De lijn van de eeuwige Schepper en Bezitter, Die Hij is en blijft, en Die onder ons in tenten heeft gewoond. Een vos heeft nog een hol, een vogel een nest, maar Hij had niets. Zelfs in Zijn doodsuur had Hij geen kussen om Zijn hoofd op neer te leggen. Hij Die het leven werkt en het leven is, ging de dood in. Hij Die het licht schiep en is, hangt in de drie uur durende duisternis te roepen in Godverlatenheid.

'Het is de Heere) zo houdt Johannes ons voor. Hij is zelfs 'mijn Heere en mijn God', zo tekent hij op uit de mond van Thomas (Joh. 20:28).

(Niet) aannemen

Het gaat om dit persoonlijk kennen van deze Middelaar, zoals Thomas dat belijden mocht. Ontroerend, dat de wereld die door Hem Zelfgeschapen is. Hem niet kent (vers 10). Maar nog aangrijpender is het dat de Zijnen Hem niet hebben begeerd (vers 11). De Zijnen, als Zijn eigen volk Israël, Zijn tijdgenoten, ze zitten vast in hun eigen voorstellingen van de Messias, in eigen opvattingen van het heil, in veelsoortige eigengerechtigheid, zoals in dit Johannesevangelie uitvoerig blijkt. Wat een hardnekkig verzet van serieuze kerkmensen. Want er is geen hardnekkiger vijandschap tegen God en Zijn gekomen Christus dan godsdienstige vijandschap.

Dit'niet aannemen'geldt zelfs de Zijnen, Zijn verkoren volk uit Jood en heiden. Want daarvan geldt wat Jesaja tot hun beschaming eerlijk belijdt, dat 'Hij veracht was, en wij Hem niet geacht hebben' (Jes. 53:3)- Wanneer er voor de Vernederde geen plaats gemaakt wordt, zullen we Hem dus niet aannemen. Hoe dichtbij 'het Woord'ook is.

Wedergeboorte nodig

De Bron van genade en waarheid is Hij. Hij werkt en verkondigt soevereine genade, en waarheid in de diepe zin van het Woord. Hij is de Eniggeborene van de Vader en tegelijk het vlees geworden Woord. Wie ziet'Zijn heerlijkheid? Dat is weer zo'n kenmerkend Johannes-woord. We herkennen er het woord 'eer' in. Zo komt God namelijk aan Zijn eer. Door de genadige tegenwoordigheid in déze Christus Jezus (vers 17). Hij komt alleen aan Zijn eer, wanneer genade en waarheid in ons leven verheerlijkt worden, genade en waarheid in de gangen van Zijn vernedering, maar ook in de gangen van Zijn verhoging.

Sinds Hemelvaart is Hij weer'in de schoot des Vaders'(vers 18). Hij is in de schoot des Vaders om alles van de Vader te verklaren: Vaders welbehagen en Vaders recht, Vaders deugden en Vaders eer. Zijn die al in uw hart'verheerlijkt? Dan is er een begin uit God. Dit is een zaak die in het vierde evangelie benadrukt wordt: het'uit God geboren'worden (vers 13). Wedergeboorte is voor ons allen dringend nodig. Maar door dit vlees geworden Woord is dat ook mogelijk. Wedergeboorte als het begin van alle geestelijke leven, als de ontplooiing en ten slotte ook de eeuwige voltooiing ervan. Dan alleen, maar dan ook zeker is er een (geloofs)zien van Zijn onuitsprekelijke heerlijkheid.

Dit zien wordt een 'aanschouwen' (vers 14) genoemd, een aanschouwen met zielsin- nige vrede en vreugde. Dan is er zelfs een aannemen met de hand des geloofs (vers 12). Zalig wie deze Middelaar zo eigenen mag, in Zijn heerlijkheid, vol van genade en waarheid. Werkelijk Goddelijk vol! Mild en overvloedig. Zou er dan in Hem een tekort zijn? W

Overzicht van de inleiding op het Johannesevangelie 1:1-18

1. 'HetWoord'alsnaamvande Zoon van God

2. Hij is van eeuwigheid God

3. Hij is de Schepper

4. Hij is het Leven

5. Hij is het Licht

6-8. Hij is het Voorwerp van het geloof

9. HijisdeGekomeneindewereld

10. Hij wordt door de wereld niet gekend

11. Hij wordt door de Zijnen niet aangenomen

12 en 13. Hij is de Oorzaak van het kindschap, namelijk door wedergeboorte

14. De kerntekst: d it 'Woord' wordt door het geloof gekend als de Eniggeborene van de Vader, vleesgeworden en vol van genade en waarheid

15. Hij is de Eeuwige

16. Hij is de Bron van genade

17. Hij is de Bron van waarheid

18. Hij verklaart de Vader

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen