Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

God, de Kassier der armen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

God, de Kassier der armen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

1 Koningen 17:4 En het zal geschieden dat gij uit de beek drinken zult; en Ik heb den raven geboden, dat zij u daar onderhouden zullen.

Het opschrift boven dit stukje is de titel van een boek van de Engelse predikant William Huntington (1745-1813). Hij was in armoede geboren en moest zijn geld verdienen als kolensjouwer. Ook als predikant heeft hij vaak in armoede geleefd. Maar hij mocht ervaren dat de Heere hem uit die nood hielp. Daar heeft hij dat boek over geschreven. Over wonderlijke uitreddingen, vooral uit financiële noden. God heeft een bank, zo schrijft hij: de bank van het geloof. En Hij betaalt arme mensen die het van Hem verwachten. Hij beheert de kas, Hij is de Kassier. Hij zorgt voor hen, niet alleen geestelijk, maar ook lichamelijk en maatschappelijk. We zien dat ook heel duidelijk bij Elia.

Elia kreeg dus van de Heere het bevel om naar de beek Krith te gaan. Hij moest de woestijn in. Maar dat heeft hem natuurlijk de vraag doen stellen, waar hij dan van moet leven? Hoe komt hij daar nu aan vlees en aan brood? Wel, de Heere geeft bij het bevel ook een belofte. Hij belooft dat Hij raven zal zenden en die zullen hem van zijn levensbehoeften voorzien. God belooft dat hij voor Elia zal zorgen. Op een wonderlijke manier.

Want raven zijn onreine vogels. Het zijn roofvogels, aaseters. En het zijn bovendien alleseters. Wat ze te pakken krijgen, dat verslinden ze. Brood en vlees en noem maar op. Er blijft niets over. Ze vreten alles op wat ze te pakken krijgen. En uitgerekend deze vogels gaat de Heere gebruiken om Elia te eten te geven. En nu verandert de Heere bij deze vogels hun natuurlijke aanleg. En als ze nu een stuk vlees of brood vinden, dan brengen ze het bij Elia. Ze eten het niet zelf op. Ze brengen het als gewillige dienstboden van de Heere bij Zijn knecht.

Maar dan kunnen we de vraag stellen: waar halen ze dat allemaal vandaan? Het zal toch wel goed en voedzaam voedsel geweest zijn. Dat vlees zal natuurlijk geen aas geweest zijn, dat uit een dood dier gescheurd is dat al een dag lag te rotten. En dat brood dat zal ook niet een week op straat hebben gelegen en oud en beschimmeld bij Elia zijn gebracht. Dat zal vers vlees en vers brood geweest zijn.

En waar die raven dat dan vandaan haalden? Ik weet het niet. Het staat niet in de Bijbel. Sommigen denken dat ze dat uit het paleis van Achab hebben gehaald. Dat zou goed kunnen, maar we weten het niet.

In ieder geval is dit duidelijk: Gód zorgt ervoor dat ze het hebben. Elke dag. God zorgt er elke dag voor dat er vers voedsel is voor Zijn knecht. Want Hij gaat over het voedsel, volgens psalm 145: 15: Aller ogen wachten op U, en Gij geeft hun hun spijze te zijner tijd.

En in Zijn almacht weet de Heere wel wegen te vinden om elke dag brood en vlees bij Elia te bezorgen.

En laten we niet alleen letten op die raven. Want ook dat water is bijzonder. Ook in de gewone dingen moeten we de zorg van de Heere opmerken. Niet alleen in die raven, maar ook in dat rustig voortkabbelende water van de beek bewijst God dat hij Gebieder is. Alles gaat zoals het gaat omdat Hij zijn knecht onderhoudt. En ook in dat water mag Elia de zorg van de Hemelkoning zien. Elia mag leven uit Gods Vaderlijke hand. En dat vele dagen en maanden.

Wat wij leren, is dat Heere getrouw Zijn beloften vervult. God belooft en maakt waar. Precies zoals hij het gezegd heeft. In duren tijd en hongersnood. De Heere is een Waarmaker van Zijn woord.

God heeft gezegd dat Elia uit de beek zal drinken, en: er zít water in de beek.

God heeft gezegd dat Hij de raven zendt en: ze kómen met brood en vlees.

Elke dag weer blijkt Gods trouw twee keer.

En zo heeft Hij dat al zo vaak gedaan. Zoals William Huntington en vele anderen dat hebben ondervonden. Huntington schrijft in zijn boek: ‘Als de haren van ons hoofd allemaal geteld zijn, hebben we reden te geloven dat dat ook zo is met onze noden. En wanneer God er voor zorgt dat onze haren niet op de grond vallen, voorziet Hij zeker ook in onze noden.’

Mag jou dat ook weleens onderwijs en troost geven? Juist als je niet weet hoe het moet?

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 juni 2022

Bewaar het pand | 12 Pagina's

God, de Kassier der armen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 juni 2022

Bewaar het pand | 12 Pagina's