Ware Vrijheid
Wat is vrijheid? Wanneer ben je echt vrij? Wij denken vrij te zijn, maar zijn van nature gevangenen van de satan. In ware vrijheid geschapen, maar door onze diepe val in de gevangenis gekomen. In ons teksthoofdstuk spreekt Jezus tot de Joden over Zijn Vader. Velen, onder de indruk van Zijn woorden, geloofden in Hem (vs. 30). Het is vandaag niet anders. Velen geloven, maar het blijkt niet bij ieder het ware geloof te zijn. Zo ook in de tekst. Christus is de grote Hartenkenner en in dat licht moeten we verder lezen. Jezus wijst erop dat de echtheid van het geloof moet blijken: ‘Indien gijlieden in Mijn woord blijft, zo zijt gij waarlijk Mijn discipelen; en zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken’ (vs. 31-32). Echt geloof is niet het enthousiasme van een moment, maar een blijvend volharden in Zijn Woord.
De Joden vliegen op: ‘Wij zijn Abrahams zaad, en hebben nooit iemand gediend; hoe zegt Gij dan: Gij zult vrij worden?’ (vs. 33). Christus sprak over geestelijke vrijheid, maar dát verstaan ze niet. Ze willen niet onder de heerschappij van een ander leven. Ze hoeven niet bevrijd te worden, want ze zíjn vrij. En al is er dan de Romeinse overheersing, ze hebben in ieder geval hun godsdienstige vrijheid, waarvan stad, tempel en de Wet des Heeren de tekenen zijn. Ze willen iets zijn voor God met hun stipte godsdienstbeoefening en wetsbetrachting. Ze vragen niet naar bevrijding en hebben Jézus al helemaal niet nodig om geestelijk vrij te worden. Wat een vreselijke vergissing. Het roemen op het zijn van Abrahams zaad, zónder waar geloof, ís geen echte vrijheid. Buiten de geloofsgemeenschap in en door Christus met de levende God, zijn ze niet werkelijk vrij. Dat geldt ook vandaag nog!
‘Jezus antwoordde hun: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Een iegelijk, die de zonde doet, is een dienstknecht der zonde’ (vs. 34). Zolang je onder de macht van de zonde ligt, ben je niet vrij. Dan ben je een slaaf van de zonde, ondanks je wettische vroomheid. Dan kun je niet anders dan zondigen. Dan ben je als het ware aan handen en voeten gebonden en kun je jezelf met de beste wil van de wereld niet losmaken. En je kunt met ijzeren, zilveren of zelfs gouden ketenen gebonden zijn: er kan sprake zijn van grove zonden, van meer onopvallende of zelfs heel vrome zonden.
Is er bevrijding uit die ketenen? Ja! Hoe dan? Christus Jezus is in de wereld gekomen, ‘opdat Hij degenen, die onder de wet waren, verlossen zou, en opdat wij de aanneming tot kinderen verkrijgen zouden’ (Gal. 4:5). Gods Zoon werd Borgtochtelijk met onze banden gebonden. Hij heeft de eis van de Wet en het verbroken werkverbond op Zich genomen en volkomen vervuld. Hij verlost hen, die aan de dienstbaarheid onderworpen waren. De strik brak los en wij zijn vrijgeraakt. Weet u daarvan? Uw schuld betaald, uw zonden verzoend? Aangenomen tot kind en erfgenaam? Dan bent u werkelijk vrij. Vrij van de schuld én de macht der zonde. De kracht van het bloed van Gods Zoon, door het ware geloof gekend en omhelsd, doet de (r)echte vrijheid beleven. In Hem is de deur tot de ware vrijheid geopend. .
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 mei 2023
Zicht op de kerk | 32 Pagina's
