Oud En Nieuw
Terugkijken Of Het Oog Op De Toekomst?
Het jaar 2022 is bijna voorbij. Een jaar waarin veel is gebeurd. Zo de Heere het geeft, gaan we binnen enkele dagen de jaargrens over en begint er weer een nieuw jaar. Er wordt veel gezegd en geschreven naar aanleiding van de jaarwisseling. Beschouwingen over wat geweest is, over plannen die worden of zijn gemaakt voor wat komt. Op zich allemaal niet verkeerd, maar het gaat daarbij vrijwel altijd over het tijdelijke, het blijft in het ‘horizontale’ zoals we weleens zeggen. Paulus heeft een andere benadering in zijn brief aan de Filippenzen, hij schrijft daar: ‘Maar één ding doe ik, vergetende hetgeen dat achter is, en strekkende mij tot hetgeen dat voor is, jaag ik naar het wit tot den prijs der roeping Gods, die van boven is in Christus Jezus.’
Terugkijken
Uit de intro zou u zomaar kunnen opmaken dat terugkijken niet zo nodig is. Dat misverstand wil ik direct wegnemen. Het verleden is niet zonder belang. Reflectie op wat is gedaan, wat werd meegemaakt en wat het heeft uitgewerkt, is altijd goed. Daar leren we van en kunnen er ons voordeel mee doen. We hebben onze taak en roeping op de plaats waar we gesteld zijn en moeten die zo goed mogelijk invullen. Lessen uit het verleden zijn daarbij belangrijk. Er zijn nogal wat gezegden die dit bevestigen, zoals: ‘Wie het verleden niet kent, begrijpt het heden niet.’ of ‘Een volk dat zijn geschiedenis niet kent, is veroordeeld om die te herhalen.’ en, om niet meer te noemen, nog een citaat: ‘Als het volk zijn eigen volkshistorie niet kent, dan zakt het weg in materialisme of het laat zich verleiden tot allerlei wild idealisme’ (H. Algra).
Ik ben bang dat er veel historisch besef weg is en dat we een tijd beleven waarin het materialisme de overhand heeft, naast de ik-gerichtheid. Die gaan hand in hand; en het oog op de naaste wordt minder en minder. Als we dan terugkijken, en laat ik me maar beperken tot ons eigen land, dan is het overheersende beeld dat er crises zijn geweest - en er nog zijn - waar we geen uitweg uit zien. Ik noem een paar dingen: corona, stikstof, woningmarkt en huisvesting, vluchtelingen, gas- en stroomprijzen, inflatie, wachtlijsten in de zorg. Het zijn allemaal zaken die te maken hebben met onze welvaart en voor een deel hun oorzaak vinden in de oorlog tussen Rusland en Oekraïne. De gevolgen in de gezinnen moeten niet worden onderschat. Een grote zorg daarbij is dat er in het afgelopen jaar van al deze problemen niets is opgelost en ze allemaal meegaan naar het nieuwe jaar. Ik ga dat hier niet verder uitwerken, de media schrijven er bijna dagelijks over.
Er is nog iets dat genoemd moet worden, en dat betreft de ethiek. Wat gebeurt er met de waarden en normen? Als we die afzetten tegen wat de Bijbel ons voorhoudt, kunnen we dan in het afgelopen jaar een verbetering zien? De vraag stellen is haar beantwoorden. Op allerlei terreinen zien we dat we als land en volk los willen komen van God en Zijn heilzame inzettingen. Ook hierbij zou veel te noemen zijn. Een paar punten: het doden van ongeboren kinderen en euthanasie, de zondagsrust, het hele gendergebeuren dat met een ongekend fanatisme wordt verbreid. Wie daarin niet mee kan of wil gaan, wordt het leven zuur gemaakt. Een voorbeeld daarvan zijn de voortdurende felle aanvallen op de reformatorische scholen. Zo werden er tijdens de behandeling van de onderwijsbegroting 2023 in de Tweede Kamer vragen gesteld over de identiteitsverklaring. PvdA-Kamerlid Habtamu de Hoop vroeg daarbij hoe een 13-jarige homoseksueel die net verliefd is geworden, zich veilig zou voelen op een school die aan ouders vraagt die verklaring te tekenen. In hetzelfde debat vroeg BIJ1 fractievoorzitter Sylvana Simons om een ‘grootschalig en uitgebreid onderzoek’ naar het gebruik van identiteitsverklaringen in het reformatorisch onderwijs. Volgens haar onderdrukken en discrimineren die verklaringen de lhbti kinderen (RD 24-11-22).
Samenvattend: terugkijken is goed, je moet ervan leren. Te vrezen valt dat we als land en volk op veel terreinen ziende blind en horende doof zijn. Dat lessen uit het verleden niet worden getrokken. Dat we niet willen weten van Gods inzettingen. Dan moeten we zeggen: ‘O land, land, land, hoor des Heeren Woord!’ (Jer. 22:29).
Het Oog Op De Toekomst
Als terugkijken een somber beeld oplevert, zoals we dat in de samenvatting hebben verwoord, is er dan voor wat betreft de toekomst wel iets positiefs te verwachten? Als we op de omstandigheden zien, dan moet het antwoord zijn: nee. Als we verder zien en het van de Heere verwachten, dan is er wel toekomstverwachting. Leest u Leviticus 26 maar eens op uw gemak. In mijn Bijbel staat als opschrift boven dit gedeelte: ‘Beloften aan hen die naar Gods wet leven en bedreiging der overtreders’. In een andere Bijbel staat: ‘Zegen en vloek’. In de tekst van het hoofdstuk ziet u dat de Heere, nadat Hij als voorwaarde gesteld heeft dat het volk zich aan de wetten van de Heere zal houden, regen zal geven op zijn tijd en dat het land zijn inkomst zal geven en het geboomte zijn vrucht. Hier zien we heel nadrukkelijk dat in het houden van Gods geboden een groot loon ligt, zoals Psalm 19 dat zegt. Tegelijk moet gezegd worden dat als het ons alleen om de zegen te doen is, we niet anders zijn dan de rijke jongeling. Het onderhouden van Gods geboden moet allereerst voortkomen uit liefde tot God. Het niet willen ingaan tegen Zijn inzettingen. Daar moet het ons om te doen zijn. Uit genade wil Hij dan niet alleen de tijdelijke zegen schenken, maar ook leiden op de weg tot Hem. Daarbij is de Heere zo lankmoedig en barmhartig dat Hij, zelfs in het geval dat zij de vloek over zichzelf afroepen, nog een weg terug uit de ballingschap komt voor te houden.
Kijkend naar de toekomst mag een ander aspect niet onbesproken blijven. We beleven bijzondere tijden. De oorlog in Oekraïne heeft het hele wereldgebeuren veranderd, Oost en West staan scherp tegenover elkaar. Maar niet alleen hier, ook op andere plaatsen worden dreigementen geuit, zoals door Noord-Korea tegen het zuidelijk deel van het schiereiland, en door China met betrekking tot Taiwan. Verder zijn er aardbevingen en grote branden van een omvang die we ons niet kunnen voorstellen en die we ook niet eerder zagen. De Heere bepaalt ons erbij dat de aarde eindig is en dat Hij gaat wederkomen. Wij weten niet wanneer; wij kunnen er niet aan rekenen. Onze tijdrekening is anders dan die van de Heere. Petrus zegt daarvan: ‘Doch deze ene zaak zij u niet onbekend, geliefden, dat één dag bij den Heere is als duizend jaren, en duizend jaren als één dag’ (2 Petr. 3:8).
Als we dit alles op ons laten inwerken zien we dat het tijdelijke maar betrekkelijk is. Het gaat allemaal voorbij. Dat neemt niet weg dat we onze plaats in de maatschappij hebben in te nemen en onze talenten hebben te gebruiken. Dat mogen en moeten we doen met dezelfde intentie die Paulus uitsprak in de tekst waarmee we dit artikel begonnen: ‘jaag ik naar het wit tot den prijs der roeping Gods, die van boven is in Christus Jezus.’ Dat is jagen naar de volmaaktheid. Daartoe is hij door Christus Jezus gegrepen. Op aarde zal dat nooit bereikt worden. Dat komt pas bij de wederkomst. Als we daarnaar uitzien wordt het werkelijkheid: ‘vergetende hetgeen dat achter is, en strekkende mij tot hetgeen dat voor is’.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 december 2022
Zicht op de kerk | 32 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 december 2022
Zicht op de kerk | 32 Pagina's