‘Voer de discussie op een respectvolle manier’
Interview met Jan Nathan Rozendaal, burgemeester van de gemeente Elburg
Geven politici en bestuurders het goede voorbeeld aan burgers? Bij het onderwerp omgangsvormen zou die vraag centraal moeten staan. Een regelmatige blik in de spiegel kan geen kwaad. Want geen mens is zonder gebreken. Het zoeken van het gesprek met elkaar is van belang om de klare wijn die de SGP wil schenken niet te vertroebelen door twist en venijn.
In onderzoeken van het Sociaal en Cultureel Planbureau geven veel Nederlanders aan dat zij de verruwing van de omgangsvormen in de openbare samenleving als een van de grootste maatschappelijke problemen ervaren. Als het gaat over de manier waarop mensen in de publieke ruimte met elkaar omgaan, hoe ziet u dan uw eigen taak en rol als burgemeester?
Op dit vlak zie ik als burgemeester voor mij in de eerste plaats een rol als burgervader. Dat is een belangrijk aspect van het burgemeesterschap. Wanneer het gaat over waarden, normen en de manier waarop je met anderen omgaat, heb je als burgemeester vooral een voorbeeldfunctie. Je zet de norm voor wat wel en wat niet acceptabel is. Zoals vaders dat doen in gezinnen, zo doet de burgervader dat voor de bredere gemeenschap. Ik merk ook dat sommige mensen het van je verwachten dat je als burgemees-ter iets zegt van een ontregelde situatie in het dorp of ongewenst gedrag in de publieke ruimte.
Dat is herkenbaar. Zijn mensen niet te snel geneigd om bij problemen in de buurt de politie in te schakelen, terwijl het meer voor de hand ligt om als buren elkaar aan te spreken en eerst te proberen er samen uit te komen?
Bij de installatie als burgemeester van Elburg in oktober 2017 heb ik in mijn speech voor het onderwerp ‘samenwerking’ gekozen. Drie zaken zijn daarbij van grote betekenis. In de eerste plaats vertrouwen. Om goed met elkaar te kunnen samenwerken moet er sprake zijn van onderling vertrouwen. Wanneer je de ander wantrouwt, krijg je ook wantrouwen terug. Maar omgekeerd werkt het ook: wie een sfeer van vertrouwen creëert, wekt vertrouwen bij anderen. Het tweede is: probeer nu eerst eens de ander te begrijpen voordat je zelf begrepen wilt worden. Dat is een mooie uitspraak van Franciscus van Assisi (1181-1226). En het derde is: praat vooral met elkaar in plaats van over elkaar.
Als het gaat over de vraag hoe je zo goed mogelijk met elkaar kunt samenleven en ook samen kunt besturen uiteraard, dan benadruk ik deze drie grondregels. En begrijp me goed, ik ben geen pilaarheilige. Ik doe meer dan eens wat verkeerds. Het komt erop aan om dan eerlijk te zijn naar anderen toe, de ander met een open houding tegemoet te treden.
Uit uw woorden leid ik af dat de sleutel voor het goed met elkaar kunnen samenleven toch wel bij de mensen zelf ligt, niet zozeer bij de bestuurders. Verbeter de samenleving, begin bij jezelf. Maar als mensen niet willen, heb je als bestuurder weinig tools om dat te kunnen repareren.
Samenleven is een werkwoord. Dat klinkt misschien wat clichématig, maar de waarheid ervan blijkt in de praktijk telkens weer. Je moet hiervoor een inspanning leveren, het gaat niet vanzelf. Zowel de burger als de bestuurder heeft daarin een verantwoordelijkheid.
Spelen er in Elburg kwesties die de uitkomsten van het SCP-onderzoek bevestigen?
In allerlei staatjes over veiligheid en sociale samenhang komt de gemeente Elburg er positief uit. Een factor die daarbij een rol speelt, is dat hier op de Noordwest-Veluwe een aanzienlijk deel van de bevolking de christelijke waarden en normen deelt. Daardoor is er wel een soort van gemeenschappelijk basis over wat wel en niet kan of mag, wat fatsoenlijk gedrag is. Dat betekent heus niet dat er nooit iets zou voorvallen. Ook Elburg ligt buiten het paradijs, zal ik maar zeggen. Burenruzies en dergelijke spelen hier ook. Ook in onze gemeente voert buurtbemiddeling op jaarbasis gemeten best wat gesprekken. Soms komen buren er met zo’n bemiddeling onderling niet uit en ga ik als burgervader het gesprek aan.
Dan verbaas ik mij overigens wel eens waar het conflict dan precies over gaat. Een schutting tussen de beide achtertuinen waar een klimop overheen groeit, wat bij de buren een onverkwikkelijk gevoel geeft. Door acties over en weer escaleerde de situatie zodanig, dat het geschil niet op een normale manier viel bij te leggen. Gelukkig is dit met een paar goede gesprekken en gerichte adviezen weer genormaliseerd.
In dergelijke situaties raakt mr. Frank Visser, de rijdende rechter, ook met enige regelmaat verzeild. Daar moet ik dan weer aan denken.
Ja, het is ongetwijfeld herkenbaar. De trend is helaas wel dat we dergelijke burenruzies zien toenemen. Mensen kunnen blijkbaar minder van elkaar verdragen of men weet geen manier te vinden om tot een minnelijke schikking te komen.
Over de koopzondagen was er dit voorjaar een hoog oplopende politieke twist in Elburg. Hoe zorg je dan als burgemeester voor olie op de golven?
Over dit oplaaiende conflict heb ik mij echt zorgen gemaakt. Er werd een kloof in de samenleving zichtbaar die vervolgens tot een politieke strijd tussen twee kampen leidde. Die kloof kwam op drie manieren naar voren. Aan de ene kant heb je de autochtone Veluwenaren die gewend zijn dat op zondag winkels gesloten zijn. Dat zijn overigens niet alleen kerkgangers. Daar tegenover staan dan de mensen met een andere inslag, zeker als ze uit het westen van het land komen. Zij begrijpen niet waarom de gemeente Elburg op dit punt van de rest van het land afwijkt. Uiteraard speelt ook de tegenstelling tussen christenen en niet-christenen een rol. En verder heeft men hier in de gemeentepolitiek nogal eens het gevoel dat de stad Elburg tegenover het dorp Doornspijk staat, waarbij men in Elburg uiting geeft aan het gevoel dat het veel behoudender Doornspijk met z’n vele agrariërs hier in de gemeente de dienst wil uitmaken.
Het debat over de koopzondagen legde dus ineens meerdere onderhuidse tegenstellingen in de samenleving bloot. Wat de twist een extra scherp kantje gaf, was de coronacrisis, waardoor er haast geen toerist meer naar de Elburger vesting kwam en de horeca gesloten was. De ondernemers in Elburg die vooral afhankelijk zijn van het toerisme, zagen hun omzet tot wel 90% terugvallen. Dat is niet mis! Zij wilden graag op zondag open. De gemeenteraad hield echter vast aan het bestaande beleidskader. En dat leidde tot groot onbegrip bij de ondernemers. Het water stond ze immers aan de lippen. Vervolgens kwamen er spotprentjes in de stad te hangen waarop de kerken en predikanten op de hak werden genomen. Maar ook van de andere kant gooiden christenen olie op het vuur door Bijbelteksten op papier te zetten en bij ondernemers door de brievenbussen te doen. Met die manier van omgaan met de Heilige Schrift had ik grote moeite. Persoonlijk vind ik dat daar weinig christelijke liefde van uitgaat en dat doet het getuigenis zeker geen goed. Ondernemers gaan dan al gauw denken dat zij van christenen helemaal niets mogen.
Waar was u vooral bezorgd over?
De manier waarop dit conflict van beide kanten werd aangewakkerd, was vooral niet goed voor de onderlinge verhoudingen in de samenleving. Daar ben ik enorm van geschrokken. Om die reden heb ik een oproep gedaan: beste mensen, ieder kan grondig van mening verschillen met de ander, maar voer de discussie alstublieft op een respectvolle manier. Of je nu liberaal of christen bent, je kunt er allebei heel principieel in staan, maar laat wel ieder mens in z’n waarde ongeacht de overtuiging die hij of zij heeft. Het blijkt dat het behoorlijk lastig is om echt het gesprek met elkaar te zoeken bij zo’n gevoelig liggend onderwerp. Een maatschappelijk platform daarvoor ontbreekt.
Speelt hierbij misschien ook een rol dat de discussie deels via sociale media wordt gevoerd? Mensen zitten thuis achter hun computer of kijken naar het scherm van hun smartphone en geven dan woorden aan hun mening. Doordat mensen elkaar niet in de ogen kijken, verloopt het gesprek heel anders en gebruiken mensen vaak veel scherpere bewoordingen, die anderen dan weer totaal niet kunnen plaatsen en vervolgens daarop dan weer fel reageren.
Inderdaad. Er ontstaat door het verbale geweld een heel negatieve sfeer. De gemeenteraadsleden zijn zelf veelal ook actief op sociale media, zij lezen al die berichten in ongezouten bewoordingen. Dat roept bij hen een gevoel van onveiligheid op. Wat gaat er gebeuren als ik zus of zo ga stemmen? Ook al is er geen concrete dreiging, toch bekruipt raadsleden de vraag of hun autobanden nog wel heel blijven als ze in de raad voor hun mening uitkomen. Mensen die op sociale media hun standpunt in stevige bewoordingen uiten en daarbij ruwe taal uiten richting politici, moeten wel beseffen dat hun woorden hard aankomen. Vaak blijkt overigens dat als je mensen later persoonlijk aanspreekt op hun stevig getoonzette post op facebook, dat ze dan vaak meteen toegeven: ‘O ja, sorry, ik werd boos en was even te snel met mijn reactie.’ Gemeenteraadsleden hebben gezamenlijk ook een voorbeeldfunctie. Het debat mag op het scherp van de snede worden gevoerd, maar op een gegeven moment moet er ook beleid worden gemaakt en is het nodig om tegenstellingen te overbruggen. Raadsleden van verschillend pluimage kunnen aan burgers laten zien op welke manier zij daarin slagen. Bij het zoeken naar oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken kun je namelijk niet of niet altijd helemaal aan je eigen mening vasthouden, maar is het nodig om een beweging naar de andersdenkende toe te maken. Als raadsleden niet laten zien hoe dat moet, dan kun je ook niet van de samenleving verwachten dat daar kloven overbrugd gaan worden.
Bij een dispuut over zondagsopenstelling lijkt me dat wel een lastige. Voor beide kampen ligt het vaak heel principieel. En de opties ‘winkels gesloten’ of ‘winkels open’ sluiten elkaar uit.
Ja, bij dit specifieke thema zie ik niet hoe christenen en liberalen er met elkaar gaan uitkomen, vanwege de tegengestelde en diepgewortelde uitgangspunten aan beide kanten. Maar ik wil hier nog wel iets aan toevoegen. Want waar christenen de meerderheid hebben in een gemeenteraad, moeten zij extra alert zijn om het contact met een deel van de samenleving niet te verliezen. Niet-christenen krijgen in zo’n situatie al snel het gevoel dat er met hun visie helemaal geen rekening wordt gehouden of zelfs dat ze onderdrukt worden. Het vereist van christelijke raadsleden om dan extra voorzichtig met hun macht om te gaan en vooral goed te luisteren naar andere stemmen in de samenleving.
Van de politici naar de burgers. Ruim 15 jaar terug werden onder andere in Rotterdam en Gouda gedragsregels voor de openbare ruimte vastgesteld. In Rotterdam ging dat onder de titel ‘Doe effe normaal’ en Gouda deed het met tien Goudse stadsregels. Ik vermoed dat Elburg niet zulke gedragsregels heeft gepubliceerd. Maar hoe kijkt u als burgemeester tegen dat fenomeen aan?
Nee, de gemeente Elburg heeft bij mijn weten nooit zulke gedragsregels uitgevaardigd. Ik denk dat de problematiek, zoals Gouda en Rotterdam die ruim vijftien jaar terug kenden, hier in Elburg nauwelijks speelde. Vanuit mijn gevoel sprekend, komen zulke regels op mij nogal moraliserend over, ook al zijn ze zo beslist niet bedoeld. In Elburg zie ik niet veel reden om dergelijke gedragsregels voor de openbare ruimte op te stellen.
Wel zijn er acties tijdens de zogenoemde jaarlijkse ‘week van respect’. Dan worden vanuit de Elburger politiek gastlessen op scholen verzorgd door de leden van het college en van de raad. Een deel van de jeugd geeft wel eens wat overlast. Via zo’n gastles spreken we de jongelui aan op hun gedrag. Als ze bijvoorbeeld ergens in de buitenruimte chillen, is het wel zo fijn als ze daar dan geen troep achterlaten.
Zou het thema ‘omgangsvormen’ ook binnen SGP-verband aandacht behoeven? Heeft u misschien suggesties voor bestuurders en politici van SGP-huize elders in den lande?
In het verband van de Bestuurdersvereniging SGP heb ik een kleine twee jaar terug meegewerkt aan het opstellen van een document waarin de kernwaarden van de SGP in het lokaal bestuur worden omschreven en toegelicht. Als leden van de werkgroep kwamen we al snel tot de slotsom dat het begint met je houding en je gedrag als christen-politicus of bestuurder. Niet met je standpunt over zondagsrust of rentmeesterschap. Primair wordt je identiteit bepaald door Christus. De cruciale vraag is dan ook: lijk ik als christen-bestuurder in mijn houding en gedrag op Hem? Ziet of merkt een ander daar iets van?
In de bezinning hierover staat de tekst uit Galaten 5 centraal, waar de apostel Paulus schrijft dat vrucht van de Geest liefde is, die tot uitdrukking komt in vrede of vergevingsgezindheid, zelfbeheersing, geduld, geloof, vriendelijkheid, goedheid en blijdschap. Door alle bestuurlijke drukte sneeuwt dit thema wel eens onder. Daar moeten we ons als bestuurders goed van bewust zijn. En uiteraard iets aan doen.
Vergevingsgezindheid in de politiek: hoe vul je dat in?
In de politiek is vergeven bijzonder lastig. We hebben er moeite mee om ergens een streep onder te zetten en er later niet meer op terug te komen. Wat als je door je tegenstander in verbale zin wordt geslagen, mep je dan meteen keihard terug? Of tel je eerst tot tien? Je wilt ook niet over je heen laten lopen. Het zoeken naar een balans, het behouden van je identiteit en integriteit, dat zijn spannende en gewetensvolle vragen. Je bewijst niet alleen jezelf, maar ook je medebestuurders een dienst door daar regelmatig op te reflecteren.
drs. J.A. Schippers ‘Voer de discussie op een respectvolle manier’
Door Jan Schippers, directeur WI-SGP
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 2020
Zicht | 104 Pagina's
