Wees niet naïef over gevaar van (Chinese) technologie
In gesprek met onderzoeksjournalist Huib Modderkolk
Haast iedereen maakt graag gebruik van de nieuwste informatietechnologie. Vanwege het gemak en de snelle manier waarop je met anderen kunt communiceren of informatie kunt opzoeken. Maar er zit ook een keerzijde aan. Alles wat je via het internet of datanetwerken doet, is voor anderen te volgen of achteraf te traceren. De Chinese overheid maakt daar handig gebruik van. En niet alleen om de eigen burgers te controleren…
INLEIDING
China behoort tot de wereldwijde koplopers op het vlak van digitale technologie. Informatie- en Communicatietechnologieën en kunstmatige intelligentie worden gebruikt voor een robuuste cyberdefensie, internationale spionage als voor surveillance in eigen land. Wat betekent dit alles voor Nederland en de internationale gemeenschap? Zijn we ons voldoende bewust van de gebruiksrisico’s van bijvoorbeeld 5G-technologie van Huawei? Deze en andere pregnante vragen leggen we – tijdens een digitale ontmoeting – voor aan Huib Modderkolk, toonaangevend onderzoeksjournalist bij de Volkskrant en auteur van het spraakmakende boek Het is oorlog, maar niemand die het ziet (2019). Een interview over de digitale streken van de ‘Chinese draak’.
Toen u uitgenodigd werd voor dit interview gaf u gelijk aan graag mee te willen werken “vanwege het belang van het onderwerp”. Wat bedoelt u daarmee?
Het is belangrijk dat er meer maatschappelijke discussie plaatsvindt over digitalisering en de risico’s daarvan. Er is een grote behoefte én noodzaak om te begrijpen hoe de digitale we-reld functioneert, en hoe je je daar als onderneming of overheid toe moet verhouden.
Voor mij persoonlijk begon de fascinatie voor dit onderwerp toen ik bij NRC werkte in het tijdperk van klokkenluider Edward Snowden en Wikileaks. Ik vroeg me af: wat gebeurt hier allemaal, en wat betekent dat voor de organisatie van onze samenleving?
Weten we dat nog niet?
Onvoldoende. Dat was ook de reden dat ik mijn boek schreef. We maken gebruik van internet en smartphones zonder te weten wat de risico’s zijn en van wie die technologie eigenlijk is. Terwijl al onze communicatie, ook het vertrouwelijke, daar doorheen gaat! Pas als je hier meer over weet, als hierover het gesprek gevoerd wordt, kunnen we betere keuzes maken. Bijvoorbeeld over de vraag of onze telecomproviders zomaar in zee kunnen gaan met het Chinese technologiebedrijf Huawei.
Je ziet dat de afgelopen tien, twintig jaar burgers, gezinnen, bedrijven en overheden als eerste naar technologie grijpen als oplossing voor bepaalde problemen. Gezondheid en veiligheid gaan voor alles. Maar daar kleven ook andere kanten aan. Denk aan de opmars van cameraatjes bij de voordeur om inbrekers te zien of te communiceren met de postbezorger. Die camera kan ook gebruikt worden om jou te bekijken, alleen heb je dat niet in de gaten. De hamvraag is: hoe beschermen we een vrije, open samenleving in het digitale tijdperk?
Wat kenmerkt China als digitale grootmacht?
Even een disclaimer: ik ben geen gediplomeerd China-expert. Maar uit wat ik lees en onderzoek, concludeer ik het volgende. Allereerst is er het ‘Chinese schrikbeeld’. Dat gaat over de manier waarop China informatietechnologie inzet om burgers te beknotten. Het belangrijkste slachtoffer hiervan zijn de Oeigoeren. Zij worden echt op een schrikbarende manier onderdrukt. Het is een schrikbeeld van hoe technologie – alle techniekoptimisten ten spijt – fout kan worden ingezet. Ook Nederland verzamelt gigantisch veel data en zou burgers in theorie ‘real-time’ kunnen volgen. Maar in China gebeurt dit allemaal in de praktijk. Je wordt op sociale media permanent gevolgd, maar als je die niet gebruikt is dat ook verdacht. Je stem en gelaatsuitdrukkingen worden geanalyseerd… Chinese bedrijven kunnen binnen een seconde bepalen wie iemand is, wat het natuurlijk zeer eenvoudig maakt om te zeggen: als persoon X telefoneert automatisch de tap aanzetten. Dit druist lijnrecht in tegen de waarden van een vrije, open samenleving als de onze.
Ten tweede constateer ik dat China technologie gebruikt om de wereld te veroveren. De spraakbesturing is daar bijvoorbeeld beter dan die in het Westen. Dat geldt ook voor iets belangrijks als de routers die telecombedrijven gebruiken waar onze belangrijkste gegevens doorheen gaan. China is op veel fronten koploper. Ter illustratie: bij een bedrijf als Huawei werken maar liefst 75.000 mensen aan R&D (onderzoek en ontwikkeling). Bij haar grootste concurrent, Cisco, zijn dat er ‘maar’ 25.000. Daardoor loopt Huawei voorop en kan het iets aanbieden wat vrij goed en relatief goedkoop is. Daardoor worden Westerse technologieproducenten uit de markt geconcurreerd.
Dat zijn rake, maar ook Westers-georiënteerde observaties. Wat is de inzet vanuit Chinees perspectief?
Kort en goed: overal ter wereld zoveel mogelijk informatie ophalen om dingen vervolgens zelf te maken. Er gaat geen dag voorbij zonder dat er een technologisch bedrijf in Nederland, of elders, wordt aangevallen door China. Het doel: intellectueel eigendom stelen, technologische kennis verwerven. Dat gaat trouwens niet persé op een ingenieuze manier. Wel heeft China bepaalde schaalvoordelen. Bekend is dat er in 2015 meer dan 100.000 Chinese hackers actief waren die vooral economische inlichtingen inwinnen. Een substantieel deel daarvan zal in de omgeving van Eindhoven op zoek zijn naar hoogwaardige technologie.
Bedrijven als Philips zijn al decennialang actief in China. Zijn ze zich voldoende bewust geweest van de gevaren?
Dat denk ik wel, maar er is sprake van een afhankelijkheidsrelatie. De Chinese afzetmarkten zijn gigantisch groot en belangrijk. Daarom zag je ook grote aarzelingen rondom Huawei: we willen geen represailles. Bovendien maken dergelijke bedrijven ook dankbaar gebruik van Chinees talent. Maar van het risico op het ontvreemden van informatie zullen bedrijven zich zeker bewust zijn.
Neem bijvoorbeeld chipfabrikant ASML. Moet je hen verbieden chipmachines te exporteren? Dan krijg je al snel een morele discussie: hoe verhoudt zo’n verbod zich tot een open en democratische samenleving? Iets vergelijkbaars zie je rondom het censureren van berichten op sociale media. Idealiter prikt men in een gezonde democratie door ‘nepnieuws’ heen; tegelijk kan grootschalig nepnieuws ontwrichtend werken.
Hoe dan ook is de opdracht om niet onze fundamentele waarden aan te passen. Als China bijvoorbeeld gaat eisen dat in ruil voor handel en andere belangen vrijheden worden beknot, dan moet je daar niet mee akkoord gaan. Dan moet je stevig in je schoenen staan. Zelfs een bedrijf als Google was aanvankelijk bereid tot zelfcensuur om maar in China actief te mogen zijn.
Stabiliteit, welvaart en autonomie behoren tot de belangrijkste doelen van de Chinese overheid. Welke rol speelt digitale innovatie in dit ‘grotere verhaal’?
Dat is moeilijk te beantwoorden. Ik zie wel dat technologie ongelooflijk belangrijk is voor China. Ook veel Afrikaanse landen zijn sterk afhankelijk van Chinese investeringen. Technologische en economische expansie gaan hand in hand. Huawei is de afgelopen 25 jaar wereldwijd gigantisch gegroeid. Het bedrijf werd zelfs zo belang-rijk dat de Amerikaanse ambassadeur hierover in gesprek ging met toenmalig AIVD-directeur Schoof. Waarna de Chinese ambassadeur landelijke dagbladen gebruikte om de kritiek op Huawei te weerleggen en de Chinese normen en waarden uit te leggen. Blijkbaar is het bedrijf onlosmakelijk verbonden met de Chinese politiek.
Zelf ervoeren we hier iets van toen we bij de Volkskrant werkten aan een stuk over Huawei. De Chinese ambassade roerde zich en nam direct contact op met de krant. Dat zou in Nederland ondenkbaar zijn.
Kunt u wat nader ingaan op de relatie tussen een bedrijf als Huawei en de Chinese overheid?
Hoe die relatie precies is weet eigenlijk niemand. De AIVD zegt: we hoeven geen rechtstreeks bewijs te hebben van spionage door Huawei. We weten dat China permanent spioneert, dat Huawei toegang heeft of kan krijgen tot veel gegevens, en dat het bedrijf geen ‘nee’ zal zeggen als China om die gegevens vraagt. De vraag is hoeveel ruimte je überhaupt hebt om een bedrijf te ontplooien in een strakke staatsgeleide economie als de Chinese.
Om ‘staatsgevaarlijke elementen’ – waaronder minderheden – te beteugelen heeft China een extreem geavanceerd surveillancesysteem ontwikkeld. Ook het sociaalkredietsysteem houdt de bevolking stevig in de tang. Hoe houdbaar is dit voor de lange termijn?
Er is een ontwikkeling ingezet naar absolute internetcensuur. Technologie wordt ingezet om de vrijheid op een geraffineerde manier fundamenteel in te perken. Dit werd eerst onmogelijk geacht – vanuit de optimistische gedachte dat technologie vooruitgang en openheid brengt – maar het gebeurt wel. Het lijkt ondenkbaar dat men hiermee in China stopt. De reden: het vergroot de veiligheid enorm. Dat is voor een groot deel winst, maar voor een ander deel is de prijs heel hoog.
Hebben ook Westerse technologiebedrijven hierin een rol of is dit volledig “made in China”?
Dit is een interessant vraagstuk. Het gaat over welke technieken je niet mag exporteren en welke je op meerdere manieren kunt gebruiken. De repressie in China laat het gevaar zien van succesvolle datasystemen.
Het doet me denken aan wat ik las in Het hooge nest van Roxana van Yperen. In alle landen waar Duitsland Joden vervolgde was het deportatiepercentage in Nederland het allerhoogste. Dat kwam door de ontzettend punctuele administratie in ons land. Natuurlijk moet je uitkijken met simplistische vergelijkingen, maar dit is ook voor China het angstbeeld. Technologie maakt misdaden mogelijk. Concreet: Oeigoeren kunnen dankzij moderne technologie geen stap meer ongezien verzetten, laat staan onderduiken.
Ik zeg dit, omdat we zo vaak geneigd zijn alleen de voordelen van techniek te zien. We gebruiken het voor Google Maps, voor onze belastingaangiftes… Ontzettend handig. Maar de keerzijde is dat die informatie over jou wel ergens wordt opgeslagen. En je weet niet meer wie er bij die ge-gevens kan. Het lijkt Westerse naïviteit om te denken dat technologie altijd goed is. Die tendens is ook in Nederland zichtbaar. Ik denk aan Schiphol, aan medische dossiers, en ga zo maar door: er is volgens mij echt te weinig oog voor de risico’s.
Hoe kunnen we die risico’s verminderen? Massaal in verzet?
Je ziet in elk geval dat landen zich proberen te verdedigen tegen te grote kwetsbaarheden. Men probeert digitale dijken op te werpen. Dat geldt evengoed voor China, Iran of Rusland als voor Nederland en andere Westerse landen. In ons land zie je bijvoorbeeld in de discussie rond de Coronamelder-app steeds meer bewustzijn om zorgvuldig om te gaan met persoonsgegevens. En er is een neiging om mensen die TOR gebruiken (een manier om anoniem te surfen op het internet) te zien als mensen die iets te verbergen hebben. Kijk ook naar de recente maatschappelijke discussies over de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (WIV), of naar de uitspraak van het Europese Hof over het niet te lang bewaren van telecomgegevens. Ik zie dus wel een kritische massa ontstaan. Maar ik betwijfel of dat ook geldt voor China, waar heel andere normen en waarden gelden.
Kunnen we als het gaat om de Chinese digitale ambities spreken van een “Digitale Zijderoute”?
Absoluut. Veelzeggend vind ik dat een oud-MI- VD’er onlangs directeur werd voor de regio Europa, Midden-Oosten en Afrika bij het bedrijf HIK Vision dat slimme camera’s maakt. Er was ook even sprake van dat Huawei sponsor zou worden van voetbalclub Ajax. Stel je voor, kinderen en jongeren met de naam ‘Huawei’ op hun T-shirts. En een topman van het Europese technologieconcern Nokia stapte over naar Huawei vanuit de redenering dat Nokia ‘geschiedenis’ en Huawei ‘de toekomst’ is.
Hoe beïnvloedt China buitenlandse mogendheden?
China richt zich op economische spionage en dominantie. Ik noemde al het voorbeeld van inmenging van de Chinese ambassade bij het schrijven van krantenartikelen. Dat is heel ongemakkelijk, want we hebben hier een vrije pers. De vraag is: hoe ga je daarmee om? Wat voor macht geef je via technologie ook aan Chinese normen en waarden? Een ander voorbeeld: een woordvoerder van het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken verspreidde onlangs de complottheorie dat Amerikaanse militairen het coronavirus naar Wuhan zouden hebben gebracht. Dat zou in Nederland ondenkbaar zijn. Zo hard wordt het spel blijkbaar gespeeld. Het staat voor mij voor iets groters. Een ander voorbeeld: Twitter hief 175.000 aan de Chinese staat gelieerde accounts op, die het Chinese narratief over Covid-19 hielpen verspreiden. Ik zie tot slot ook een machtsspel binnen organisaties als de WHO: Taiwan mag van China geen lid zijn en zelfs geen informatie krijgen over de coronabestrijding. Daar moeten we kritisch op zijn; iets wat in China zelf niet mogelijk is.
Natuurlijk zijn regionale machten als Japan, Australië en de Verenigde Staten belangrijke doel-witten van China. Maar als het gaat om economische spionage hoort Nederland daar zeker bij. Normaal gesproken heb je contact van bedrijf tot bedrijf, maar als de staat zich in dergelijke relaties mengt wordt de situatie drastisch anders. We weten bijvoorbeeld dat het Amerikaanse bedrijf Pepsi gewoon werd leeggeroofd; alle interessante documenten werden gestolen…
Waar moet Nederland vooral beducht op zijn, ook in het licht van de uitrol van het 5G-netwerk?
We moeten een manier vinden om digitale spionage inzichtelijker te maken. Nu is het zo dat het niet wordt bekendgemaakt als een bedrijf of overheidsinstantie getroffen wordt. Dat is begrijpelijk vanuit het oogpunt dat je de ‘vijand’ niet wijzer wil maken dan hij is. Maar het voorkomt ook dat je een open gesprek met elkaar voert over de risico’s die we lopen.
Rondom de uitrol van 5G, het al dan niet in zee gaan met Huawei, was het besluitvormingsproces compleet ondoorzichtig. Huawei had een slimme strategie bedacht: het ministerie van Economische Zaken ‘plat-lobbyen’. Ze wisten: daar ligt onze kans. Misschien moeten we dat als politiek en samenleving anders inrichten. De bevolking meenemen in onze overwegingen.
Zelf heb ik onderzoek gedaan naar spionage door Huawei bij KPN. We moeten opener zijn over dit soort risico’s. Meer uitleggen. Daar heeft de overheid een belangrijke verantwoordelijkheid. Dit is mogelijk zonder de precieze werkwijze van onze inlichtingen of van Chinese spionagegroepen bloot te leggen. Veelzeggend genoeg zijn alleen al bij het verbeteren van de digitale beveiliging zeven ministeries betrokken. We moeten dit anders inrichten.
Vreest u een digitale Koude Oorlog?
We moeten niet naïef zijn over het effect van beïnvloeding. In Nederland vindt vooralsnog vooral veel beïnvloeding plaats vanuit de Verenigde Staten en Rusland. Het gevaarlijke is dat je ook beïnvloed kan worden zonder dat je het merkt. Tekenend is dat 15% van de Nederlanders denkt dat het coronavirus een biologisch wapen is. Dat is niet persé een gevolg van Chinese campagne, maar laat wel zien dat beïnvloeding en complottheorieën heel effectief kunnen zijn binnen de complexe netwerken waarin we vandaag leven, waarin veel mensen niet meer helemaal begrijpen hoe alles werkt. Er is een vruchtbare voedingsbodem voor onwaarheden, onbegrip en onrust.
Henri Krooneman, redactielid en beleidsmedewerker SGP-Tweede Kamerfractie
H. Krooneman MA, Wees niet naïef over gevaar van (Chinese) technologie
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 2020
Zicht | 108 Pagina's
