Twee SGP-raadsleden over LHBTI-beleid
Dit voorjaar kreeg in diverse gemeenteraden het LHBTIbeleid extra aandacht. Als katalysator speelde de Nashvilleverklaring daarbij een rol. Het verwoorden van een theologische visie en het formuleren van Bijbelse uitgangspunten blijkt onvoldoende te zijn. In politieke debatten gaat het om het beleid dat gemeenteraden uitzetten. Wat kan de inbreng van de SGP daarbij zijn? Jan Willem Benschop en Jan Mark ten Hove vertellen over hun ervaringen.
SGP-raadslid Jan Mark ten Hove vertelt dat in de Alblasserdamse gemeenteraad dit voorjaar stevige debatten zijn gevoerd over de Nashvilleverklaring en over het maken van beleid voor de LHBTI-gemeenschap. “Directe aanleiding voor het debat over ‘Nashville’ was een tweet van onze wethouder Peter Verheij, waarin hij aangaf blij te zijn met een eenparig geluid vanuit verschillende kerkelijke denominaties over deze thematiek. Echter, vanuit de overige partijen in de raad werd deze tweet anders opgevat. Verheij zou als loco-burgemeester en wethouder moeten spreken namens alle Alblasserdammers en dat zou hij niet gedaan hebben. Als SGP’ers hebben we voorafgaand en tijdens het debat helder gemaakt wat de motieven waren achter de tweet. Aanvankelijk diende de VVD-fractie een motie van afkeuring in, deze werd later op de avond ingetrokken.”
Eenzijdige interpretatie
Volgens Jan Mark tekent de gang van zaken de gevoeligheid rond het dossier homoseksualiteit en genderidentiteit. “Wie afwijkt van de dominante opvatting hierover, lijkt het al gauw te moeten ontgelden. Hierbij wordt Artikel 1 van de Grondwet eenzijdig ingezet als een soort geloofsartikel. Terwijl dit artikel ook bepaalt dat je niemand mag achterstellen op grond van diens geloofsovertuiging.”
Jan Willem Benschop is lid van de SGP-fractie in de gemeenteraad van Lopik. Hij had de Nashvilleverklaring al eerder in het Reformatorisch Dagblad gelezen. “Op ons als SGP-raadsleden kwam deze tekst redelijk evenwichtig over, zeker ook door de openlijke erkenning dat kerken op dit punt niet altijd de personen in kwestie op de juiste, christelijke wijze hebben bejegend. Maar na publicatie werd ons al snel duidelijk dat de tekst van de verklaring niet te volgen is voor ‘het bredere publiek’. Men kent de betekenis van Bijbelse begrippen niet, waardoor men deze soms heel anders opvat dan wat ermee wordt bedoeld. De grote ophef laat denk ik ook zien dat de Bijbelse boodschap over huwelijk en seksualiteit ‘vreemd’ gevonden wordt. Volgens velen is die niet meer van deze tijd. Overigens wil ik nog wel kwijt dat de SGP als politieke partij niet betrokken was bij de Nashvilleverklaring. Het is een initiatief is van en voor theologen en kerken en niet van een politieke partij.”
Jan Mark ten Hove vindt dat de initiatiefnemers veel meer aan regievoering bij de communicatie hadden moeten doen. “Nu werd het stuk op vrijdagavond op internet ‘gedropt’, waardoor iedereen er in het weekend op kon springen en er een eigen frame aan kon geven. Door het COC werd het al snel een anti-homopamflet genoemd en de meeste media hebben die framing gretig overgenomen.”
Begrijpen jullie als raadsleden de brede ophef? Is er een verklaring voor?
“Wanneer je als SGP’er naar de enorme ophef kijkt, denk je in eerste instantie: waarom toch?
Het uitgangspunt dat het huwelijk bedoeld is als levensverbond voor één man en één vrouw en de consequenties daarvan voor de visie op seksualiteit huldigt de kerk al eeuwenlang. Het is bepaald niet iets nieuws”, reageert Jan Willem Benschop. Jan Mark ten Hove bevestigt dit gevoel: “Gelet op de inhoud is de omvang van de ophef wat verbazingwekkend. Maar anderzijds ligt het thema erg gevoelig en kun je er makkelijk op scoren als je de politiek-correcte antwoorden geeft. Dat is ook gebeurd.”
Als het gaat om LHBTI-beleid, ligt de SGP er voor veel mensen uit. Zij heeft niet de visie die de politiek-correcte meerderheid wenst. Maar betekent dit dat je als SGP-gemeenteraadsfractie je naar de marge moet laten schuiven?
“Daar moet je je als SGP’er zeker niet bij neerleggen. Als raadslid ben je volksvertegenwoordiger en heb je hoe dan ook recht van spreken”, vindt Jan Mark ten Hove. Zijn collega uit Lopik denkt er net zo over: “Maar omdat het gelijkheidsdenken een soort nieuwe religie is geworden, roept een afwijkende visie op dit thema zo veel en heftige gevoelens op. Ik denk dat onze opstelling in dergelijke debatten daarom behoedzaam moet zijn. Kies je woorden zorgvuldig, blijf duidelijk over je standpunt, maar gebruik geen onnodig scherpe woorden die weerstand en onbegrip versterken en daardoor het gesprek belemmeren,” aldus Jan Willem Benschop.
Spreek met elkaar, niet over elkaar
“Steek als SGP-fractie ook gerust je voelhorens uit,” zegt Jan Mark ten Hove. “In de aanloop naar het raadsdebat in Alblasserdam speelde achter de schermen het gesprek over een PvdA-motie die de gemeente oproept om beleid te maken voor de LHBTI-doelgroep. Na veel gesprekken, zowel met de indiener, coalitiepartijen, alsook met fractie en bestuur, hebben we besloten om deze motie te steunen. We hebben daarbij expliciet aangegeven wat onze kaders zijn: het Bijbelse, klassieke huwelijk tussen man en vrouw, is voor ons onopgeefbaar uitgangspunt. Ook willen we geen beleid dat stuurt op ‘promotie’ van genoemde gemeenschap. Want het gevolg daarvan is dat weer andere groepen worden achtergesteld. Dat moet een gemeentebestuur ook niet willen. Wel vinden we een gesprek belangrijk, we zijn immers samen-leving. Tijdens zo’n gesprek is er de mogelijkheid om ook onze visie op huwelijk, seksualiteit en menselijke waardigheid naar voren te brengen. Daarom hebben we aan kerken en scholen in Alblasserdam een brief verstuurd met de vraag om bij dit gesprek aanwezig te zijn.”
Hoe kijken jullie aan tegen het hijsen van de regenboogvlag op het gemeentehuis, het aanleggen van regenboogzeebrapaden en het vieren van de jaarlijkse ‘coming-out-day’?
Jan Mark ten Hove: “Toen de PvdA in Alblasserdam het initiatief nam om vorig jaar op 11 oktober (de landelijke ‘coming-out-day’) bloemen te leggen bij het plakkaat van Artikel 1 van de grondwet bij ons gemeentehuis, zijn we daar als SGP-fractie niet bij aanwezig geweest. Is dat omdat we tegen de mensen zijn die vallen onder de definitie van LHBTI? Dat is niet het geval. Om iemands geaardheid of om welke eigenschap van iemand dan ook zullen we nooit een persoon afwijzen. Niet alleen vanwege Artikel 1 van onze grondwet, maar vooral niet omdat God elk mens uniek geschapen heeft. Hij heeft twee belangrijke geboden gegeven: God lief te hebben boven alles en onze naaste als onszelf. Daarom voelen wij mee en willen we naast mensen staan die worstelen met hun gevoelens. Maar we zijn geen voorstanders van een ostentatief gemeentelijk beleid als het gaat om regenbooggemeente, regenboogzebrapad, etc. Dat is symboolpolitiek. Het lost de daadwerkelijke problemen niet op waar de LHBTI-gemeenschap mee te maken heeft, zoals schelden, nageschreeuwd worden op straat, fysiek geweld. Die problemen willen wij ook tegengaan. Daarom zien we meer in rondetafelgesprekken, waarbij we zienswijzen delen en daarover van gedachten wisselen. Uiteindelijk moet het gesprek met de samenleving gevoerd worden, waarbij veiligheid een belangrijke waarde is. Iedereen heeft recht op veiligheid zonder verbaal of fysiek lastig gevallen te worden.”
Jan Willem Benschop valt zijn Alblasserdamse collega bij: “In onze visie op de overheidstaak is de zorg voor veiligheid van burgers een primaire opdracht. Volgens de SGP moet de overheid de veiligheid van álle mensen beschermen, ongeacht hun opvattingen of levensstijl. Dat is een Bijbels gezichtspunt. Dus ook wanneer LHBTI’ers worden bedreigd of op een andere manier onheus worden bejegend, zal de SGP zich vierkant achter hen opstellen.”
Regenboogvlag
Jan Willem Benschop: “Bij de discussie over de regenboogvlag hebben we als SGP-fractie gezegd dat je als je gewoon of gelijk gevonden wilt worden, als je net als anderen behandeld wilt worden, dat je dan niet bijzonder moet gaan doen. Uiteraard willen wij wel iedereen met het nodige respect tegemoet treden. Ieder mens is een schepsel van God. Dat is voor ons een heel belangrijk uitgangspunt. Dus wij vinden het een basale fatsoensnorm om met iedereen op een waardige manier om te gaan.” Jan Mark ten Hove vult dit aan met de volgende overweging: “De regenboog is een symbool van Gods trouw. Dat staat beschreven in Genesis 9, waar God aan Noach, en via hem aan heel de mensheid, belooft dat de aarde nooit meer door een algehele watervloed zal vergaan. De regenboog is gegeven als duurzame herinnering aan deze trouwbelofte van God. Wij betreuren het dat juist dit symbool voor een heel ander doel wordt gebruikt dat ver af staat van de Bijbelse betekenis.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 mei 2019
Zicht | 112 Pagina's
