Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bijbelwetenschappen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bijbelwetenschappen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ronald Hendel en Jan Joosten, How Old Is the Hebrew Bible? A Linguistic, Textual, and Historical Study [The Anchor Yale Bible Reference Library] (New Haven/Londen: Yale University Press, 2018) xvi + 221 p., $ 45.00 (ISBN 9780300234886).

De taal van het Oude Testament, vaak eenvoudigweg aangeduid als het bijbels Hebreeuws, vertoont allerlei variatie. Vooral sinds het werk van Wilhelm Gesenius (begin negentiende eeuw) wordt deze variatie mede toegeschreven aan taalontwikkeling. De oudtestamentische boeken zijn immers ontstaan over een periode van eeuwen en taal verandert in de loop der tijd.

Voor het bijbels Hebreeuws wordt traditioneel onderscheid gemaakt tussen archaïsch-bijbels Hebreeuws (de taal van een tiental vroeg gedateerde gedichten, zoals Gen. 49 en Richt. 5), klassiek-bijbels Hebreeuws (de taal van Gen.-Kon.) en laat-bijbels Hebreeuws (de taal van de na-exilische boeken, met o.a. invloed van het Aramees). Bovendien wordt de taal van boeken als Jeremia en Ezechiël wel aangeduid als Transitional Biblical Hebrew: dit type Hebreeuws vertoont kenmerken van zowel het klassiek- als het laatbijbels Hebreeuws en lijkt dus de overgang tussen deze twee stadia te markeren.

Deze historische benadering van het bijbels Hebreeuws heeft dikwijls een rol gespeeld bij de datering van bijbelboeken. Hendel en Joosten menen echter dat dit taalkundige argument voor datering de laatste decennia te veel veronachtzaamd is. In How Old Is the Hebrew Bible? pleiten ze daarom voor een herwaardering ervan. In het bijzonder hebben ze daarbij de ontwikkeling op het oog dat grote delen van het Oude Testament (bijvoorbeeld van de Pentateuch) steeds later gedateerd zijn, tot diep in de Perzische en Hellenistische tijd. Volgens Hendel en Joosten rekent dit soort dateringen te weinig met het (vroege) type Hebreeuws waarin veel boeken geschreven zijn.

Hoewel Hendel en Joosten dus graag een grotere rol voor taalkundige datering van bijbelteksten zien, geven ze zich goed rekenschap van de complexiteit hiervan. Taalontwikkeling is immers niet de enige factor die leidt tot variatie; er moet ook gerekend worden met zaken als dialectverschillen (bijv. tussen de taal van het Tien- en die van het Tweestammenrijk) en verschillen in stijl en register. Bovendien zijn de ons beschikbare bijbelhandschriften het resultaat van langdurige overlevering, zodat geen ervan eenvoudigweg als ‘originele tekst’ kan gelden. De Dode Zeerollen laten zelfs zien dat, wat betreft taalkundige details, de bijbeltekst vóór de eerste eeuw na Christus in zekere mate fluïde was. Voor sommige hebraïci is dit reden om de traditionele diachrone benadering van het Hebreeuws te problematiseren, en zeker de daarop gebaseerde taalkundige datering van teksten (zie vooral het werk van Ian Young en Robert Rezetko).

Hendel en Joosten laten echter zien dat er, ondanks de genoemde complexiteit, wel degelijk een historische ontwikkeling in het Hebreeuws traceerbaar is. In het bijzonder het klassiek- en het laatbijbels Hebreeuws hebben een duidelijk te onderscheiden taalkundig profiel. Van groot belang is daarbij dat het klassiek-bijbels Hebreeuws sterke overeenkomsten vertoont met de taal van de Hebreeuwse inscripties uit de koningentijd (achtste tot begin zesde eeuw voor Christus).

Uit de exilische en na-exilische tijd zijn helaas nauwelijks tekstvondsten bekend, zodat voor transitional- en laatbijbels Hebreeuws een dergelijke vergelijking niet te maken is. Het zal echter niet toevallig zijn dat het laatbijbels Hebreeuws overeenkomsten vertoont met het (nog latere) Hebreeuws van Qumranteksten.

Bovendien, zo betogen Hendel en Joosten in het slothoofdstuk van hun boek, is er sprake van een opmerkelijke mate van coïncidentie tussen het taalkundige profiel van allerlei bijbelteksten en de daarin genoemde cultuurhistorische details. Zo weerspiegelt het Lied van Debora (Richt. 5, één van de archaïsch-Hebreeuwse teksten) duidelijk een vroege fase in Israëls geschiedenis, toen het volk een tamelijk los verband van stammen vormde. In de boeken Richteren en 1 Samuël (klassiek-bijbels Hebreeuws) is herhaaldelijk sprake van ‘de stadsvorsten van de Filistijnen’, een uitdrukking die niet alleen een Filistijns leenwoord bevat, maar ook alleen past bij de historische situatie van (ruim) vóór de ballingschap. Diverse teksten uit Jeremia en Ezechiël (transitional-bijbels Hebreeuws) zijn, op hun beurt, duidelijk in de Babylonische periode te situeren (zesde eeuw voor Christus).

Al met al is dit een waardevol boek, dat in kort bestek een nuttige introductie biedt in de historische studie van het bijbels Hebreeuws en de wijze waarop die kan helpen bij het dateren van bijbelteksten. Veel in het boek is overtuigend, hoewel de argumentatie aan kracht gewonnen zou hebben wanneer Hendel en Joosten het ‘revisionist model’ van Young en Rezetko niet alleen categorisch hadden afgewezen, maar ook meer op detailniveau met hen in discussie waren gegaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 maart 2020

Theologia Reformata | 123 Pagina's

Bijbelwetenschappen

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 maart 2020

Theologia Reformata | 123 Pagina's