Taxi
Onlangs mocht ik een drietal kleutertjes transporteren op de achterbank van mijn bolide. Ik keek stug voor me uit en deed net of ik niets hoorde.
„Kijk, een stoplicht”, zegt de eerste.
„Dat heet een verkeerslicht”, verbetert een ander kleutertje hem. „Het is groen”, ziet nummer drie. „Dan mag je doorrijden.”
„mijn vader rijdt soms door rood”, verklapt een achterbankzitter, uiteraard niet míjn zoontje. „Dat mag niet van de politie, hoor”, reageert zijn buurmanverontwaardigd.
„Nee, maar soms is het stoplicht te kort oranje. Dan kun je er niks aan doen” ,papegaait zoonlief de uitleg vanz’n vader na. „Als de politie het ziet, krijgt je papa een boete, hoor”, waarschuwt nu ook de andere kleuter.
„mijn papa heeft pas een keertje een boete gehad”, schakelt het achterbankgesprek gelukkig over op een nieuw onderwerp en een andere vader.„Van de politie?” „Nee, van de flitspaal.” „een flitspaal kan toch geen boete geven!” klinkt een verwonderde uitroep. „Jawel, hoor. echt waar.” „Nee joh, dat kan toch niet?” „echt wel. De flitspaal maakt een foto van je letters en dan laat-ie hem aan de politie zien. en dan geeft de politie je een boete.” „Klopt dat, papa?” klinkt het. Ik hum wat, benieuwd hoe het gesprek verdergaat.
„Ging jouw vader toen door rood rijden?” „Nee, hij ging heel hardrijden. en dat mag niet.”„mijn vader kan ook heel hard rijden”, weet mijn zoon te vermelden. „Mijn vader kan nog veel harder.” „Nee hoor, mijn vader.” „Niet, de mijne.” „mijn mama rijdt altijd heel zachtjes”, maakt de zoon nu wereldkundig. „Moeders kunnen niet hard rijden, denk ik.” „Nee, die zijn niet zo sterk.” „moeders rijden als een slak.”
We naderen het volgende verkeerslicht. „rood!” roept het drietal in koor.„Stoppen!” „er is geen flitspaal en ook geen politie, dus dan mag je doorrijden”, zeg ik. „Echt niet!” roepen ze alle drie verontwaardigd. „Zullen we gewoon lekker doorrijden?” vraag ik nu op een ondeugend toontje. Drie paar oogjes beginnen te glimmen. „Ja, doen!” „O, dat mag toch helemaal niet”, zeg ik nu bozig. „Voor rood moet je stoppen.” De kopjes knikken driftig. Ik heb m’n imago gered.
Arien van Ginkel is vader van drie kinderen, onder wie een tweeling, en werkzaam als mediastrateeg.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 10 september 2024
Terdege | 112 Pagina's
