‘Ziet Van den Oever’s beeld’
Blij verrast was ik door het opsturen van een ons onbekend portret van ds. Cornelis van den Oever (1802-1877) door een lezer van Oude Paden. De heer J. Mastenbroek beschreef al uitvoerig de uitgaven en de portretten van deze markante kruisgezinde dominee in het maartnummer van 2004. Nu dan nog een portret van de predikant van de Gereformeerde Gemeente onder het kruis aan de Raampoortlaan in Rotterdam.
De afbeelding zit voor in het boek Het dierbaar Borglijden van den Heere Jezus Christus, een uitgave van 40 leerredenen door de uitgever weduwe P. de Lange te Deventer. De titelpagina vermeldt niet het jaartal, maar het jaar van uitgave is 1869. De maker van de portretten is J. Kuipers, die een atelier had aan de Jan van Loonslaan bij de Goudscheweg.
We zien een staande ds. Van den Oever, zijn hand rust op Geschiedenis der Martelaren en op het tafeltje naast het boek ligt zijn steek. Met hetzelfde boek en met ook zijn steek op tafel en op de achtergrond dezelfde lambrisering staat hij ook afgebeeld op een andere foto. Hij is dan 71 jaar oud. Het is aannemelijk dat de fotograaf een serie portretten maakte en dat hij ook de kruisdominee in verschillende posen fotografeerde.
Zijn haar lijkt wat bijgetekend, maar het kan goed zijn dat dit niet door de fotograaf gedaan is. Dominee Van den Oever heeft net als op de andere portretten een krachtige gezichtsuitdrukking.
Bijzonder is – op ansichtkaartgrootte – het bijgevoegde gedicht over ds. Van den Oever:
‘Ziet Van den Oever’s beeld. Naar het leven afgemaald, Een Man! Die met Gods Geest! Rijkelijk was bestraald. In ijver onvermoeid, om zondaars voor te lichten; Standvastig en getrouw; tot troost van Arm en Rijken, God spare hem nog lang, en doe hem nooit bezwijken!’ Over de wens – doe hem nooit bezwijken – dacht ds. Van den Oever toch wel anders. In zijn voorwoord op de 40 leerredenen schrijft hij: ‘Dit zal wellicht mijn laatste werk zijn, dat door den druk gemeen gemaakt zal worden, tenzij enige bijzondere omstandigheden mij daartoe mochten nopen. Alleen dit uitgezonderd, dat ik volgens mijn belofte, mijn levensloop in dit tranendal nog eens in druk wens uit te geven, zo het den Heere mag behagen, mij zolang te sparen en mij zijnen indachtig makende Geest te schenken.’ God spaarde hem nog een aantal jaren, zijn levenseinde kwam op 5 december 1877. De autobiografie kwam er echter niet.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 2023
Oude Paden | 64 Pagina's
