Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Eilandelijke samenwerking blijkt aanleiding voor verwarring

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eilandelijke samenwerking blijkt aanleiding voor verwarring

* Belangrijk is dat de raden hun colleges vertrouwen *

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

GOEREE-OVERFLAKKEE - In Eilanden Nieuws van vrijdag 12 augustus werd een ingezonden stuk geplaatst, geschreven door de heer C. Noorthoek te Stellendam. De schrijver schetste in duidelijke taal zijn bedenkingen tegen het ISGO en de vernieuwde bestuurlijke samenwerking. Noorthoek vreest een geldverslindende bureaucratische organisatie, die door de gemeenteraden moeilijk te controleren is en vér van de burgers af zal komen te staan. Zijn de bedenkingen van Noorthoek reëel? En is de vernieuwde bestuurlijke samenwerking een opmaat voor een eilandelijke gemeente herindeling? We spraken met ISGOvoorzitter drs. S. Stoop en ISGO-secretaris A.R. Slijkhuis, die graag enige toelichting geven naar aanleiding van het ingezonden stuk van Noorthoek.

Het blijkt dat het schrijven van de heer Noordhoek nogal wat stof heeft doen opwaaien op politiekGoeree-Overflakkee. Noorthoek vraagt zich in zijn stuk af of de gemeentetaken die momenteel en in de toekomst door het ISGO zullen worden uitgevoerd, tot de conclusie zullen leiden dat het onverantwoord is om de vier eilandeüjke gemeenten in stand te houden. Hij plaatst verder ook vraagtekens bij het democratisch gehalte van het samenwerkingsorgaan omdat het dagelijks bestuur van het ISGO wordt gevormd, door de - niet door de burgers gekozen - eilandelijke colleges van B en W. Kortom: hoe democratisch is het ISGO?

Wat is het ISGO en wat zijn de veranderingen? Voor een antwoord op de vraag gaan we terug in het verleden. In het najaar van 1989 was er op Goeree-Overflakkee voor het eerst sprake van eilandelijke samenwerking. De vier eilandelijke gemeenten besloten toen om bepaalde taken gezamenlijk uit te gaan voeren, de voornaamste taak was de milieuhandhaving. Men kon bij het eilandehjke samenwerkingsorgaan terecht voor de afvoer van grofvuU en ook verschillende voorschriften en toetsing ervan op miheugebied kwamen van dezelfde organisatie. Vooral van laatstgenoemde activiteiten is de organisatie bekend bij de burgers op het eiland. Deze samenwerking is vastgelegd in een gemeenschappelijke regeling: Intergemeentelijk Samenwerkingsverband Goeree-Overflakkee (ISGO). Naast de miheuhandhaving zijn er inmiddels meer zaken die nu al door het ISGO worden geregeld, zoals beleid op het gebied van recreatie en toensme, volkshuisvesting, volwasseneneducatie en verkeersveiligheid. In het ISGOgebouw - het voormahge waterschapshuis in Middelharnis - is ook het Streekarchief, dat eveneens onderdeel is van het ISGO, gevestigd. Verder worden in nauwe samenwerking met het provinciebestuur ook enkele taken bij het ISGO uitgevoerd, zoals het Beleidsplan Milieu en Water, het Servicepunt Handhaving en de Gebiedsgerichte aanpak.

Niet-vrijblijvende samenwerkin

Deze samenwerking geschiedde op geheel vrijwilUge basis. Door de Rijksoverheid werden de laatste jaren steeds meer taken 'op het bordje' van de gemeenten gelegd. Deze taakverzwaring vroeg een adequaat toegerust ambtelijk apparaat dat de nieuwe taken naar behoren kon voorbereiden en uitvoeren. Dit was - zeker fmancieel gezien - bijna niet meer op te brengen door iedere gemeente afzonderlijk. Het besef groeide dat het gezamenlijk aanpakken en uitvoeren van taken een forse lastenverlichting voor de gemeenten zou betekenen. Daarbij kwam dat ook het Provinciaal Bestuur aandrong op verdere niet-vrijbUjvende samenwerking. De bestuurskracht en de efficiency zouden door meer samenwerking sterk worden vergroot. Met ingang van 1 december 2004 zijn de eilandelijke gemeenten begonnen om een zodanig beleid te ontwikkelen dat in de toekomst nog meer taken gezamenlijk en dus door het ISGO zullen worden uitgevoerd. Er dienden nóg meer zaken 'eilandbreed' te worden aangepakt.

Vitale Regio

Om de taken die men in de toekomst gezamenlijk wil gaan uitvoeren in kaart te brengen, is de nota Vitale Regio geschreven. Dit snik is in het voorjaar van dit jaar opgesteld onder verantwoordelijkheid van het algemeen bestuur van het ISGO, dus de gezamenhjke eilandehjke colleges. De gemeenteraden werden hierin vooraf niet gekend en wellicht wringt daar de schoen. Verschillende raadsfracties hebben laten weten dat zij bever op voorhand betrokken waren geweest bij de opstelling van de Nota Vitale Regio en niet pas na de 5ronding hiermee werden geconfronteerd. Men concludeert terecht dat later, als de voorstellen uit de nota zijn uitge\yerkt, de raad toch nog het laatste woord zal hebben. En dit was ook de bedoeling van de nota Vitale Regio. Een ander bezwaar bhjkt er binnen de raad van Goedereede te leven als het gaat over de bezetting van de Portefeuillehouders Advies Commissies (PAC). In deze commissies, die bestaan uit de wethouders voor een bepaald beleidsveld, worden verschillende gemeenschappelijke zaken besproken, eventueel gemeenschappelijk beleid voorbereid en gesproken over de uitvoering van door de gemeenten vastgesteld beleid. In de juni-vergadering van de gemeente Goedereede werden wat vraagtekens gezet bij het feit dat geen van de vier commissies, door een Goerees coUegehd wordt voorgezeten. Middelharnis levert twee voorzitters (openbare orde en veiligheid en milieu), OostflaJdcee één (maatschappelijke aangelegenheden) en Dirksland één (volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en economische zaken). Wel dient te worden opgemerkt dat het voorzitterschap van de belangrijke Regionale Projectgroep Verkeersveiligheid Goeree-Overflaikkee bekleed wordt door wethouder Van Oosterom uit Goedereede.

Misverstanden

g Burgemeester drs. S. Stoop van Dirksland, voorzitter van het ISGO, en A.R. Slijkhuis, secretaris (directeur) van het samenwerkingsorgaan, verklaren op zich blij te zijn met het ingezonden stuk van de heer Noorthoek. Zij vinden het belangrijk genoeg dat er verschillende zaken, die spelen rondom de eilandeüjke samenwerking, nu ook eens voor een breder publiek aan de orde komen. Wellicht kunnen eventuele misverstanden worden weggenomen. Want ook Stoop en Slijkhuis weten dat er met alléén bij Noorthoek bedenkingen leven over het democratisch functioneren van het orgaan. "Wij begrijpen goed dat er raadsleden zijn dit complexe bestuurhjke model moeilijk kunnen overzien en zeggen: waar blijven wij als raadsleden?", zegt Slijkhuis. Hij stelt dat de polleges in de komende tijd over zaken die in ISGO-verband worden besproken een methode moeten vinden, waarbij de raadsleden zo vroeg mogelijk bij het te ontwikkelen beleid moeten worden betrokken en niet alleen aan het eind bij de beleidsvaststelling. "Want dit laatste leeft nog sterk".

Is deze manier van werken - waarbij de colleges, vertegenwoordigd in het ISGO, eerst samen met de ambtenaren beleid ontwikkele en dit vervolgens in een nota aan de gemeenteraden aanbieden - niet het paard achter d wagen spannen? Burgemeester Stoop legt uit dat dit komt omdat

Burgemeester Stoop legt uit dat dit komt omdat de raden hier in het verleden zélf voor hebben gekozen. "Eerst was er eind 2001 het IVA-rapport, waarin werd onderzocht in hoeverte een eilandeüjke samenwerking nodig zou zijn. De colleges hebben hierover gesproken, en in het voorjaar van 2002 hebben ook de gezamenlijke raadscommissies zich hierover uitgesproken: "Samenwerken prima, maar over de vaststeUing en de controle van het beleid gaan wij" - de raden. Dit betekent dat, als de raden het beleid hebben vastgesteld, de uitvoering dan zoveel mogelijk gemeenschappelijk zal moeten worden gedaan. Later zullen ze hier dan hun controlerende taak in dienen te vervullen. Het uiteindelijke resultaat was het rapport 'Eén geeft meer dan velen', waarin het model voor verdergaande eilandeüjke samenwerking is beschreven. De gemeenschappeüjke regeüng, die vervolgens is opgesteld, geldt vooral voor uitvoering van het beleid voor Goeree-Overflakkee. De vaststelling vindt in de gemeenteraden plaats", aldus Stoop.

Gemeenten verantwoordelij

Er wordt wel eens gedacht dat er bij het ISGO besluiten genomen worden buiten de vier gemeenten om. De beide gesprekspartners ontkennen dit ten steUigste. Süjkhuis noemt als voorbeeld de Wet werk en bijstand. Voor de uitvoering van deze wet hebben ambtenaren van de vier gemeenten gezamenlijk één plan gemaakt. Nadat dit door de colleges was overgenomen, zijn er voorsteUen aan de gemeenteraden gedaan. "Het ISGO is hier niet bij betrokken geweest, hoewel de ambteüjke en bestuurüjke afstemming wel vooraf in ISGO-verband plaatsvond. Iets dergeüjks geldt voor de voorbereidingen op de aanstaande Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO): de vergaderingen vinden in een ambteüjk vooroverleg plaats en later in de PAC in het ISGO-gebouw, wij leveren veelal alleen maar de faciütaire diensten" Dus de gemeenten büjven zelf verantwoordelijk.

Kosten

De heer Noorthoek uit in zijn schrijven verder ook zijn zorgen over de kosten van het samenwerkingsorgaan. Tussen de regels door zou gelezen kunnen worden dat de uitgegeven nieuwsbrief wel wat aan de dure kant zou zijn. De heer Slijkhuis tekent hierbij aan dat de uitgave van de huidige nieuwsbrief, door een andere uitvoering juist minder geld heeft gekost dan de vorige. Maar hij wijst wel op het belang van een goed uitgevoerde nieuwsbnef omdat juist de communicatie heel belangrijk is. "Als je de communicatie niet goed uitvoert, dan ga je misverstanden krijgen. De raadsleden weten nu waar ze aan toe zijn en daarom moet er een professionele communicatie ontstaan". Doordat veel burgers en misschien ook wel raadsleden het huidige ISGO nog te veel vergeüjken met het 'oufle ISGO', dat vrijwel alleen maar de milieutaken uitvoerde, kan er wel eens een verkeerd beeld zijn ontstaan over het nieuwe samenwerkingsorgaan. Maar Stoop wijst erop dat er wel een geheel nieuwe regeling is ontstaan, die totaal anders is dan voorheen en meer mogelijkheden biedt voor uitbreiding van de samenwerking. "Op verschillende manieren hebben wij de nieuwe structuur aan de gemeenteraden gepresenteerd". Hij noemt hierbij de presentatieavond, die begin april in het ISGO-gebouw is gehouden. Op die presentatieavond werden geen nieuwe dingen gepresenteerd, maar alleen de zaken die al eUandelijk worden aangepakt. "Wij doen precies wat de raden hierover hebben besloten: uitvoeren van door hen vastgesteld beleid", aldus Stoop. "Natuurlijk wordt er wel nieuw beleid voorbereid, zoals de uitvoering van de al genoemde WMO, maar de besluitvorming blijft voorbehouden aan de afzonderlijke gemeenten". De heren wijzen erop dat een dergelijke manier van werken het voordeel heeft dat niet iedere gemeente afzonderlijk de uitvoering van een vrij ingewikkelde wet moet voorbereiden. "Dit werkt uiteindelijk kostenbesparend, want het wiel hoeft niet door vier gemeenten apart te worden uitgevonden".

Gemeenten blijven zelfstandig

Stoop en Süjkhuis verzekeren dat de gemeenten wel zelfstandig blijven, omdat de taken van het ISGO alleen maar uitvoerend zijn bij beleid dat de gemeentegrenzen overschrijdt. Wel komen de gemeentes voor keuzes te staan. Een voorbeeld is het ontwikkelen van een regionale woonvisie, waarbij de woningcontingenten zullen gaan vervallen en er contouren zuUen worden getrokken, zeg maar stippellijnen, waarbinnen woningbouw mogeüjk zal zijn. "Hiervoor is wel goed overleg tussen de gemeenten nodig. De gemeenten moeten allereerst voor zichzelf een beeld hebben waar die contouren moeten komen. Maar daama moet het niet zo zijn dat iedere gemeenten voor zichzelf deze contouren zo ruim mogeüjk trekt. Want dat krijgen we bij de provincie met voor elkaar. Er moeten dan keuzes worden gemaakt, dus bij de ene gemeente zal wellicht meer woningbouw kunnen plaatsvinden en bij de andere gemeente welücht meer ruimte voor recreatie. Dit moet duidelijk worden doorgesproken, want het gaat om een regionaal belang, het belang van heel Goeree-Overflakkee; ik ga er vanuit dat het provinciebestuur dat ook van ons zal verlangen. En dit zal door de colleges goed aan de gemeenteraden dienen te worden uitgelegd. Bij gemeenschappeüjk gemaakte keuzes zullen coUeges deze tegenover de raden moeten verdedigen en als het ware hun rug rechthouden", aldus Stoop. "De provincie verlangt een duidelijk economisch en ruimtelijk regionaal beleid en daar dienen de raden van doordrongen te zijn", zo verduidelijkt Süjkhuis.

Volgens de beide mensen van het ISGO hebben de gemeenteraden juist gehandeld door de nota Vitale Regio voor kennisgeving aan te nemen. Dus met vanuit de gedachte dat er niets mee wordt gedaan, maar de raden geven hiermee aan dat de nota een goede basis is om een verdere uitwerking aan te geven. Belangrijk in deze discussie is het onderling vertrouwen tussen raden en coUeges.

Groot opgetuigde organisati

Süjkhuis wil ook de gedachte ontzenuwen dat het ISGO een groot opgetuigde organisatie is geworden. Hij ontkent dit ten stelhgste. "De nieuwe strucmur is met een minimum inzet van onze kant tot stand gekomen. Personele uitbreidingen hebben vooral te maken gehad met een aantal nieuwe taken, zoals het Streekarchief."

En wat betreft de kritiek dat het ISGO in een te groot gebouw zou zitten: "dat is ook niet terecht". "Je kunt ons niet verwijten dat we dit gebouw in de schoot geworpen kregen toen het Waterschap het pand verliet". Het gebouw is overigens perfect voor de nieuwe samenwerking, "maar of we het breed laten hangen...?" De heren ontkennen niet dat het ISGO één van de best gehuisveste samenwerkingsverbanden van Zuid-Holland is, maar dat ligt niet aan hunfinanciëleambities, zo verzekeren zij. Verder zijn in het pand ook de medewerkers van de eilandelijke brandweersamenwerking en de verzelfstandigde stichting voor het openbaar primair onderwijs gehuisvest. Deze maken geen onderdeel uit van het ISGO.

Natuurlijk worden er in het begin van de eilandelijke samenwerking wat kosten gemaakt. Maar Stoop en Slijkhuis wijzen erop dat in dezen de kosten voor de baten uitgaan, want de samenwerking is wel een investering in de toekomst. Zo hebben de vier gemeenten plannen in ontwikkeling om verschillende zaken samen te gaan doen. "Dit zal zéker in de toekomst tot kostenvermindering leiden, bijvoorbeeld op het gebied van gezamenüjk beleid van inkoop en aanbesteding".

Er zijn ook raadsleden op Goeree-Overflakkee, die achter de meer intensievere samenwerking, het 'spook' van de gemeentelijke herindeling zien opdoemen. Stoop en Slijkhuis zien deze angst niet. "Een gemeenteüjke herindeüng kost veel en vergt veel tijd. Overigens is bij de provincie en de Tweede Kamer de tendens aanwezig om alleen nog mee te werken aan gemeentelijke herindeling als de betrokken gemeenten er zelf om vragen".

Geen grotere rol

Concluderend kan dus gesteld worden dat aan het ISGO geen grotere rol moet worden toebedeeld dan het in werkelijkheid heeft. Wel is er een groot aantal zaken dat regionaal dient te worden aangepakt en daarbij kan het samenwerkingsorgaan een grote rol gaan spelen. Maar te allen tijde büjven de gemeenteraden verantwoordeüjk voor de vaststelling van het beleid. Om dit te bereiken, zal er wel goede wil en communicatie nodig zijn tussen de eilandeüjke coUeges onderling en tussen de colleges en raden in iedere gemeente afzonderüjk.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 september 2005

Eilanden-Nieuws | 1 Pagina's

Eilandelijke samenwerking blijkt aanleiding voor verwarring

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 september 2005

Eilanden-Nieuws | 1 Pagina's