Pinksteren 28 mei 1944

Van de 331 toestellen die aan deze vlucht deelnamen waren:

267 Halifaxes

56 Lancasters

8 Mosquitos

Hun doel lag in Leopoldsburg m België om daar de spoorwegverbindingen en een militair kamp te gaan bombarderen. De Britse Lancaster LM459 SR­K van het 101 squadron was het enige toestel, voor zover het de Lancasters betrof, dat van die vlucht niet terugkeerde. Van de Halifaxes gingen negen toestellen verloren, een relatief genng verUes. De betreffende Lancaster werd aanvankelijk als vermist opgegeven.

Dit toestel was boven het luchtruim van Sommelsdijk in grote moeilijkheden geraakt. Het viermotorige vliegtuig werd door nachtjagers achtervolgd en beschoten. Het raakte in brand. Nadat het reeds brandende vliegtuig enkele malen boven de gemeente Sommelsdijk gecirkeld had, stortte het plotseling neer. Het was terecht gekomen op het achtererf van het schilderachtige boerderijtje van de weduwe Van der Meide, gelegen in de hoek Molenweg­Oudelandsedijk. Mevrouw Van der Meide woonde daar met haar twee zoons en een dochter.

De gevolgen waren desastreus. De oudste zoon is nog door de schuur gegaan en heeft aan de achterkant door een deur het toestel zien staan. Hij is, zonder zich te realiseren welk enorm risico hij had gelopen, direct terug gegaan naar de woning. De geweldige dreun waarmee het vüegtuig op de aarde was neergeploft was nog niets in vergelijking met de enorme knal die enige minuten later volgde, toen een bom van 500 lbs, die kennelijk nog in het vliegtuig was gelegen, ontplofte. Op de basis waren 18 van dit kaliber ingeladen.

Door de luchtddruk ontstond er grote schade aan woonhuizen en schuren in de omgeving. In totaal liepen 12 woonhuizen en 5 schuren belangrijke schade op. Dakpannen, ramen en ruiten werden vermeld en de voorgevels van enkele schuren werden ingedrukt. Een bewoner van het perceel Oudelandsedijk B427 te Sommelsdijk, de heer W. Troost Pzn. die in zijn woning nabij de jamen stond, werd door wegspnngend glas zodanig aan zijn rechteroog verwond dat opname in het oogziekenhuis te Rotterdam noodzakelijk werd geacht. De brandweer van Sommels­dijk die spoedig ter plaatse was, heeft het brandende vliegtuig alsmede een in brand geraakte klamp stro geblust. In de onmiddellijke omgeving van het toestel werden de lichamen aangetroffen van vier inzittenden, gedeeltelijk verbrand en zwaar verminkt, terwijl in de verdere omgeving nog verschillende delen van menselijke lichamen werden gevonden.

Jammerlijk

Niet minder macaber maar zeker zo dramatisch was het afzonderlijk geval van de neergevallen oorlogsvheger die wellicht in een vertwijfelde poging zijn leven heeft willen redden door uit het brandende vliegtuig te springen. Dit slachtoffer werd door Joh. Groenendijk recht voor zijn woning Dijkstraat 22, in die verschrikkelijke nacht levenloos in het gras aangetroffen. Samen met zijn buurman Job Troost hebben zij het zwaar verminkte lichaam op een ladder gelegd en de schuur binnengedragen. Volgens nadere gegevens is het stoffelijk overschot eerst nog overgebracht naar de praktijk van dokter P. Knops. Het zou hebben gegaan over een Canadese oorlogsvlieger

De omgekomenen

Op last van de Duitse weermacht werd de omgekomen bemanning van de Bntse bommenwerper overgebracht naar de aula (toen nog koetshuis) van de Algemene Begraafplaats aan de Molenweg te Sommelsdijk. De stoffelijke resten zijn op 30 mei 1944 op diezelfde begraafplaats ter aarde besteld. Hemelsbreed op nog geen 400 meter van de plaats waar hun toestel was neergestort.

Zij waren:

1. T. A. Allen, Engelsman, 21 jaar, pilotofficer.

2. J. E. Benson, Engelsman, 23 jaar, engineer. 3. R. J. Evans, Engelsman, 23 jaar, airgun

3. R. J. Evans, Engelsman, 23 jaar, airgunner. 4. R. J. Newens, Engelsman, 21 jaar, air

4. R. J. Newens, Engelsman, 21 jaar, airbomber.

5. K. J. Power, Engelsman, 22 jaar, radiooperator.

6. G. Reid, Engelsman, 20 jaar, airgunner.

7. J. Frieddt, Canadees, 20 jaar, navigator.

8. J. O. Harris, Austrahër, 19 jaar.

De brandweer

In het verslag van 1944 van de brandweervereniging 'Sommelsdijk' staat te lezen dat door blussingswerkzaamheden het woonhuis van de weduwe Van der Meide gespaard is gebleven. De schuur kon echter niet behouden blijven. Er werd geblust door Abraham Peekstok met een motorspuit van de luchtbeschermingsdienst. De eigen brand­ spuit was door de bezetter gevorderd en werd aan het strand van Ouddorp gebruikt om gaten te spuiten voor het plaatsen van palen waarop rmjnen werden bevestigd. De palen werden zodanig geplaatst dat ze met de laagste stand van het water nog onder bleven staan teneinde een eventuele invasie vanuit zee te voorkomen. Voor het verrichten van die gedwongen werkzaamheden waren A. Peekstok en Izak van den Nieuwendijk ook gevorderd. Piet de Blok uit Middelharnis was voor hetzelfde karwei eveneens gevorderd. De brandspuiten van alle Flakkeese dorpen werden daarbij ingezet. Die van Herkingen hield het het langst vol! Het brandweermateriaal was na het gebruik door het zoute zeewater en het zand onbruikbaar geworden.

Contact

Na de oorlog heeft gemeentesecretaris J. Knape Mzn. contact gelegd met de familie T. A. Allen in Engeland. Het was de zesde vlucht van Allen toen hij met zeven van zijn vrienden in Sommelsdijk de dood vond. Later heeft F. H. Allen, een broer van de piloot­gezagvoerder, contact opgenomen met ondergetekende. Via deze man, die vorig jaar is overleden, werden verschillende Flakkeese crashes in Engeland gevenfieerd. Mijn vrouw en ik hebben de contacten uitgebreid naar een zuster van K. J. Power en met een neef van R. J. Newens. Zij hebben met hun respectievelijke echtgenoten hier gelogeerd en uiteraard een bezoek gebracht aan de graven van hun dierbare familieleden. Zij waren onder de indruk van de eenvoudig aangelegde Begraafplaats en vonden de verzorging naar hun tevredenheid.

De omgekomen oorlogsvliegeniers liggen naast elkaar begraven in een collectief­graf 29­32. Voor elk bemanningslid is een grafsteen geplaatst waarop zijn personalia staan vermeld. Een copie van een vleugelpunt, gemaakt door leerlingen van de Technische School te Middelharnis, is bij de ingang van de Begraafplaats als aandenken geplaatst.

RS.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog kwamen in totaal 35 vliegtuigen op Flakkeese bodem terecht. De bemanning van sommige toestellen wisten een geslaagde of gedeeltelijk geslaagde noodlanding te maken. De andere stortten neer met alle gevolgen van dien. Eén keer vond er in de lucht boven Achthuizen een collision (= botsing) plaats. Dat was op 6 oktober 1944. Verder zijn er emge tientallen vliegtuigen in

Verder zijn er emge tientallen vliegtuigen in de omgeving van Ouddorp in zee gestort. Er zijn dan ook vele oorlogsvliegers op het strand van Ouddorp aangespoeld. Voor meer informatie raadplege men hoofdstuk 25 van het boek 'Blijvend Gedenken', de Tweede Wereldoorlog op Goeree­Overflakkee.

Hoogachtend, D. Hoogzand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen