Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dodenherdenking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dodenherdenking

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op de avond van de vierde mei 1945 heerste in onze steden en dorpen, voor zover die nog niet door de geallieerden waren bevrijd, een uitbundige stemming. Zo ook in de gemeente Sommelsdijk. Hoewel het bericht dat we „vrij" waren als het ware „uit de lucht" was komen vallen, nam iedereen voetstoots aan, dat het volledig op waarheid berustte. Welk een vreugde onderging men toch en vooral toen de volgende dag van het bevrijdingsjaar de Nederlandse driekleur bovenop de toren in top werd gehesen.Op de avond van de vierde mei 1945 heerste in onze steden en dorpen, voor zover die nog niet door de geallieerden waren bevrijd, een uitbundige stemming. Zo ook in de gemeente Sommelsdijk. Hoewel het bericht dat we „vrij" waren als het ware „uit de lucht" was komen vallen, nam iedereen voetstoots aan, dat het volledig op waarheid berustte. Welk een vreugde onderging men toch en vooral toen de volgende dag van het bevrijdingsjaar de Nederlandse driekleur bovenop de toren in top werd gehesen.

De vierde mei echter worden ieder jaar in ons land de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog herdacht, maar dan hangt de vlag halfstok.

Wie zijn die slachtoffers? Soldaten, mariniers, zeelieden, vliegeniers die in het gevecht gesneuveld zijn; burgers die tengevolge van oorlogs(mis)handelingen waren omgekomen, verzetsmensen die werden gefusilleerd en mensen die hetzelfde lot ondergingen uit represaille, dwangarbeiders die nooit terugkeerden, uitgehongerden voor wie de bevrijding te laat kwam en dan tenslotte het onbeschrijflijke verhaal van de ongelukkigsten die in massa de dood vonden achter het strak gespannen prikkeldraad van de concentratiekampen.

Nooit vergeten

Lange tijd werd in ons dorp op de avond van de vierde mei een „stille omgang" gehouden. Een stoet van rouwenden trok dan van het gemeentehuis op de Voorstraat naar de algemene begraafplaats op het eind van de Molenlaan waar bloemen werden gelegd op de oorlogsgraven. Maar er zaten ook mensen thuis die in stilte hun tranen de vrije loop lieten. Nu nog! Na 44 jaar! Eigenlijk komt er

Nu nog! Na 44 jaar! Eigenlijk komt er nooit een einde aan deze rouw. Vooral in die gevallen waarin het menselijk drama zijn hoogtepunt bereikte. Dat was het geval met twee jongens uit Sommelsdijk (in alfabetische volgorde) Leendert van der Sluijs en Willem Troost.

Met toestemming van de families mag over hen beiden, ja moet over hen beiden eens worden geschreven, hoe gruwelijk hun levenseinde ook is geweest. Niet om de worden opnieuw open te rijten (die wonden helen immers niet) maar meer als een voortdurende getuigenis en als waarschuwing tegen eventuele smeulende resten. Pas op! Men hoeft niet lichtvaardig te denken over een mogelijke herhaling van een of ander totalitaire macht. Men late daarom geen verslapping van

Men late daarom geen verslapping van de NAVO­strijdkrachten toe!

Leen van der Sluijs

Hij werd op 27 maart 1924 in Sommelsdijk geboren en groeide op in een gezin met tien kinderen. Na de lagere school werd Leen koeiewachter bij zijn oom Matth. Groenendijk. Zo begon hij op de Nieuwlandsedijk en Oudkraaijerdijk zijn weg te vinden in de maatschappij. Later was Leen losarbeider.

Toen hij achttien jaar was vertrok hij naar Wilhelmshafen in Duitsland. Het valt te begrijpen dat het hem daar niet beviel. Hij vluchtte zelfs daarvandaan en stond onverwachts voor de deur bij zijn ouders, destijds wonende aan de W. Achterweg in de z.g.n. Woekert. Dat was najaar 1942.

Vanaf die tijd leidde hij een zwervend bestaan. In de zomer van 1943 vertrok hij met Arend Auperlee en Joh. de Boer, eveneens uit Sommelsdijk, voor de z.g.n. Arbeidseinsatz zoals vele jongens van 18 en 19 jaar naar Duitsland moesten gaan. Zij kwamen terecht in Homberg­ Oberessen in Duitsland. Ze werden in een steengroeve tewerkgesteld (zie foto). Vanuit die plaats schreef Leen nog enige brieven naar zijn familie thuis. In Homberg werkten meer Flakkeese jongens. De heren Auperlee en den Boer hebben niet zo lang in die steengroeve gewerkt, zij kregen werk bij de boeren in de omgeving.

Het gebeurde

Op een dag gebeurde er in die steengroeve iets onverklaarbaars. Leendert smeet pardoes een beitel in een van de machines en dat veroorzaakte een ware panieksituatie.

Door het uitvallen van de machine viel er een akelige stilte.

De dwangarbeiders sloeg de schrik om het hart. Onmiddellijk dacht men aan de gevolgen.... Wie zou dat gedaan hebben? Wie zou de schuld krijgen of zou de schuld kollektief gedragen moeten worden?

Maar Leen trad naar voren en zei, „jullie hoeven niet bang te zijn" en verklaarde onomwonden „ik heb het gedaan!"

Onbekend

De familie Van der Sluijs vernam niets van dat al. Na de bevrijding kwamen successievelijk de overlevenden uit Duitsland terug. Telkens kwamen, meest "s avonds, weer enige mannen hoofdzakelijk via Brabant naar hun eigen woonplaats op ons eiland. Maar wie er ook terugkwamen. Leen van der Sluijs niet.... Uit wanhoop schreef de familie een brief naar het Ned. Rode Kruis. Pas op 13 juli 1946, ruim eenjaar na de

Pas op 13 juli 1946, ruim eenjaar na de bevrijdmg, kwam er bericht van het Afwikkelingsbureau Concentratiekampen van het Ned. Rode Kruis Burnierstraat 1. 's­Gravenhage.

Een deel van de tekst luidt: Het doet mij zeer veel leed u te moeten berichten, dat volgens de ten dienste van mijn bureau staande gegevens: Leendert van der Sluijs, geb. 27­3­1924 op 14 november 1944 in het concentratiekamp Dora is overleden.... Was getekend H. Duzink.

Ieder die de brief toen las, hulde zich in stilte. Weliswaar was hiermede een einde gekomen aan de martelende onzekerheid over het lot van Leendert, waarin vooral zijn ouders toen hebben verkeerd, maar de aanvaarding van deze boodschap was een geheel andere zaak. Van het Rode Kruis werd verder geen informatie meer ontvangen totdat in 1984 achterneef Izaak van der Sluijs aan de deur verscheen bij Joh. van der Sluijs, broer van de omgekomene en wonend Hob. de Krijgerlaan 8, Sommelsdijk.

Izaak was opgebeld door de heer A. van Dijk uit Kampen en die wist meer van Leendert af Uiteraard nam Johannes direkt kontakt op met de heer van Dijk hetgeen resulteerde in de toezending van een intens gruwelijk verhaal. „Ik was wel blij", zegt Johannes nu, „dat

„Ik was wel blij", zegt Johannes nu, „dat mijn ouders toen niet meer leefden". Zij konden dus geen kennis meer nemen van de wijze waarop hun zoon in het concentratiekamp Dora was omgebracht.

Uit het relaas

wij zullen nooit op anderen over kunnen dragen hoe het daar werkelijk was. Op den duur had je nog maar één verlangen en dat was dat er enkelen levend uit zouden komen om te vertellen wat er was gebeurd

Leen was letterlijk in mekaar geslagen. Zijn gezicht was door de klappen tot een bloederige brij veranderd. Daarna werd zijn lichaam van de bovenverdieping naar beneden gegooid

Verdere details kunnen beter achterwege worden gelaten „maar dit vreselijke levenseinde moet je wel schrijven" zegt zijn broer Johannes nu na 45 jaar.

Laat het gelden als een aanklacht en als een waarschuwing voor de toekomst aan iedereen die zich mens wil noemen!

Willem Troost

Willem werd op 18 maart 1923 te Sommelsdijk geboren en groeide op in een gezin met zes kinderen van wie één kind vroeg is overleden.

Willem was slechts zes jaar toen zijn moeder stierf Toen hij van de lagere school kwam, ging hij bij zijn vader op het land werken (zie foto). In juni 1943 was Willem een van de vele jongens die op 18­ en 19­jarige leeftijd in het kader van de Arbeitseinsatz in Duitsland te werk gesteld werden.

Hij kwam terecht in Frankfurt­am­ Main en werkte er op het Bahnhof

Waarom dit gebeurd is, zal niet meer te achterhalen zijn. Was het sabotage, was het een onbezonnen daad van een onvolwassene of was het de bitterheid van zijn lot die een escapade vond in het wegsmijten van de beitel? Niemand weet het.

Zekerheid is er alleen omtrent het feit dat de Duitsers het op sabotage hielden en zij pakten Leen meteen op en voerden hem af. Zijn vader stuurde elke weckeen levensmiddelenpakket op, maar helaas, niet alle pakketten werden ontvangen.

Met Pasen in 1944 stond Willem plotseling voor de deur van de familie C. Kievit aan de O. Achterweg, Sommelsdijk (Kievit is met zijn zuster Aria getrouwd). Willem was voor tien dagen met verlof gestuurd omdat hij tijdens een luchtbombardement o.a. op zijn armen fosfor­brandwonden had opgelopen.

Ondergedoken

Nu Willem weer op Flakkee was, ontstond het idee maar niet meer terug te gaan naar dat vijandige en gevaarlijke land. Het enige wat in zijn omstandigheden mogelijk was, was onderduiken. De familie Kievit had kennissen in Rhenen en daar kon Willem onderduiken. Daar is hij slechts kort gebleven en hij kon daarna bij de familie van Ingen in IJzendoorn zijn „vaste" onderduikadres verkrijgen.

In Rhenen had Willem een vriendin gekregen. Overdag werkte hij in de Betuwse kersenboomgaarden en was o.a. ingeschakeld bij het „kersen keren" het met de ratelaar verjagen van spreeuwen die nu eenmaal verzot zijn op de heerlijke, zoete kersevruchten.

In zijn „vrije" tijd ging Willem naar zijn vriendin en dat werd hem op een avond noodlottig. Op klompje en gekleed in zijn korte jasje met pet op. toog de jongeman naar Rhenen. Onderweg werd hij door de Grüne Polizei aangehouden en opgepakt Vanuit een school in Kesteren door een w.c.­raampje had Willem kans gezien een briefkaart naar buiten te gooien, waarop met potlood stond geschreven: „ik ben opgepakt en ga naar Amersfoort".

De goede vinder van de briefkaart had met inkt het adres overgeschreven en zo ontving Willem Troost Sr. wonende aan de Oudelandsedijk van Sommelsdijk dit verlammende bericht.

Op bezoek

Willem's enige zuster Aria, die ontzettend veel van haar broer hield, nam het besluit haar gevangengenomen broer te gaan bezoeken. Zij reisde naar Arnhem alwaar Willem in de strafgevangenis terecht was gekomen en dus niet in Amersfoort zoals later bleek. Aria ging regelrecht (op aanwijzingen van geraadpleegde burgers) naar het bureau van de Duitse machthebbers. Die gaven haar te kennen dat Willem

Die gaven haar te kennen dat Willem aan het werk was en langs de aangegeven route, waarover haar ongelukkige broer met zijn lotgenoten in de late namiddag naar de gevangenis zou terugkeren, ging Aria in het gras zitten wachten. Ze had vreselijke dorst en ging wat te drinken vragen bij mensen die daar langs de weg woonden. Ze kreeg een grote beker melk. Daarna ging zij weer in het gras zitten en spoedig daarop kwam onder militaire begeleiding een kolonne voortmarcherende gevangenen. Aria klampte een Duitse militair aan en smeekte om haar broer, die in de kolonne liep, alsjeblieft te mogen spreken. Dat lukte wonderwel. Daar zaten broer en zus in het gras, doordrongen van de wanhopige situatie.

„Zullen we samen weglopen" opperde Aria, maar Willem wees dat van de hand. „Nee", zei hij, „dan schieten ze ons allebei dood".

Daarop namen ze afscheid en Willem verdween in het groen waar achter de strafgevangenis schuil ging

Die dag kon Aria niet meer naar huis terug keren en kreeg door een personeelslid van de N.S. overnachting aangeboden

Op transport

Willem werd toch nog naar Amersfoort getransporteerd en kwam terecht bij de in 1944 te Putten gearresteerd burgers, \an wie later in totaal 598 Puttenaren naar Duitsland op transport werden gesteld, na aanvankelijk in Amersfoort te zijn ondergebracht.

Ook in Amersfoort wilde Aria haar broer gaan bezoeken maar door de oorlogsomstandigheden was dat toen niet meer mogelijk. Altijd heeft de familie Troost hoop gehad dat Willem toch eens zou terug komen.

Hij had toch immers niets gedaan?? Tijdens het verdere verloop van de oorlog heeft men niets meer van Willem mogen vernemen.

Onzekerheid

Niet lang na de bevrijding bleken er in de Witte de Withstraat te Rotterdam, op het kantoor van een of andere krant, lijsten ter inzage te zijn waarop de namen stonden vermeld van nog in leven zijnde Nederlanders die om gezondheidsrede­nen of anderszins nog altijd in Duitsland verbleven en niet direkt naar Holland konden komen.

Dat was de familie Troost ter ore gekomen Minstens twee keer per week fietste Willem Troost sr. (uiteraard na met de boot over het Haringvliet te zijn gezet) naar Rotterdam. De tram reed nog niet en de fiets had slechts surrogaatbanden Zwager C. Kievit is ook wel mee gegaan. Elke tocht werd tevergeefs ondernomen. De teleurstelling werd al groter en groter en de kans dat Willem de oorlog zou hebben overleefd, verminderde met de dag. Het was om er wanhopig van te worden.

Het bericht

Medio augustus 1945 verscheen notaris Hempenius uit Middelharnis bij de fam. Kievit­Troost aan de O. Achterweg. De notaris was via het Ned. Rode Kruis te weten gekomen wat de feiten waren en die feiten waren hard. Hij was reeds bij vader Troost aan de

Hij was reeds bij vader Troost aan de Oudelandsedijk geweest en vertelde nu het droevige relaas aan Aria met het verzoek onmiddellijk naar haar vader te gaan.

Ze hebben het bericht, dat Willem op 12 december 1944 in het concentratiekamp Neuengamme was omgekomen, samen met de andere familieleden moeten aanvaarden.

„Wat God ons aandoet is te verwerken", zegt Aria, „maar wat de satanische macht veroorzaakt, is niet te accepteren en ik hoop van God de kracht te mogen ontvangen, de moordenaars van mijn broer niet te zullen wreken!"

Het laatste nieuws

Kennissen hebben later aan de familie Kievit­Troost laten weten dat er iemand uit de gemeente Lienden het concentratiekamp Neuengamme had overleefd en kennis droeg van Willem's verblijf aldaar.

Per omgaande werd onmiddellijk met de man kontakt opgenomen. Het was Huib Kwint uit Meerten N141 Lienden en die schreef een brief die Aria nooit aan haar vader heeft laten lezen....

Vermoedelijk zal Willem een week of zes in Neuengamme gevangen hebben gezeten. Door ziekte was hij ernstig verzwakta en zieke gevangenen waren daar nog minder in tel. Aan gruwelijks mishandelingen is Willem op 12 december 1944 bezweken. Herdenking

Herdenking

Op 4 mei worden de doden uit de Tweede Wereldooriog herdacht. Eigenlijk moeten wij de slachtoffers altijd herdenken.

In vele plaatsen staan er monumenten ter nagedachtenis aan hen die vielen. Mevr. Kievit­Troost zou zo graag willen, dat de gemeenschap er meer aandacht aan zou schenken. Om het van geslacht op geslacht door te geven. Ondergetekende heeft beide families v.

Ondergetekende heeft beide families v. d. Sluijs en Troost beloofd, dit met onze burgemeester mevr. Sleurink­Rabbinge op te nemen en heeft er een passend idee over gevormd om alle gevallenen uit de Tweede Wereldoorlog die tot de gemeente Middelharnis behoren, voor altijd te gedenken.

Hierover zal ik u later nadere informatie verschaffen.

Met heel veel dank aan de redaktie,

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 mei 1989

Eilanden-Nieuws | 14 Pagina's

Dodenherdenking

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 mei 1989

Eilanden-Nieuws | 14 Pagina's