Zeiljacht + b.b. motor = motorjacht
Kantongerecht Sommelsdijk:
Samen met haar levenslustige poedeltje en haar zoontje, dat rotjochie van 13 was ze- de verdachte C. A. - vrijdagmorgen naar de zitting van het kantongerecht te Sommelsdijk gekomen. Terwijl het poedeltje in de wachtkamer zich over de poets die hij z'n mamma gebakken had en waar ze zich zo over opwond, want zeg nou zelf: „niet ik..., maar hij heb'het toch gedaan?" Toch moest mamma voor 't hekje verschijnen als zondares tegen het wegenverkeersreglement... /
* „En ik had dat joch nog zó gewaarschuwd!"
* Boze transportondernemer . betaalt Justitie geen cent
Zegt dat niet voldoende duidelijk dat je als automobilist(e) niet een fietser voort mag trekken? En wat zag de politie daar, op dat stille Ouddorpse weggetje? Dat was tich heus mevr. A. die met haar auto een fiets met daarop haar zoontje voorttrok, dat loog er niet om.
„Dat klopt" beaamde verdachte, waarop ze haar verhaal afstak van de ontmoeting met haar zoontje, ergens in het onbekende Ouddorpse. Ze had de weg gevraagd en toen die gewezen was klampte haar fietsende zoon zich al te letterlijk aan moeder vast, ook toen die in haar autootje wegtufte. „'k Heb hem wel driemaal gewaar
„'k Heb hem wel driemaal gewaarschuwd dat'ie dat laten moest!" zo probeerde de verdachte de kantonrechter en de Officier, Mr. Schravendijk en Mr. Scheffers van haar onschuld te overtuigen, maar 't knaapje dacht er niet aan los te laten, 't ging kennelijk wel goed zo.... totdat 40 meter verder de agent toesloeg.
„U had toch kunnen stoppen en hem bij z'n lurven kunnen pakken?" suggereerde de Off., waarmee hij overigens op het knaapje en niet op de agent doelde. „Theorie menheer!" wierp verd. tegen,
„Theorie menheer!" wierp verd. tegen, „theorie". De Officier kon daar wel in meedenken,
De Officier kon daar wel in meedenken, vooral toen mevr. duidelijk maakte dat haar lichaam het niet toelaat zomaar eventjes losjes uit te stappen, „instappen gaat wel, maar uitstappen..."
't Bleek eigenlijk allemaal theorie, ook de suggestie van de Officier om het knaapje een poosje van zakgeld te versteken.
De verdachte had een beschikking van ƒ 60,- ontvangen maar die had ze niet betaald omdat ze ten kantongerechte het gebeurde toch wel even nader uit wilde leggen, zoals ze omstandig had gedaan. De Off. eiste ƒ 50,- en de kantonrechter verminderde dat nog eens tot ƒ 45,- waarmee mevr. niet helemaal ontevreden leek.
Geen cent. . !
Transportondernemer J. de B. uit Den Bommel is niet van plan een cent te betalen van de 1200 gulden waartoe hij gevonnist werd. Een drietal chauffeurs had overtredingen begaan tegen het rijtijdenbesluit, een van hen had de shakelorganen van de tachograaf niet juist bediend en voor dat alles werd verd. de B. verantwoordelijk gesteld.
Het werd justitie niet in dank afgenomen, want „ik neem dat niet'" liet verdachte nadrukkelijk weten. Hij stelde duidelijk geen verantwoordelijkheid te willen dragen voor de gedragingen van het personeel dat onderweg soms een tijdlang in de kroeg zit.
„Ik betaal het absoluut niet, laat ze er zelf maar bijkomen en laten ze zichzelf maar verantwoorden", liet verd. geërgerd horen. „Al moet ik er 'k weet niet hoelang voor zitten, ik betaal niks!" De Officier maakte een optelsom en
De Officier maakte een optelsom en kwam tot een eis van ƒ 1350,-waarvan de kantonrechter ƒ 1200,- maakte. Verd. de B. gaat in hoger beroep in de goede hoop dat daar meer begrip zal zijn voor zijn standpunt dat hij toch niet verantwoordelijk geacht kan worden voor wat zijn chauffeurs onderweg doen waardoor ze met hun werktijd in conflict komen ?
Forse botsing De Stellendamse mevr. van D. begreep
De Stellendamse mevr. van D. begreep nog steeds niet hoe het ongeluk op de kruising Provinciale weg - Brielsestraat te Stellendam had kunnen gebeuren, terwijl ze - vanuit stilstand voor de stopstreep - samen met de buurvrouw nog wel - toch heel goed had uitgekeken of er op de voorrangskruising toch geen auto naderde. Samen hadden ze de naderende auto, bestuurd door G. van S. uit de Oostdijk niet opgemerkt en de knal, midden op de kruising was dan ook hevig geweest.
De vader van van S. was vrij ernstig gewond geraakt. Desgevraagd kon de verd. thans niet meedelen of 's mans gewonde oog behouden was gebleven. Ze had wel een aantal keren contact gehad maar de andere partij had daar weinig vriendelijk op gereageerd waarna het contact achterwege was gebleven.
De Off. geloofde wel dat de verdachte op dig punt haar best had gedaan, maar minder goed was hij te spreken over haar rijgedrag: „een ongeluk zit in een heel klein hoekje en een auto is in een wip bij je!" vermaande de Officier. De verontschuldiging van de verd. dat de andere partij toch wel erg fors moet hebben gereden hielp daar niets aan.
Filosoferend over zijn eis meende de Off. het beter een geringere geldboete te vragen- „die moet tenslotte toch door de man worden betaald" maar wel het rijbewijs van de verd. een poosje in te nemen. Daar schrok ze hevig van „want", zei ze, „m'n man is chauffeur en die moet ik in de nacht brengen en halen". Desniettemin eiste de Off. ƒ 175,- en 4 mnd. ontzegging van de rijbevoegdheid. De kantonrechter was wat milder in zijn vonnis, het werd ƒ 125,- en een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid voor 4 maanden.
Eendjes gevangen
Verd. G. W. had in een Oostflakkeese sloot met een schepnet wat jonge slobeentjes gevangen en ze mee naar huis genomen. Van verd. verschenen toendertijd regelmatig advertenties waarin hij gevogelte aanbood, maar de gevangen eentjes waren, naar hij stellig beweerde, voorbestemd geweest voor de vijver die hij in zijn tuin aangelegd had. Verd. M. A. van R. had hem vergezeld maar hij had geen hand uitgestoken. Desniettemin werd hij gevonnist tot een geldboete van ƒ 80,- en een van ƒ 50,- omdat hij moet hebben geweten dat verd. W. geen akte had en bovendien een ondeugdelijk middel voor het vangen gebruikte: „als ik ze dan met een geweer geschoten
„als ik ze dan met een geweer geschoten had dan had dat een deugdelijk middel geweest, dan had ik die boete misgelopen" begreep verd. W. en dat kon eigenlijk moeilijk worden ontkend al zou daar dan ook weer rekening mee gehouden zijn in de „tariefstelling" zoals de Officier die thans hanteerde.
Verd. had geen vergunning om daar te jagen, dat kostte hem wat de Off betrof ƒ 300,- voorts had hij geen jachtacte en honoreerde de Off. met/ 100,- terwijl het ondeugdelijk middel werd bestraft met ƒ 50,- De kantonrechter maakte er resp. ƒ 275,-, ƒ 80,-en ƒ 50,-van.
De verd. I. C. Z. had, terwijl ze in 't donker met haar auto op de Hobbemastraat te Middelhamis linksaf sloeg richting Donkereweg, een voetganger aangereden. Ze erkende eerlijk de man niet te hebben gezien, misschien ook omdat hij nogal donker gekleed ging. Ook voor haar dreigt intrekking' van het rijbewijs bij een volgende overtreding nu ze werd gevonnist tot ƒ 225,- en 4 mnd. vw. ontzegging.
Winkeliers C. W. van W. uit Stellendam was vorig jaar september het spoor bijster geraakt toen hij met een bocht de Brielsestraat inkwam en daarnaar zijn zeggenplots door de laagstaande zon werd VCFblind. Hij raakte een auto maar ook de man die die auto een wasbeurt gaf met voor de man ernstig letsel als gevolg. „Een heel vreemde manoeuvre" stelde
„Een heel vreemde manoeuvre" stelde de Off. vast liever had hij gehad dat verd. op de laagstaande zon berekend was geweest en zijn voertuig tijdig tot stilstand had gebracht maar verd. stelde spijtig vast dat het daarvoor talaat was geweest. Verd. schrok van de eis tot betaling van een geldboete van ƒ 200,- en een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid van 4 maanden. ,,Het is niet tengevolge van moedwil of
,,Het is niet tengevolge van moedwil of door onverschilligheid gebeurd", zo bepleitte hij een lagere boete, waarin de kantonrechter hem ietwat tegemoet kwam, het werd ƒ 175,- en 4 mnd. v,«i» ontzegging.
Zeilboot + b.b. motor = motorboot, zoals we in de kop boven dit artikel al hebben neergeschreven. Het klopt althans volgens het vaarreglement dat ter zitting werd geraadpleegd in de zaak tegen pleziervaarder J. C. de V. Hij was, komend van zee, enkele honderden meters voor de haven van Stellendam door een politieboot waargenomen om later, in de haven te worden verbaliseerd. Hij zou geen goed toplicht hebben gevoerd. Verd. had er toen niets van begrepen en ook nu ontging hem de juistheid van het procesverbaal, een mening waarin zijn exemplaar d.d. 1965 van het vaarreglement hem staafde, want wat kon er nou fout zijn aan een wel terdege ontstoken 3 kleurentoplicht...? Lezing van het vaarreglement maakte
Lezing van het vaarreglement maakte duidelijk dat in art. 2 lid I, aanhef en sub c als motorvaartuig wordt gekwalificeerd een vaartuig dat door- of mede door eigen mechanische kracht of door of mede door een opduwer wordt voortbewogen, ook wanneer gedurende de vaart de voortstuwingswerktuigen tijdelijk niet in werking zijn.
In het geval van de verd. impliceerde dat dat hij niet een zeiljacht- maar een motorvaartuig bevoer tengevolge van zijn 6 PK buitenboordmotor. Voor een motorjacht is een andere verlichting verlangd dan voor een zeiljacht zodat de verbalisanten formeel gelijk hadden toen ze verd. verbaliseerden. Voor het aanbrengen van de verlichting die hij voert wanneer de zeilen gestreken zijn had verd. nog geen tijd gehad.
.Hij vond het knap ver gezocht zo'n definitie van wat een motorvaartuig is: „zal ik m'n zeiljacht dan maar als motorjacht proberen te verkopen?" schamperde hij. Hij kwam er overigens af met een geldboete van ƒ 50,- Verd. besloot niet in hoger beroep te
Verd. besloot niet in hoger beroep te gaan, wal zal hij bij de ANWB informeren naar de juistheid van de stelling dat een zeüend jacht .met een niet werkende buitenboordmotor toch als motorvaartuig dient te worden aangemerkt.
Twee op een dag
Verd. P.C.N, uit Middelhamis moet wel een onfortuinlijke dag hebben gehad toen hij op eén dag op vrijwel dezelfde weg tweemaal werd bekeurd. Dat gebeurde op het Korteweegje te Dirksland waar hij wegens een snelheidsovertreding op de bon ging terwijl hij in de bocht bij de watertoren werd gesnapt op het overschrijden van de niet onderbroken witte lijn.
Het eerste kon verd. niet ontkennen, het tweede evenmin maar daaraan verbond hij de stelling dat de belijning van de bocht eigenlijk onjuist is. Het pleitte verd. ook op dat punt niet vrij waarom hij werd gevonnist tot het betalen van ƒ 135,- wegens de snelheidsovertreding en ƒ65,- wegens het overschrijden van de streep.
DejongemanC. J. P. uit Stellendam had zijn brommer voorzien van nogal wat vreemde onderdelen, kennelijk met de bedoeling het karretje wat op te voeren, al ontkende verd. dal ten stelligste, het ding zou hooguit 40 km per uur hebben gelopen. Ook ontkende hij op de weg te hebben gereden, hij was niet buiten de berm geweest maar hem werd snel aan het verstand gepraat dat de berm van de weg ook tot de weg behoort. Verd. was er ook nog vandoor gegaan voor de politie die hem signaleerde maar hij was snel achterhaald. Twee geldboetes, samen ƒ 90,- waren zijn deel.
Heel wat bekaaider kwam J. C. v. d. W. uit Melissant er af Hij had gereden in een cross-auto, zonder voorremmen en zonder verzekering. Verd. die in de auto, eigendom van H., een versnellingsbak had ingebouwd had zijn werk even willen testen en naar hij stellig meende was de weg waarop hij dat deed geen openbare weg. Het kwam te staan op twee geldboetes van elk ƒ 125,-
Ter plaatse oriënteerden de Off. en de kantonrechter zich van de overtreding van een bewoner van de Duivenwaardsedijk te Nieuwe Tonge. Hij had in 1979 al een zwembad gebouwd zonder vergunning van B en W. De eis van de Off was ƒ 2000,- de kantonrechter vonniste tot ƒ 1500,- Met deze uitslag is de gemeente gerechtigd de betrokkene te sommeren de overtreding ongedaan te maken, c.q. het clandestien gebouwde te verwijderen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 16 juni 1981
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's
