Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Overdenking uit de Heilige Schrift

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Overdenking uit de Heilige Schrift

Pinksteren

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

VEATI CREATOR SPIRITUS

Bede om de Geest

„Gij geest, kom aan van de vier winden, en blaas in deze gedoden, opdat zij levend worden."

(Ezech. 37 : 9)

Dat zij onze bede in deze dagen van herdenken. Die bede moest er zijn, want de dood is overal waarneembaar. Waar wij ook zien rondom ons en in ons, al- lerwegen werkt de dood. De dood, die door de zonde veroorzaakt wordt en daarom met de zonde zo dikwerf gelijkgeschakeld wordt. De zonde heeft een ontbindende kracht.

Gelijk een lichaam meer en meer ontbonden wordt door de doodskrachten, die er in werkzaam zijn en die geen orgaan onaangetast laat, zo heeft ook de zonde geen orgaan van ziel en' lichaam gelaten zo het was; alles wordt door de zonde aangetast en het doodskleed is daar over uitgestrekt.

Alle Adamskinderen zijn door die dood verwoest en derven de heerlijkheid Gods. Niet alleen de enkeling echter, maar

Niet alleen de enkeling echter, maar ook de samenleving is aangetast door de zonde en in welke verhouding God de mens ook stelt, overal is de dood.

Kerk en staat, gezin en maatschappij zijn er door aangetast. En in deze tijden is het beeld, dat wij waarnemen, wanneer wij mogen zien, gelijk aan dat van Ezechiël, zoals hij dat beschrijft in Hfdst. 37 van zijn profetieën.

Het was waarlijk eeri huiveringwekkend gezicht, dat hij te zien kreeg: Een vallei vol met beenderen, doodsbeenderen, die zeer dor waren. Er waren geen levenskrachten meer in. En als de Heere aan Ezechiël vraagt, of deze dorre beenderen weer leven zullen worden, dan antwoordt hij: Heere, Gij weet het.

Ezechiël belijdt hierin: Heere, Gij zijt de almachtige, Gij vermioogt alle dingen'. Gij zijt ook in staat om leven te verwekken, daar waar het niet is, ja zelfs daar waar de leven tegengestelde krachten werkzaam zijn. Want het is niet alleen zo, dat er geen leven is en verder niet, zoals een steen. Een steen heeft geen levenskracht, maar daarin is ook geen ontbindende kracht. Daar is meer. Daar is in die beenderen: de alle leven verwoestende kracht van de dood. Zo is ook de mens. De mens is geen steen, geen stok, geen blok. Ware hij dat maar, maar het is erger. De dood der zonde werkt als vijandschap tegen God in de mens, als enkeling, en in de mensheid in al zijn verhoudingen. En toch zegt Ezechiël: Heere, Gij weet het. Want die God, die gezegd heeft in de geboortestonde der wereld: Daar zij licht en er werd licht, die God spreekt maar: Daar zij leven en er zal leven zijn.

Naar Goddelijke opdracht heeft EzecWel geprofeteerd legen de dorre beenderen, en er is beroering ontstaan in de vallei van dorre beenderen, ja de Geest des levens is gekomen van de vier winden des aardrijks en er is leven gekomen. O, Geest kom van boven, ontwaak en

O, Geest kom van boven, ontwaak en kom! Laat het de bede mogen zijn m de dagen! van herdenking van de uitstorting des HeUigen Geestes. Die Geest alleen kan leven verwekken.

Wanneer die Geest komt in het hart van de dode zondaar, zal het geestelijk leven worden verwekt. Laten wij er de volle nadruk eens op mogen leggen, dat doden xevend gemaakt worden. Dat is het wonder van almachtige genadewerking door de Heilige Geest. Ezech. 37 doet het ons in het bijzonder zien en het is de zalige ervaring van Gods kinderen op de aarde, dat zij als doden leverid gemaakt zijn.

Daar is geen voorbereiding van 's men sen zijde tot die daad. Er mogen dan van Gods zijde, zoals sommigen onzer oude Godgeleerden stelden, sommige voorbereidende werkingen zijn, allen, die de Gereformeerde Waarheid liefhebben, belijden het met hun ganse hart. Doden zijn en worden levend gemaakt en dit is het werk van Gods Heüige Geest alleen.

Al gebruikt de Heere de middelen, zoals de prediking van het Woord, het van God ingestelde middel is, tot de verrichting van dat grote werk, de Geest is het die levend maakt. En dat is niet alleen bij de aanvang, maar ook bij de voortgang.

De kennis daarvan zal Gods kinderen in afhankelijkheid van het werk des Geestes gedurig doen verkeren, wetend, dat zij zonder dezelve onbekwaam zijn om ook maar iets te doen. Zij kunnen niet bidden, geloven, volharden, liefhebben, tegen de zonde strijden, en tot welke geestelijke werkzaarnheden God hen ook roept. In dat alles zijn zij afhankelijk van de leven verwekkende invloeden van Gods dierbare Geest. En hoe meer Gods kinderen aan hun totale onbekwaamheid ontdekt worden, des te meer zullen zij ook gaan vragen om de lieve werkingen van de Geest des Heeren in hun hart. Die Geest des Heeren maakt hen ge

Die Geest des Heeren maakt hen gedurig een voorwerp van de bedlening van Christus. Dat is Zijn werk, als Christus' pleitbezorger op de aarde. Christus verheerlijken in het hart van Gods volk. Zijn beeld in hun ziel graveren en daartoe moet het beeld des satans, dat wij door de zonde dragen, uitgewist worden.

Het is Gode-verheerlijkend wat Gods Geest werkt. Waar dit werk in de enkeling verheerlijkt wordt, zal het ook zijn vrucht gaan dragen m de plaatsen waar God die mens stelt. Dan zal die Geest des Heeren ook werkzaam zijn in zijn levenshoudmgen en daarom moeten wij er rekening mee houden, dat herstel van Gods kerk alleen mogelijk is door de ruimere werking van de Geest des Heeren.

Het is een droevig teken' van verval in onze tijden, dat de werkingen van de Heilige Geest zo veel gemist worden en dat men daarbij tevens zo tevreden is. Hij kan zo gemist worden. De droeve toestand van de kerk m onze donkere tijden is een gevolg van het kunnen missen van de Geest des Heeren. Alle door mensen ter hand genomen middelen zullen blijken ijdel te zijn, v/anneer daaraan niet tevens bepaald wordt de bede: kom. Geest van de vier winden des aardrijks.

O, als de wateren des Geestes gaan vloeien in het heUigdom des Heeren, als de winden des Geestes gaan waaien in de hof der kerk, zal Gods kerk weer met heerlijkheid en sierlijkheid beldeed worden.

De Heere geve dat, dat bovenal onze 'bede zij in betrekking Neerlands vervallen Sion: Kom, Geest des Heeren.

Wanneer Gods kerk weer op zijn plaats zou zijn, zou daarvan ook kracht uitgaan in het midden van een van God vervreemdend volk. Welk een' getuigenis kan er uitgaan tot de wereld van een verscheurde kerk.

Het is alles aan elkaar verbonden en voor alles, ja voor alles en overal is het nodig dat Gods Geest wederkome.

De heerlijke vrucht van het saamverbindende werk des Geestes staat tegenover de droevige werking van de alles ontbindende kracht van de zonde en de dood.

Zie maar verder in Ezech. 37. De Heere toont het aan Ezechiël, dat Hij weer vergadert wat verscheurd is en verbroken, want alzo zegt de Heere: „zie. Ik zal het hout van Jozef, dat in Efraims hand geweest is, en van de stammen Israels, zijn metgezellen, nemen, en Ik zal dezelve met hem voegen tot het hout van Juda, en zal hen maken tot een enig hout; en zij zullen één worden in mijn hand.

Gods Geest herstelt, wat door de zonde verscheurd en verbroken is.

De breuk tussen God en de ziel moet ons doen vragen: Kom, Heilige Geest.

De breuk in Gods kerk moet ons doen vragen: Kom, Heilige Geest.

Alleen door almachtige werking van Gods vernieuw^ende genade zal alles hersteld kunnen worden en daarom geve de Heere het, dat het de bede van Zijn volk in het bijzonder zij: Kom, gij geest, blaas in deze gedoden, dan strijden wij niet meer. Laat Juda toch Efraim niet langer benauwen, maar vinden WIJ elkaar in de verootmoediging voor het aangezicht des Heeren met de éne bede: Kom, Geest des Heeren. Laten Wij alzo mogen zijn, zoals de kleine discipelenkring: Deze allen v/aren eendrachtig, volhardende in het bidden en smeken en hun bede is zeker geweest:

Kom, Geest des Heeren. Veni, creator spiritus.

Rotterdam. Ds. A. Vergunst.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 mei 1971

Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's

Overdenking uit de Heilige Schrift

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 mei 1971

Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's