Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voorlezen een oude functie met nieuwe mogelijkneden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voorlezen een oude functie met nieuwe mogelijkneden

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat een voorlezer is, behoeven wij voor kerkgangers van de eilanden niet toe te lichten. In vele kerken van deze streek kent men immers deze functionarissen nog. Niet alleen van naam maar ook van stem Menige voorlezer heeft het in zijn „vak" ver gebracht, al moeten wij er aanstonds aan toevoegen, dat men voor het instituut van voorlezer niet altijd de juiste persoon heeft uitgeltozen. Ieder kent de verhalen wel, die er in omloop zijn over voorlezers, welke steeds de klemtoon verkeerd legden, en die bij moeilijke woorden altijd in de knoop kwamen.

Toen ds. R. W. Steur afscheid nam van Ouddorp, heeft hij o.a. de voorlezer Voogd toegesproken. Op de foto van de gerestaureerde kerk der Gereformeerde Gemeente te Middelharnis kon men zien, dat de voorlezer een nieuwe lezenaar heeft ontvangen, een bewijs dus dat hij in deze gemeente zijn plaats nog niet verloor. De Hervormden van Middelharnis herdachten vorig jaar het vijftigjarig voorlezersschap van de heer I. Zaaijer, die niet lang na zijn jubileum viering is overleden. Gedurende anderlialve eeuw werd het voorlezersambt te Middelharnis waargenomen door een lid van dezelfde familie.

Deze enkele feiten wijzen erop, hoezeer de voorlezer alhier een gewaardeerde figuur was en op diverse plaatsen nog is. Er zijn echter ook heel wat dorpen, en vooral steden, waar de voorlezer een onbekende verschijning werd. Te Sommelsdijk is na het ontslag van de laatste voorlezer (1 januari 1956) geen opvolger meer benoemd.

Waren het aanvankelijk de Gereformeerde Kerken, die tot afschaffing van het voorlezersinstituut overgingen, weldra volgden de Hervormde Kerk, de Chr. Geref. Kerken enz. Dit proces schrijdt nog steeds voort, ofschoon er genoeg gemeenten zijn, die er niet aan denken de voorlezer zijn congé te geven.

Merkwaardig, dat juist in de liturgische kring voortdurend op eerherstel van het voorlezersschap wordt aangedrongen Zij, die tot afschaffing van de voorlezer overgaan, doen dit omdat zij de Schriftlezing, liet voorlezen van Wet, geloofsbelijdenis en soms ook van de psalmen, liever in handen geven van de dominee zelf. Hier gelden alleen prac- UscJte overwegingen.

De liturgievernieuwers vragen echter uit liturgische motieven om eerherstel. Zij zeggen, en dit is stellig in de zin van de reformatorische eredienst, dat de gemeente een werkzaam aandeel in d'e godsdienstoefening behoort te hebbon. De predikant is geen priester, die alléén gerechtigd is om de handelingen van de eredienst te verrichten. Voor zover het niet de specifieke ambtstaken betreft als verkondiging van het evangelie, bediening der sacramenten, opleggen van de zegen e.d. kan de gemeente haar medewerking verlenen en behoort zij dit te doen. O.a. bij de Schriftlezing. De voorlezer behoeft dan ook geen ouderling te zijn, het mag zo maar iemand uit 'de gemeente wezen, die voorlees-capaciteit bezit. Zijn hulp, in de eredienst verleend, duidt op de mondigheid der gemeente.

In de laatste tijd bepleitten overigens ook figuren als de confessionele theoloog dr. A. F. N. Lekkerkerker en de gereformeerde predikant dr. C. Gilhuis de wederinvoering van het voorlezersschap.

Vroegere taak

Wordt aldus getracht de voorlezer in waarde te laten, de functie die de voorlezer eens had, krijgt hij niet meer terug. Na de kerkhervorming viel juist aan de voorlezers een belangrijke taak ten deel. Zij moesten voor de dienst één of meer hoofdstukken uit de Bijbel lezen tot onderricht van ongeletterde kerkgangers.

Tot diep in de vorige eeuw bleef de voorlezer zijn taak vervullen. Toen ging het niet langer. In de eerste plaats was het analfabetisme sterk afgenomen, zodat haast iedereen zelf zijn Bijbel kon lezen. Ten tweede werd er slecht naar de voorlezer geluisterd. Men kwam onder het lezen de kerk binnen, stommelde wat met zijn stoof, maakte een praatje met buurlui, liet een kerkboek vallen; kortom de eerbied was verdwenen en daarmee ook de zin van het bijbellezen voor de dienst. Orgelspel heeft dit gebruik vervangen.

De voorlezer behield echter zijn taak in de eredienstzelf. Bepalingen in het reglement van de Ned. Herv. Kerk, dat vroeger in gebruik was, drongen er on aan, dat men voor het voorlezersambt bij voorkeur schoolmeesters zou kiezen, „of anders godsdienstonderwijzers" omdat deze behulpsels in het verstandig bijbellezcn het verst gevorderd zijn."

Zonls men weet, waren de sciioolmeesters vroeger manusjes-van-alles. Zij deden dienst als koster, grafdelver, klokopwinder, terv/ijl zij daarnaast nog met het voorlezen en voorzieningen belast waren. De voorzangers zijn al even min helemaal verdwenen uit de eredienst. Zelfs op plaatsen, waar al lang een orgel in 'de kerk is aangebracht, komt men soms nog voorzangers tegen, die dan ten bewijze van hun waardigheid tijdens het zingen opstaan.

Deftigheid

Iemand, die zozeer een openbare persoonlijkheid in de kerkdienst is als de voorlezer, moet wel goed gekleed gaan „Voorzangers, voorlezers, ouderlingen en dialïenen m^ogen zich door enig kledingstuk enderscheiden. Alleenlijk, zij hebben te rekenen met de smaak dergenen, die hunne aangezichten naar hen gekeerd hebben", zo schrijft dr. G. J. Vos in zijn uiteenzetting van het hervormd kerkrecht (1896).

In die tijd waren de meeste voorlezers niet meer door speciale kleding van de ambtsdragers onderscheiden. Soms wa? er nog oen restant van het vroegere gewaad (rokcostuums met mantel) overgebleven. Zo plachten de voorlezers te Alkmaar zich in de jaren roud 1880 te tooien met een strook zwarte zijde, die onder hun kraag werd vastgemaakt. Deze strook heette „mantel", maar was slechts een herinnering aan de vroegere dracht. Op schilderijen van oude meesters (b.v. Emanuël de Witte Gerard Houckgeest, Pieter Saenredam), die voor kerkinterieurs voorkeur hadden, ziet men de voorlezers nog in hun deftig gewaad, soms ook getooid met een puntig toelopende hoed achter het voorlezersgestoelte staan.

Niet alleen zagen zij er deftig uit maar zij deden ook heel gewichtig, diep onde'' de i"'''-i''' vin de waardigheid van hun ambt. Zo was er honderd jaar "ïoleden m ue (jiote i^eiK te Rotterdam een voorlezer, die na het beëindigen van zijn lectuur driemaal zijn steek afnam, één keer voor de rechterzijde, één keer voor de linkerzijde en één keer voor de mensen, die recht tegenover het do^'^'ipk 7aten!

Misschien dat die deftigheid nog een heel oude herinnering v/as aan de periode der oude christelijke kerk. toen de voorlezing uit de Heilige Schrift spe- •:i^al was voorbehouden aan prinsen en andere voorname personen. Er zijn trouwens kerken, die op hoogtijdagen ie Bijbellezing nog door een hoog ge- Dlaatsl persoon laten vervullen. Dit •vordt niet gedaan om te geuren mc1 de aanwezigheid van autoriteiten in 6'^ kerk, maar om te laten zien, dat de Heilige Schrift voor allen geldt, en dat in de Christelijke gemeente elk lid, van '^et laagste tot het hoogste, niet meer dan een dienende taak heeft te vervullen Bij de jaarlijkse kerstfeestviering ten paleize leest daarom Koningin Juliana of Prins Bernhard zelf het Kerstevangelie.

In Gouda, waar tot het eind van de vorige eeuw de \-oorlezer in mantel er. bef gekleed girg, was in do Janskprk een zekere De Rochefort voorlezer. Deze broeder met zijn Franse naam. wa" erg trots op zijn Vi'erk. „Vroeger waren het prinsen van den bloede, die voorlazen, en nu doet De Rochefort dit" Dlacht hij te zeggen. Maar hij deed hp* voortreffelijk, en dat kan niet van elke voorlezer gezegd worden.

De benoeming tot het voorlezersschap, al of niet met andere functier gccom'oineerd, was een zaak v/aarover niet altijd de kerkeraad te beslissen had. Te Middelharnis en Stad aan 't Haringvliet stelden de ambachtsheren cf -vrouwen de voorlezers aan. Op de i'idere plaateen van Overflakkee v/erden de schoolmeesters door de plaats^hike ovci'heid benoemd; was er een afzonderlijke voorlezer, dan mocht d^ kerkeraad deze functionaris zelf aamvij- •>en. mits de voorlezer dan ook door de kerkeraad voor zijn diensten werd betaald.

H. de J.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 februari 1958

Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's

Voorlezen een oude functie met nieuwe mogelijkneden

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 februari 1958

Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's