Jezus Christus, embryo, foetus, waarachtig God, waarachtig mens
... vanaf de moederschoot bent U mijn God... (Ps. 22 : 11) ... U hebt mij in de schoot van mijn moeder geweven ... “ (Ps. 139 : 13)
HHet Kerstfeest ligt (weer) achter ons. ‘Nu syt wellecome’, zongen we uit volle borst. Het Kind welkom? Waar blijkt dat dan uit? Er was voor Jozef en Maria en dus voor het Kind geen plaats in de herberg. Nog altijd wordt daarvan gemaakt dat Bethlehem overvol was. Nee, Lukas vertelt door zijn Evangeliebeschrijving heen en ook in zijn tweede boek, de Handelingen der apostelen, wat Jezus zelf zegt: ‘De vossen hebben holen en de vogels in de lucht hebben nesten, maar de Zoon des mensen heeft niets waar Hij het hoofd kan neerleggen’ (Lk. 9). Lukas trekt deze lijn door tot in de schreeuw van de hysterische massa: ‘Weg met Hem!’ (Lk. 23). De apostel Paulus wordt met dezelfde woorden weggehoond (Hand. 21).
In de kerkelijke Traditie is deze werkelijkheid reeds opgenomen in de liturgie van de Tweede Kerstdag, genoemd naar de eerste martelaar Stefanus: ‘Stefanusdag! Dit is in ‘onze kerken’ nauwelijks of niet bekend. Wij zijn geneigd – om de kerstsfeer niet te bederven? – het accent van steniging en kruisiging door te schuiven naar wat wij ‘de Lijdenstijd’ noemen. Ondertussen is het echt waar: Jezus en dus Jozef en Maria, staan al spoedig te boek als vluchtelingen, asielzoekers.
Jezus vervult de Psalmen
Vanaf het moment dat Maria op het woord van de engel dat zij moeder van de Zaligmaker zal zijn, heeft gereageerd met ‘Zie, de dienstmaagd van de Here, Mij geschiede overeenkomstig uw woord’, ervaart ‘de moeder des Heren’ haar verdere levenspad als de kruisweg. Twee vrouwen, de ene heel oud en de andere erg jong, zijn vanaf de conceptie van hun zoon verbonden met de (latere) Man van smarten, de Gekruisigde. Beide jongens worden ongeveer even oud. Johannes wordt onthoofd in een politiecel. Jezus wordt publiekelijk te kijk gehangen aan een kruis. Dan en daar – op Golgotha – bidt Hij Psalmwoorden. Ook Psalm 22. Wanneer in het Nieuwe Testament het Oude Testament wordt aangehaald, is het de bedoeling van de auteurs dat de hele context van dat citaat meeklinkt. In dit geval dus het geheel van Psalm 22. Ook de woorden van ‘de moederschoot’.
Verzoening van A tot Z
De laatste tijd is er – vooral van de kant van de anti-abortus organisaties VBOK/SIRIZ/‘Schreeuw om leven’ – extra aandacht voor ‘het ongeboren leven’. Waarom begint de plaatsvervanging van Jezus negen maanden voor zijn geboorte? Om ons leven (!) van A tot Z over te doen, te verzoenen. Dat gold elke dag, elke week en maand in de buik van Maria. Zo werd ook aan Jezus vervuld het woord uit Psalm 139: U hebt mij in uw atelier geweven, geboetseerd. Onze Catechismus stelt de vraag (36): ‘Welke waarde heeft voor u de heilige ontvangenis en geboorte van Christus?’ Het antwoord luidt: ‘Dat Hij onze Middelaar is en met zijn onschuld en volkomen heiligheid mijn zonde – waarin ik ontvangen en geboren ben – voor Gods aangezicht bedekt’. Wie durft hier te suggereren dat Jezus voor zijn geboorte slechts uit ‘een klompje cellen’ bestond? Of in de fase van de eerste 12 of 24 weken zwangerschap? Wanneer werd Hij dan een mensje?
Waar zijn de kerkelijke klokkenluiders?
Wat opvalt, is dat niet de eersten de besten uit de wereld van de politiek en van de wetenschap zich teweer stellen tegen wat in onze samenleving ongeveer normaal is geworden. Zonder er omheen te draaien, spreken en schrijven zij over ‘gecensureerde genocide’, ‘legale moord’. Dit wordt niet in dank afgenomen. Integendeel. ‘Men’ zwijgt alles dood. Wie de moed heeft alarm te slaan, kan zijn boeltje inpakken en wegwezen.
In de tweede plaats: dat de kerken – die zich druk maken over allerlei kwesties die in het gericht van God geen enkel gewicht in de schaal leggen – in het kader van abortus er officieel het zwijgen toedoen. Niet een absoluut zwijgen, want het ‘Ere zij God’ wordt staande gezongen, wellicht ook door abortus-artsen die de eed van Hippocrates hebben afgelegd. Er wordt gepreekt over Johannes, het kind dat in de buik van Elisabeth van vreugde opsprong, toen Maria haar nicht begroette. Elisabeth was toen ‘zes maanden heen’. Toevallig, een dansend ‘klompje cellen’?
Stefanusdag
Zouden binnen het kader van Stefanusdag (Tweede Kerstdag) de stemmen van Abel, van Jesaja, van Johannes de Doper, van Stefanus en alle martelaars, zich niet voegen bij de schreeuw van hen die in de huidige geschiedenis – in welke leeftijdsfase en op welke wijze ook – zijn en worden omgebracht, ook in de baarmoeder? Deze kreet: ‘Tot hoe lang, heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt U ons bloed niet aan hen die op de aarde wonen?’ (Openb.6). ‘Heb nog even geduld’, zegt een hemelse stem. ‘De aarde zal het bloed dat daarop vergoten is, aan het licht brengen’ (Jes. 26).
De straf die ons de vrede aanbrengt
Christus komt om te oordelen de levenden en de doden. Het diepste oordeel heeft Hijzelf gedragen. Als onze Borg. Het Kind in de kribbe. De Man aan het kruis. Het oordeel dat op mij zou moeten neerdalen, was op Hem. De straf, ook over aborteurs. Er is ‘verzoening gevonden’. Dit betekent niet dat – wanneer alles gewoon doorgaat – het toch wel goed komt. Er is zoveel meer aan schuld dan abortus. Wie kan zalig worden? Hij, zij, die geborgen is in Gods belofte: ‘Luister naar Mij (...) u die door Mij gedragen bent vanaf de moederschoot, gedragen vanaf de baarmoeder; tot uw ouderdom toe zal Ik dezelfde zijn, ja tot uw grijsheid toe zal Ik u dragen; Ik heb het gedaan en Ik zal u opnemen, Ik zal dragen en redden’ (Jes.46). ‘Voordat u uit de baarmoeder naar buiten kwam, heb Ik u geheiligd’ (Jer. 1).
M. Verduin, Zeist
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 januari 2019
Ecclesia | 8 Pagina's
