De heilige oorlog (145)
Het nieuwe leger van Diábolus
Prins Immanuël is na lange tijd teruggekeerd naar de stad Mensziel. Het leger van de Twijfelaars is verslagen. De dode vijanden zijn begraven. Reus Diábolus en kapitein Ongeloof zijn Mensziel uit gevlucht, maar ze beramen weer plannen om de stad in handen te krijgen. Hoe ze dat willen doen, beschrijft John Bunyan in hoofdstuk 17 van ‘De heilige oorlog’. Boven dit hoofdstuk staat geschreven: ‘Het leger van de Bloedwrekers’.
Razende honger
Diábolus, de tiran, is na zijn vlucht uit Mensziel samen met zijn oude vriend Ongeloof aangekomen bij de Hellepoortsheuvel. Ze dalen direct af in de helleput. Daar betuigen hun kameraden hun meeleven in verband met de tegenslag bij Mensziel en het grote verlies dat ze geleden hebben. Hartstochtelijk besluiten ze na enige tijd zich te wreken voor de verliezen die ze bij Mensziel hebben geleden. Daarom roepen ze de krijgsraad bijeen om te bedenken wat ze nu kunnen doen in de strijd tegen de beroemde stad Mensziel. Hun lege, naar prooi verlangende buiken kunnen niet wachten op de resultaten van de eerder bedachte raad van de heren Lucifer en Apollyon. Voor hun razende honger naar de lichamen en zielen van hun vijanden duurt iedere dag alsof het een eeuwigheid is. Het is een honger naar het vlees, de botten en al de lekkernijen van de inwoners van Mensziel.
De krijgsraad besluit tot een nieuwe aanval op Mensziel. Daarvoor wordt een gemengd leger samengesteld. Het ene deel bestaat uit Twijfelaars, het andere deel wordt gevormd door Bloedwrekers. Er volgen nu enkele bijzonderheden over beide legeronderdelen.
De afkomst van de Twijfelaars
De Twijfelaars hebben hun naam gekregen naar hun aard, het gebied en het koninkrijk waarin ze geboren zijn. Het ligt in hun aard om altijd maar vragen te stellen bij de waarheden van Immanuël. Ze komen uit het gebied dat het Land van de Twijfel wordt genoemd. Dat land ligt afgelegen, in de verste uithoek van het noorden. Het is te vinden in de buurt van het Land van de Duisternis en de Vallei van de schaduw des doods. Soms worden beide namen genoemd voor één en dezelfde streek, maar toch zijn het twee aparte gebieden. Ze liggen een eindje uit elkaar. Het Land van de Twijfel ligt tussen de twee streken in. Degenen die met Diábolus meetrekken om te stad Mensziel te ruïneren, zijn dus inboorlingen van dat Land van de Twijfel.
De afkomst van de Bloedwrekers
De Bloedwrekers behoren tot een volk waarvan de naam is afgeleid van de kwaadaardigheid van hun aard en van de woede die hen tegen Mensziel vervult. Hun land ligt onder de Hondsster 1 . Dat heeft invloed op hun verstandelijke vermogens. Het gebied waar ze wonen is de provincie Afkeer-van-het-goede. De uiterste grenzen daarvan liggen ver van het Land van de Twijfel, maar de beide gebieden raken elkaar en komen samen bij de Hellepoortsheuvel. Deze mannen zijn altijd al bondgenoten geweest van de Twijfelaars. Beiden trekken ze het geloof en de trouw van de mannen van Mensziel in twijfel. Daardoor zijn ze geschikt om samen hun prins Diábolus te dienen.
Generaal Ongeloof
Door middel van het slaan op zijn trommels brengt Diábolus uit deze twee landen een nieuw leger op de been tegen Mensziel. Het leger is vijfentwintigduizend man sterk, verdeeld over tienduizend Twijfelaars en vijftienduizend Bloedwrekers. Ze worden voor deze oorlog geplaatst onder verschillende kapiteins. De oude Ongeloof wordt weer aangesteld tot generaal.
Nieuwe helse plannen
Satan heeft moeten vluchten, maar is daarmee niet verslagen. Hij besluit tot een nieuwe aanval. Hij zet opnieuw twijfel in als wapen, maar komt ook met een nieuwe vijand: de bloedwreker. Twijfel en wraak lijken twee heel verschillende zaken te zijn, maar in de helse strijd tegen Christus blijken ze hetzelfde doel te hebben: de vernietiging van het nieuwe leven.
Razende honger
Satan heeft altijd honger. Hij is als het graf, dat nooit zegt: Het is genoeg (Spr. 30:16). Zijn keel is daarom altijd wijd geopend om zijn prooi in te slikken. Want in hun mond is niets rechts, hun binnenste is enkel verderving, hun keel is een open graf, met hun tong vleien zij (Ps. 5:10). Wat wordt bedoeld met de woorden hun keel is een open graf? De kanttekenaren geven daar een nogal beeldende uitleg van: ‘Zij haken en janken naar der vromen verderf en ondergang’ (kanttek. 21). Hoe eerder satan zijn buit binnen heeft, hoe beter hij het vindt. Daarom heeft hij het zo voorzien op de jeugd.
Tussen duisternis en de schaduw des doods
Al eerder is geschreven over de twijfel die satan zaait in de harten van Gods kinderen. Bunyan schrijft daar in dit gedeelte meer over. Twijfel werkt verduisterend. De oorsprong ligt in de duisternis en de uitkomst is eeuwige duisternis. Twijfel brengt in een diepe vallei, waar de schaduwen van de dood over de ziel vallen.
Bunyan schrijft ook dat twijfel voortkomt uit de verste uithoek van het noorden. Als wij aan het noorden denken, denken we aan bittere koude en sneeuw- en ijsvlakten. Daar is bijna geen leven mogelijk. Waar twijfel is, kan het vuur van de liefde niet branden. Een ijskoude noordenwind trekt over de ziel. Er is geen plaats voor de vruchten van het geloof.
Het kan zijn dat Bunyan ook nog aan iets anders gedacht heeft. Ten noorden van Israël lag Assyrië. Het volk van de Assyriërs zou gebruikt worden om het Tienstammenrijk te straffen met Gods oordeel. Hetzelfde geldt voor Babylonië, dat onder leiding van Nebukadnézar gebruikt zou worden om het Tweestammenrijk weg te voeren. … want Ik breng een kwaad aan van het noorden, en een grote breuk (Jer. 4:6).
De bloedwreker
Satan heeft naast de twijfel nog een machtig wapen: de wraak. Het bekendste Bijbelse voorbeeld daarvan is de bloedwreker. Hij was het die de dood van een familielid kon wreken op degene die de oorzaak daarvan was. Degene die de oorzaak was van de dood kon overigens ook onschuldig zijn, bijvoorbeeld omdat het ijzer van de bijl losgeschoten was waardoor de ander dodelijk getroffen werd. Het feit dat er een bloedwreker rondliep, zorgde voor onnoemelijk veel angst bij degene die voor de moord werd aangeklaagd. Het bloed riep om wraak!
Zoals satan vervuld is met wraakgierigheid, zo is het ook met zijn dienaren. De profeet Ezechiël noemt de Edomieten (Ez. 25:12) en de Filistijnen, waarbij hij van de laatste zegt dat zij door wraak gehandeld hebben, en van harte wraak geoefend hebben door plundering, om te vernielen door een eeuwige vijandschap (vs. 15).
Deze wreker zorgt ervoor dat de ziel geen rust kent voordat zij in de vrijstad is. Er is geen rust buiten de vrijstad Christus, en er is geen volkomen rust voordat de ziel de eeuwige vrijstad, het hemelse Jeruzalem, is binnengetreden.
Hondsster
Bunyan blijkt niet alleen kennis gehad te hebben van de krijgsmacht en van oorlogszaken, maar ook van de sterrenhemel. De bloedwrekers wonen -volgens zijn verhaal- in een gebied onder de Hondsster (zie de voetnoot). Deze ster zou mensen kunnen beïnvloeden. Zo probeert satan zijn helse invloed uit te oefenen in de ziel, door twijfel én door wraak. Sirius staat aan het begin van het Oud-Egyptische Nieuwjaar bijna in één lijn met de zon. Bunyan voert deze ster in het verhaal in op het moment dat de volkomen overwinning dichtbij is. De nacht is bijna voorbij, het morgenlicht ontwaakt!
De satan gaat als een bloedwreker tekeer, maar het moment breekt aan dat de wreker zelf gewroken zal worden. En wat zijn doel niet is, maar wat hij er wel mee bereikt: de bloedwreker zorgt ervoor dat de poorten van de vrijstad des te eerder bereikt worden en de volkomen verlossing aanbreekt.
Een ijverig God en een Wreker is de HEERE, een Wreker is de HEERE en zeer grimmig; een Wreker is de HEERE aan Zijn wederpartijders, en Hij behoudt den toorn aan Zijn vijanden (Nah. 1:2).
Noot
1. Bunyan spreekt over de ‘dog-star’. Daarmee kan de ster Sirius bedoeld worden, de helderste ster van het sterrenbeeld ‘Grote Hond’ en van de hele sterrenhemel. Daarom staat de Sirius ook bekend als de Hondsster. Tijdens de Hondsdagen van 23 juli tot 24 augustus is Sirius in Zuid-Europa kort voor zonsopkomst zichtbaar. De stand van Sirius ten opzichte van de zon speelde ook een belangrijke rol in het bepalen van het Nieuwjaar in het Oude Egypte. In die tijd trad de Nijl buiten haar oevers, wat natuurlijk van veel invloed was op de vruchtbaarheid van het land. Op internet is veel te lezen over de zogenaamde spirituele invloed die Sirius zou hebben op de menselijke geest.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 juni 2024
De Wachter Sions | 12 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 juni 2024
De Wachter Sions | 12 Pagina's