Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De tabernakeldienst (317)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De tabernakeldienst (317)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ieder is overtuigd dat wat uit de aarde groeit aards is en wat uit de hemel voortkomt hemels is. Niet alles wat van boven komt is ‘hemels’. Zo vertelden onze ouders ons dikwijls over de voedseldropping met de naam ‘Operatie Manna’ tijdens de hongerwinter in 1945. Amerikaanse en Britse bommenwerpers wierpen ‘Zweeds wittebrood’ als voedselhulp boven hongerig Nederland. De naam ‘Operatie Manna’ was ontleend aan het Bijbelse manna. Voor de hongerige bevolking was het brood als een gave van de hemel dat uit de lucht viel. Ieder begrijpt vanzelf dat het ‘brood’ dat uit de vliegtuigen werd geworpen uit de aarde was voortgekomen, en het hemelse manna in de woestijn rechtstreeks vanuit de hoge hemel.

Onze lezers weten dat we schrijven over het hemelse manna dat elke dag -uitgezonderd de sabbatdagbuiten de legerplaats van het volk van Israël viel om hen van voedsel te voorzien. Enkele overeenkomsten tussen het manna en Christus hebben we overdacht. De eerste overeenkomst was: ‘De plaats waar het manna viel’ (Éxod. 16:1,3). De tweede overeenkomst: ‘Het eten van het manna’ (Éxod. 16:15). De derde overeenkomst: ‘De zoete smaak van het manna’ (Éxod. 16:31). Bij de vierde overeenkomst staan we stil bij de naam van het manna: ‘Het brood der engelen’, want we lezen: Een iegelijk at het brood der machtigen dat is, der engelen (Ps. 78:25). Het kruikje met manna dat in de ark was geplaatst in het heilige der heiligen bevatte dus éngelenbrood!

Het hemels koren

In Psalm 78 beschrijft de dichter Gods bijzondere leiding met Zijn volk Israël in de woestijn, onder andere door hen met hemels koren te verzadigen. Lees maar mee: Daar Hij den wolken van boven gebood, en de deuren des hemels opende, En regende op hen het Man om te eten, en gaf hun hemels koren. Een iegelijk at het brood der machtigen; Hij zond hun teerkost tot verzadiging (Ps. 78: 23-25). Op bijzondere wijze verhaalt de dichter hoe de Heere geen open vensters in de hemel maakte maar open deuren, zodat het meel of koren met grote overvloed als regen werd uitgestort.

Gewoonlijk gebruikt de Heere de regen om landbouwgronden vruchtbaar te maken, zodat zij koren en andere vruchten voortbrengen. Maar hier lezen we dat de Heere zonder akkerland ‘hemels koren’ liet regenen. Niet één nacht, niet twéé nachten, maar zes nachten in de week, behalve de nacht van vrijdag op zaterdag, de sabbatdag en dat 40 jaar lang zonder middelen! Evenals de Heere eerst het licht schiep, zodat er op de eerste drie scheppingsdagen al onderscheid was tussen dag en nacht, zónder middelen, zónder zon, maan en sterren. Pas op de vierde dag schiep God de lichten, zon, maan en sterren (Gen. 1: 14-19).

Volgens Calvijn geeft de Heere hiermee te kennen: ‘Dat het licht vooraf ging aan zon en maan, gebeurde niet zonder reden, noch toevallig. Niets doen wij gemakkelijker dan de macht Gods verbinden aan de middelen, welker diensten Hij gebruikt. Zon en maan dienen ons het licht toe. Die kracht binden wij in onze gedachten zozeer aan deze vast, dat, zo ze uit de wereld werden weggenomen, het ons toeschijnt, dat geen licht zou kunnen overblijven. Daarom betuigt ons God door de scheppingsorde zelf, dat Hij het licht in Zijn hand heeft, en dat Hij dit ons kan schenken zonder zon en maan.’

Zo had God ook het hemels manna in Zijn hand en had geen middelen nodig, zoals landbouwers zaaigoed, zonlicht en regen nodig hebben om koren te verkrijgen en brood te bakken! De dichter roept in Psalm 78 op om Gods liefde en verdraagzaamheid op te merken tegenover zoveel ondankbaarheid van Zijn volk. Hij brengt onder onze aandacht hoe machtig de Heere is. De dichter spreekt niet van manna, maar van kostelijk ‘hemels koren’ dat door de open hemeldeuren als regen op de aarde viel.

4. Het brood der engelen

De Engelse vertaling (KJV) heeft evenals de reformator Luther het overgezet met ‘het brood der engelen’. Calvijn en onze Statenvertalers hebben het vertaald met respectievelijk ‘sterken’ en ‘machtigen’. Zij leggen overigens wel uit dat hiermee engelen worden bedoeld. Alleen de vraag blijft wat de precieze betekenis is dat de Israëlieten het brood van de engelen aten. Het blijkt dat de meningen verschillend zijn. De Statenvertalers hebben deze meningen als volgt samengevoegd in de kanttekening: ‘Dat is, der engelen, alzo genoemd vanwege de macht en kracht die zij van God ontvangen hebben om grote dingen in het werk te stellen, inzonderheid tot dienst Zijner uitverkorenen (zie, Ps. 103; Hebr. 1:14). Het man wordt der engelen brood genoemd, omdat God het door hun dienst afzond, of het uit den hemel (der engelen woonstede) gegeven werd, of vanwege zijn uitnemendheid gelijk tongen der engelen, dat is allerlieflijkste (1 Kor. 13:1).’

We houden ons het liefst aan de eerstgenoemde mening waarom het manna ‘engelenbrood’ wordt genoemd, omdat de engelen als gedienstige geesten het manna door de Heere in de woestijn gaven aan het volk in het algemeen en aan de uitverkorenen in het bijzonder. Het was dus brood van de beste kwaliteit en van het meest bijzonder voedend vermogen, zodat zij voldoende teerkost hadden om een zo lange en moeilijke reis te kunnen voortzetten. We lezen dan ook: Hij zond hun teerkost tot verzadiging (Ps. 78:25).

Verbondskinderen en toch verloren!

Israël was het uitverkoren bondsvolk, ieder ontving het manna door de dienst van de engelen. Zal dan iedere Israëliet geloofd hebben dat het manna wees op Christus Die eenmaal op aarde zou komen en zeggen: Ik ben het levende Brood Dat uit den hemel nedergedaald is; zo iemand van dit Brood eet, die zal in der eeuwigheid leven? (Joh. 6: 51).

Zij zijn daarin wel allen onderwezen, maar de meesten bleven Christus tegen staan en zijn in ongeloof gestorven. Als bewijs lezen we in 1 Korinthe 10: 1,4: En ik wil niet, broeders, dat gij onwetend zijt dat onze vaderen (…) allen dezelfde geestelijke spijze gegeten hebben. Het manna wordt hier ‘geestelijke spijze’ genoemd, omdat iedere Israëliet wist dat het manna op Christus wees. Toch blijkt dat de meeste Joden geen behoefte aan Christus hadden, ook al werd het zelfs engelenbrood genoemd, maar het was daarom tot hun eeuwig verderf. We lezen de vreselijke woorden: Maar in het meerderdeel van hen heeft God geen welgevallen gehad; want zij zijn in de woestijn ternedergeslagen (1 Kor. 10:5).

Maar dit geldt ook u wanneer u Christus als de enige Middelaar miskent en zelfs veracht. U walgt van Christus als het nooit vermoeiende Thema. Thomas Boston schrijft dat het verachten van Christus de heetste hel in de hel zal zijn. Weet toch wat we u in de Naam des Heeren zeggen: Wie heeft zo veel schuld dan u die heel dicht bij Christus komt, maar toch niet door Zijn dierbaarheid en schoonheid voelt aangetrokken en Hem daarom ook niet gelovig omhelst? Zal op u van toepassing zijn dat u als ‘verbondskind’ met het verbondsvolk Israël voor eeuwig zult omkomen? Zonder Christus gelovig te kennen bent u geen recht verbondskind!

Tegenwoordig zijn er velen die zich als verbondskinderen aanmerken, en zich inbeelden recht te hebben om te mogen pleiten op de doopbelofte en om aan het Heilig Avondmaal deel te nemen. Een vreselijke bedriegerij en oordeel.

Geopende hemeldeuren

Gelukkige pelgrims aan wie de Heere in deze huilende wildernis geestelijke spijs zendt vanuit de geopende hemeldeuren! Ontroerend als u aan deze geopende hemeldeuren denkt. In plaats dat de Heere de helledeur achter u sloot om uw ondankbaarheid en ongehoorzaamheid, omdat u liever vol hartenlust de wereld en satan diende dan Christus en Zijn dienst, liet Hij de deuren van de hemel nog voor u open. Door vrije genade werd u een hellewicht voor God en, o wonder, u werd zalig vanwege Gods soevereine verkiezende liefde in Christus. In uw plaats heeft Christus Zich als het Manna in de stampvaten van het Goddelijke recht laten verbrijzelen om u vrij te kopen met Zijn dierbaar hartenbloed. U werd niet alleen met God door Christus verzoend, maar ook met de heilige engelen. Zij zijn in Gods hand uw dienaars die u dagelijks uit de geopende hemeldeuren voedsel schenken (Hebr. 1:14). Daarom lezen we: Een iegelijk at het brood der machtigen ‘ofwel het brood der engelen’. We hopen hier nader op in te gaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 februari 2024

De Wachter Sions | 12 Pagina's

De tabernakeldienst (317)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 februari 2024

De Wachter Sions | 12 Pagina's