Over de toepassing van het heil - John Flavel (ca. 1630-1691) - 221

Hieruit kunnen we ook leren wat een macht en kracht er is in de begeerten van het mensenhart, die in staat zijn om krachtige overtuigingen te smoren.

Het is een verheven, maar droevige waarheid in Prediker 8:11: …het hart van de kinderen der mensen is in hen vol om kwaad te doen. O, wat is het elke dag heel gewoon om overal te zien dat mensen hun ziel in gevaar brengen in het bevredigen van hun lusten! Een ieder, zegt de profeet, keert zich om in zijn loop, gelijk een onbesuisd paard in den strijd (Jer. 8:6).

Een paard is een heel vurig en strijdlustig dier, en wanneer zijn moed wordt gewekt door het geluid van trommels, trompetten en strijdkreten, stormt het onbesuisd voort tot in de gelederen van gewapende mensen, ook al heeft het de dood voor zich. Zulke onbesuisde en roekeloze begeerten worden in veel verlichte mensen gevonden, ook al stelt hun geweten hun het doemvonnis voor ogen. Voorwaarts zullen ze rennen, ook al verliezen ze God, en richten ze een kostbare ziel voor altijd te gronde.

Als u ooit een heel grote schuld wilt vermijden en aan het zwaarste oordeel wilt ontkomen, open dan uw hart om God te gehoorzamen en datgene in praktijk te brengen wat God aan uw verstand en aan uw geweten heeft duidelijk gemaakt, om aan te nemen wat Zijn wil heeft geopenbaard.

Wees gehoorzaam aan het licht van het Evangelie, zolang u de gelegenheid hebt het te genieten. Het was een belangrijke raad, door Christus in Johannes 12:35 gegeven: Nog een kleinen tijd is het Licht bij ulieden; wandelt terwijl gij het licht hebt, opdat de duisternis u niet bevange. De openbaring van Christus in het Evangelie is het licht voor de wereld. Alle volken der aarde die dit licht missen, zijn in het duister; en zij over wie dit licht is opgegaan, hebben maar weinig tijd om eronder te zijn: …nog een kleine tijd is het licht bij ulieden.

Welk geduld God ook moge oefenen ten aanzien van arme onwetende zielen, toch maakt Hij gewoonlijk korte metten met degenen die dit licht verachten. Het licht van het Evangelie is een schijnende lamp, gevoed door een gouden olie. God zal die olie niet gebruiken tot licht voor degenen die er lichtzinnig mee omgaan. De nacht komt, wanneer niemand kan werken. Er zijn bij ons veel droevige tekenen dat de zon ondergaat en een nacht van duisternis nadert. Veel brandende en schijnende lichten zijn gedoofd, en veel licht is onder een korenmaat geplaatst. U hebt veel werk te doen, uw tijd is kort en dit is de enige tijdsruimte die u hebt om u te bekeren (Openb. 2:21).

Als u deze gelegenheid om behouden te worden mist, komt zij nooit meer terug. Wat ontroerend was de klacht die Christus uitte over Jeruzalem, in Lukas 19:41 en 42: En als Hij nabijkwam en de stad zag, weende Hij over haar, zeggende: Och, of gij ook bekendet, ook nog in dezen uw dag, hetgeen tot uw vrede dient! Maar nu is het verborgen voor uw ogen.

Christus dreigt de volken ermee dat Hij niet langer in het Evangelie aanwezig zal zijn. Hij heeft bij ons maar een koel onthaal gevonden: Engeland is onvriendelijk geweest voor Christus. Vele duizenden zijn opstandig tegen het licht. Ze zeggen tot God: Wijk van ons, want aan de kennis Uwer wegen hebben wij geen lust (Job 21:14). Christus zal niet dralen waar Hij niet welkom is. Wie zou dat ook, als hij ergens anders naartoe kan? Wees daarom gehoorzaam aan het licht, opdat God het niet zal doven in een dikke duisternis!

(wordt vervolgd)

© 2008 Den Hertog B.V. Houten.

Geschonken genade

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen