Leggen Van Christus Als Zijn Fundament
We gaan nu over tot de letter L. Wat deze letter betreft, zien we dat het geloof is een ‘leggen van Christus als zijn fundament’: ‘Want niemand kan een ander fundament leggen dan hetgeen gelegd is, hetwelk is Jezus Christus’ (1 Kor. 3:11). Vooraf merken we op dat de benaming van het geloof in deze tekst niet met zoveel duidelijke woorden maar meer indirect aangeduid wordt. Het fundament is al gelegd in de eeuwige Vrederaad tussen de Vader en de Zoon. Maar het geloof is de echo van de ziel van alles wat God spreekt; het geloof zegt het opnieuw, en zegt het na. Op dezelfde manier is het geloof in een bepaald opzicht een nadoen van wat God al gedaan heeft. Iedereen weet dat wat God gedaan heeft om een fundament te leggen, een mens niet gelukkig zal maken behalve wanneer hij dit fundament voor zichzelf opnieuw legt.
We zouden onder de letter B over het geloof als een ‘bouwen’ gesproken hebben, maar we hebben de stof voor deze letter overgelaten. Als het geloof een ‘leggen van een fundament’ genoemd wordt, geeft dat verschillende dingen te kennen. In de eerste plaats geeft het aan dat er diep gegraven moet worden en dat alle oude fundamenten waarop men eerder gebouwd heeft, geheel en al verwijderd moeten worden. Hier komen werkelijk enkele troostvolle zaken aan de orde:
a. Het leert ons dat elk mens die onder het Evangelie leeft en zich zorgen maakt over zijn ziel - ik spreek hier niet over losbandige en zorgeloze mensen - dat elke mens een fundament heeft, of dat nu goed of verkeerd is. Daarop bouwt hij zijn hoop op de zaligheid, en daarop is zijn troost gebaseerd in het uur van zijn sterven. Nu leert de ondervinding ons dat er mensen zijn die bijzonder dwaze fundamenten leggen. Als iemand met een opmerkzaam oog dit ziet en zich realiseert hoe groot het belang van de zaligheid is, dan moet hij hiervoor beven! Het is voor een mens onmogelijk om al die fundamenten op te noemen, omdat ieder weer iets bijzonders heeft. Maar hierin komen al die mensen overeen, dat ze op een ander fundament bouwen dan op Christus, de Heere.
b. Velen hebben geen ander fundament dan hun goede voornemens om eenmaal voor God te leven en zich dan met hun zaligheid bezig te gaan houden. Ze denken dat dit voldoende is, hoewel die voornemens nooit in daden worden omgezet. En als dat eens gebeurt, is het in een opwelling die net zo lang duurt als er ongerustheid in het hart is. Die gaat weer voorbij, net als de gerechtigheid van Efraïm. Het is als een morgenwolk en een vroegkomende dauw, die direct weer overgaat (zie Hos. 6:4).
Het ‘leggen van een fundament’ betekent het volgende: In de eerste plaats, de gelovigen krijgen het door God gelegde fundament in het oog, zoals dat gelegd is in de Raad des vredes, in de dood van de Middelaar en in de aanbieding van het Evangelie.
Verder zien zij af van alle andere gronden. Zij laten zich zinken op dit vaste en onveranderlijke fundament, dat in tijd en eeuwigheid standhoudt. Bovendien laten zij zich door dit fundament dragen, zodat zij nooit meer iets anders zullen aannemen als grond voor hun leven.
wordt vervolgd
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 oktober 2024
De Saambinder | 20 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 oktober 2024
De Saambinder | 20 Pagina's