Achter de rug

Je kunt dan de zaken loslaten. Het is gebeurd. Je hoeft er niet meer aan te denken. Opvallend is dat deze drie woorden ‘achter de rug’ ook Bijbelse woorden zijn. Dat geldt overigens voor heel wat uitdrukkingen in ons taalgebruik. Ze zijn rechtstreeks ontleend aan de Bijbel.

De Bijbel spreekt op twee verschillende manieren over ‘achter de rug’. Negatief en positief. De Bijbel houdt ons voor dat we Gód ‘achter onze rug’ kunnen werpen (1 Kon. 14:9; Ez. 23:35). In het Koningenboek is het de klemmende boodschap die de vrouw van Jeróbeam aan haar eigen man in opdracht van de profeet Ahia moet brengen.

Je hebt God achter jouw rug geworpen: Hem smadelijk veracht, Hem trouweloos verlaten, Zijn woorden genegeerd. Is dat de plek die de Heere heeft in jouw leven?

Van een andere koning lezen we iets heel anders. Koning Hizkia is ziek geweest. De Heere heeft genezing gegeven. Hizkia had God niet achter zijn rug geworpen, maar de Heere had zijn zonden achter Zíjn rug geworpen (Jes. 38:17). De Heere had zijn zonden vergeven. God zag ze niet meer onder ogen. Ze waren achter Zijn rug. Dat is het wonder waarover hij in zijn lofzang zingt.

Tot eenieder die met zijn rug naar Hem staat gekeerd, klinkt het Woord: ‘Wend je naar Mij toe en word behouden‘ (Jes. 45:22). Keer je om, bekeer je! Ja, dan kom je Hem onder ogen tegen Wie je gezondigd hebt. Om dan ook deze genade op Zijn tijd te kennen: al jouw zonden heb ik achter Mijn rug geworpen.

Leestip: 1 Koningen 14:7-10 en Jesaja 38:16-20

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen