Rust en overvloed
... en de HEERE zal wonen in Sion. Joël 3:18-21
Aan het einde van het boek Joël wordt het stil. Alle rumoer en wapengekletter is verleden tijd. Niemand schreeuwt meer van verdriet of dorst. In enkele verzen schildert Joël met oudtestamentische beelden de heerlijkheid van de triomferende Kerk, wanneer God Zijn genadewerk, in dit leven aangevangen, volkomenlijk zal voltrekken, en alles in allen zijn (kanttekening 45).
Vervulling
De heerlijke toekomst van Israël wordt getekend aan de hand van drie dranken: wijn, melk en water. De landbouw, veeteelt en watervoorziening zullen in zeer ruime mate aanwezig zijn. Niemand komt iets tekort. Jaar op jaar zullen de oogsten overvloedig zijn. De zegen die aartsvader Jakob profetisch uitsprak over Juda komt tot de volkomen vervulling: Hij is roodachtig van ogen door den wijn en wit van tanden door de melk (Gen. 49:12). Daar zal Zijn volk weer wonen naar Zijn raad; God eeuwig hun Zijn volle gunst betonen! Eeuwig levend uit Gods Vaderhand. Een waterstroom vanuit de tempel zal zelfs het dal van Sittim bereiken. Het woestijndal waar alleen de acaciaboom met zijn sittimhout groeide, zal vruchtbaar worden.
Vrede
De aartsvijanden van Israël zijn verdwenen. Egypte is totaal verwoest en Edom verandert in een woeste wildernis. De Heere heeft een rechtvaardig oordeel voltrokken over deze volken, omdat zij onschuldig bloed vergoten hebben in Juda. Wie Gods volk aanraakt, raakt Zijn oogappel aan. De tegenstelling is enorm, want Juda zal er altijd blijven. Nooit zal het volk meer bedreigd worden en Jeruzalem zal eeuwig blijven.
Dit stelt ons voor indringende vragen. Zullen wij eeuwig ondergaan met Gods vijanden of eeuwig in vrede leven met Gods volk?
Volkomenheid
In het laatste vers van Joël spreekt de Heere over de volkomen reiniging van Zijn volk. Aan de ene kant vergeeft de Heere de zonden van Zijn kinderen volkomen in dít leven. Hij heeft in hun leven immers de dubbele band met Christus gelegd. De Heilige Geest verbindt Christus aan de zondaar en de zondaar neemt Christus aan door het (geschonken!) geloof. Toch heeft de Heere Jezus Zijn discipelen leren bidden: ‘Vergeef ons onze schulden’. Iedere keer is reiniging weer nodig. Ook kastijdt Hij de Zijnen om hen te leren hoe bitter de zonde is. Maar straks zal Hij hen nog één keer, en dan voor het laatst, reinigen. Daarna hoeft het nóóit meer. Voorgoed gereinigd van bloedschulden door het dierbare bloed van het Lam. En dan zal de Heere wonen in Sion. Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen en hun God zijn (Openb. 21:3). Het genadeverbond krijgt zijn volle vervulling, Gods kinderen de volle zaligheid en de Drieenige God de volle eer!
Tot slot
In vijftien afleveringen hebben we het Bijbelboek Joël overdacht. Het kleine boekje blijkt verrassend actueel te zijn. De bazuin is geblazen. Tot alarmering en bekering. Want de dag des Heeren is nabij (1:15; 2:1; 3:14)! En zie, Ik kom haastelijk; en Mijn loon is met Mij, om een iegelijk te vergelden, gelijk zijn werk zal zijn (Openb. 22:12).
slot
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 april 2024
De Saambinder | 24 Pagina's
