De dag des HEEREN

Als wij spreken over ‘de dag des Heeren’ bedoelen we meestal de dag waarop de Heere Jezus opstond uit de dood. Deze dag is van Hem! De apostel Johannes schrijft dat hij de openbaring kreeg op ‘de dag des Heeren’ (Openb. 1:17).

De andere zeventien keren dat de Schrift spreekt over ‘de dag des HEEREN’ gaat het echter niet over de rustdag. De dag des HEEREN is in de Bijbel vooral: de laatste dag van de wereldgeschiedenis. De dag dat de HEERE het laatste woord zal hebben. De dag waarop Hij gericht gaat houden. De dag waarop Zijn Koninkrijk gekomen ís. De dag waarop alle goddelozen van de aarde weggedaan zullen worden en Christus heersen zal van de zee tot aan de zee, en van de rivier tot aan de einden van de aarde (Ps. 72:8). In geen ander Bijbelboek gaat het zo vaak over de dag des HEEREN als in Joël. Vijf keer komt de uitdrukking voor in zijn kleine Bijbelboek.

Ach die dag!

Aan het einde van de Nederlandse Geloofsbelijdenis spreekt Guido de Brès het verlangen van de levende Kerk uit: ‘Daarom verwachten wij dien groten dag met een groot verlangen, om ten volle te genieten de beloften Gods, in Jezus Christus, onzen Heere’ (NGB, art. 37). Joël begint echter anders. Hij roept het uit: ‘Ach die dag!’ Met zijn profetische blik ziet hij achter de vreselijke verwoesting door de sprinkhanenplaag een andere dag opdoemen. Een dag van verwoesting waarbij alle andere dagen in het niet vallen. De Almachtige zal alles verwoesten wat strijdt met Zijn heiligheid.

En wie zal dan bestaan?

Ja, Joël zal ook gaan profeteren over de troost van de dag des HEEREN. Maar hij begint door te roepen: ‘Ach die dag!’ Want het volk is helemaal niet klaar voor de dag des HEEREN. En wij? Zonder waarachtige bekering zal die dag des HEEREN voor ons een vreselijke dag zijn. Een dag die zoveel erger is dan de meest zwarte, verdrietige en moeilijke dagen van ons leven. Niets is zo erg dan de volle uitgieting van Gods toorn over een goddeloos leven. Ach die dag!

De dag is nabij

Wanneer komt die dag? ‘Doch van dien dag en ure weet niemand, ook niet de engelen der hemelen, dan Mijn Vader alleen’ (Matth. 24:36). Nee, de datum weet Joël ook niet. Maar wel zegt hij: ‘de dag des HEEREN is nabij’. Die dag des HEEREN komt niet in de verre toekomst, maar is al vlakbij. Ieder moment kan de dag des HEEREN aanbreken!

Heeft Joël zich niet vergist? Hoeveel eeuwen zijn er inmiddels niet verstreken? Toch moet Joël zeggen, in zijn tijd én tegen ons: die dag is nabij. Stel je bekering niet uit, want je zou te laat kunnen zijn. ‘Want velen (zeg Ik u) zullen zoeken in te gaan, en zullen niet kunnen, namelijk nadat de Heere des huizes zal opgestaan zijn en de deur zal gesloten hebben’ (Luk. 13:24-25). Zoek dan vandaag nog behoud voor je ziel. Smeek om de trekking door de Heilige Geest. Vlucht naar de enige Schuilplaats waar behoud te vinden is. Haast, behoud u derwaarts (Gen. 19:22).

wordt vervolgd

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen