Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De noodzaak van een Scheidsman

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De noodzaak van een Scheidsman

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De ‘zaak Job’ is niet alleen een zaak tussen God en satan geweest, maar ook tussen God en Job. Satan heeft Jobs godsvrucht willen vernietigen. God heeft Jobs godsvrucht daarentegen willen oefenen en verdiepen.

In de aanhef van hoofdstuk 1 wordt veel genoemd, maar ook iets gemist. Jobs geestelijk bezit wordt er rijk beschreven: ‘... en dezelve man was oprecht en vroom en godvrezende en wijkende van het kwaad’. Maar er wordt hier ook iets gemist. Nee, dat gemis heeft Job zelf in de dagen van zijn voorspoed niet onderkend. Dat heeft God hem langs het pad van de tegenspoed ontdekt. Hoe? Onder andere door twee kromme preken. Redevoeringen eigenlijk, die beide geschoeid waren op de leest van het verbroken werkverbond. Krom in de toepassing, maar recht in de leer. De één van Elifaz, de andere van Bildad. Beide ‘vrienden’ hebben Job Gods rechtvaardigheid gepredikt. Elifaz zegt in hoofdstuk 4 vers 17: ‘Zou een mens rechtvaardiger zijn dan God? Zou een man reiner zijn dan zijn Maker?’ In hoofdstuk 8 spreekt Bildad woorden van gelijke strekking, als hij zegt: ‘Zou dan God het recht verkeren, en zou de Almachtige de gerechtigheid verkeren?’ Beide vrienden spreken ware woorden, ook al brengen ze er in hun toepassing niets van terecht.

Heilig recht

God gebruikt hun woorden echter als pijlen om Jobs ziel te treffen. Uit alles blijkt dat de boodschap van het vlekkeloos heilig recht des Heeren meer en meer haar doorwerking krijgt in het hart van Job. Al spartelt hij gedurig om zichzelf te rechtvaardigen en werpt hij zijn persoonsgerechtigheid op één hoop met zijn zaaksgerechtigheid, maar de Geest des Heeren drijft hem al meer in het nauw.

Het gevolg? Job begint een gemis te ontdekken in zijn leven. Hij zegt in de tekst: ‘Er is geen scheidsman tussen ons, die zijn hand op ons beiden leggen mocht’. Job is aan de weet gekomen dat God geen man is zoals hij (vers 32). In de verzen 2 en 3 heeft hij het verwoord: ‘Waarlijk, ik weet dat het zo is; want hoe zou de mens rechtvaardig zijn bij God? Zo hij lust heeft om met Hem te twisten, niet één uit duizend zal hij Hem beantwoorden’. Job ontdekt dat zijn oprechtheid, zijn vroomheid en zijn godsvreze ontoereikend zullen zijn als God in het recht gaat treden. Hij heeft een scheidsman nodig, één die tussentreedt. In hoofdstuk 17 vers 3 zegt hij: ‘Zet toch bij, stel mij een borg bij U’.

Lezer, ligt daar ook uw worsteling? Is de Heere ook voor uw ziel het pad van het gericht ingeslagen en staat u met lege handen? Misschien hebt u evenals Job uzelf zoeken te rechtvaardigen, maar hebt u uw gerechtigheden gaandeweg in een wegwerpelijk kleed zien veranderen. Heeft het in uw ziel een Middelaarsgemis verwekt? Een verlangen naar een scheidsman? Ach, Jobs gemis is met eerbied gesproken allereerst het gemis van God geweest. Lezen we het niet in Jeremia 30 vers 21: ‘Wie is hij die met zijn hart borg worde om tot Mij te genaken? spreekt de HEERE’. Nog voordat Job de verzoening zocht met God, heeft God die gezocht voor Job. God Zelf heeft het pad van de verzoening gebaand en voor een Scheidsman gezorgd.

Hemelse Scheidsman

Wat voor Job in de tekst nog een vraag is, dat is voor ons de blijde boodschap van het Evangelie. Er is een Scheidsman! Eén Die dicht genoeg bij God staat om Zijn hand op een heilig en rechtvaardig God te kunnen leggen en Die dicht genoeg bij de mens staat om Zijn hand op een doodschuldig mens te kunnen leggen en die beiden met elkaar te verzoenen. Jezus Christus, de mens geworden God en de God gebleven mens. God kon en kan van Zijn recht niet af en de mens kan van zijn schuld niet af. En daarom zullen die twee partijen nooit met elkaar verenigd kunnen worden, dan alleen door de arbeid van de hemelse Scheidsman.

Toen Christus voor al de Zijnen tussentrad, is het van twee kanten op Hem aangelopen. Enerzijds is de eis van Gods gerechtigheid en Zijn brandende toorn over de zonden op Hem aangelopen. Anderzijds is de stroom van ongerechtigheden van al Zijn volk op Hem aangelopen. Als de Middelaar Gods en der mensen heeft Hij het naar beide zijden goedgemaakt. Hij heeft aan de kant van God aan het recht voldaan en aan de kant van de zondaar de zonde weggedragen. En zo heeft Hij een vlak veld gemaakt, waarin God en mens elkaar kunnen ontmoeten. Lezer, wanneer kunnen wij onze Rechter onder ogen komen? Alleen wanneer Christus voor ons is tussengetreden. Alles wat wij tussen God en ons stellen, schiet tekort. Alleen de gerechtigheid van Christus redt van de dood. Hij heeft Zijn doorboorde hand gelegd op het hart van de Vader en de hitte van Zijn gramschap geblust. Hoe groot als Hij Zijn doorboorde hand legt op uw schuldige ziel en Zijn zoete fluisterstem doet horen: ‘De straf die u de vrede aanbrengt was op Mij’.

Gewillig en bekwaam

Lezer, wij mogen u deze Scheidsman aanwijzen als een gewillige, maar ook zeer bekwame Scheidsman. Voor Hem bestaan er geen hopeloze gevallen. Hij wijst geen zaken van de hand. De verzoenende kracht van Zijn arbeid is oneindig veel groter dan de verdoemende kracht van onze zonden. Maar weet dat als deze Scheidsman voor u niet is ingetreden en Gods toorn niet voor u op Hem is uitgewoed, dan zal het zich tegen ú keren. Smeek om de leiding van de Heilige Geest. Bedel om schuld ontdekkende genade, maar ook om schuld vergevende genade en rust niet voordat u op goede gronden zeggen mag: ‘Want ik weet: mijn Verlosser leeft’.

De overvloeiende fontein van Gods genade stroomt nog. Kom dan als een bedelaar, kom dan als een onwaardige in uzelf, kom dan met alles wat u veroordeelt voor God en laat u zaligen. Weet u niet te komen? Hij kan tot u komen! Laat Hem dan uw noodgeschrei maar horen: ‘Gij Zone Davids, ontferm U mijner!’ Hij wacht om genadig te zijn.


Er is geen scheidsman tussen ons, die zijn hand op ons beiden leggen mocht.

Job 9:33

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 januari 2024

De Saambinder | 24 Pagina's

De noodzaak van een Scheidsman

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 januari 2024

De Saambinder | 24 Pagina's