Gods gave
Doch Gode zij dank voor Zijn onuitsprekelijke gave. 2 Korinthe 9:15
Hij is voor mij in de wereld gekomen.
Hij is voor mij arm geworden. Hij lag voor mij in de kribbe! Zalig wie zo mag ingaan in het Evangelie van vrije genade, wie deze gave mag omhelzen met de armen van het geloof. Want in de kribbe ligt de Hoge en Verhevene, Die in de eeuwigheid woont.
Kunt u, mijn lezer, uitspreken wat het de Vader heeft gekost Hem af te staan? Hem te zien liggen in de kribbe? Hem bloed te zien zweten in de hof? Hem te horen kermen aan het kruis? Het heeft de Vader behaagd Hem te verbrijzelen. Kunt u zeggen hoe diep Hij boog, hoe lief Hij Zijn schapen had? Kunt u uitspreken de diepte van Zijn Woord: ‘Daarom heeft Mij de Vader lief, overmits Ik Mijn leven afleg’? Wie zal uitspreken de waarde van Zijn dood en de diepte van Zijn stervenslijden, de duisternis waarin Hij verkeerde in de omsingeling van de hel? Wie zal meten de afstand van de bodemloze put en de top van dit ontfermen?
Niemand kan uitdragen de zegeningen van het verbond die in Hem geschonken zijn. En nu leeft en regeert Hij tot in eeuwigheid. Aan Zijn gordel hangt de sleutel van hel en dood. In al deze werkelijkheden is Hij gave van God. Hij heeft en ontving niets voor Zichzelf alleen. Zonder geld en zonder prijs wordt deze gave verkregen. Met grote nadruk wordt u weer geroepen tot geloof en bekering. U wordt vermaand niet langer het heil te verachten dat u alleen gelukkig kan maken voor tijd en eeuwigheid.
Kom, is er dan geen heilbegeerte in uw ziel? Wilt u dan, bij zoveel overvloed, van gebrek sterven? Hebt u uzelf voorgenomen met alle geweld verloren te willen gaan? Ach, bedenk u nog eens, de deur van de genade staat nog open.
Gelukkig dat Gods ontfermen blinde ogen opent en dove oren doorboort, dode harten levend maakt. Had u, mijn jonge reisgenoot naar Sion, ooit kunnen denken dat u zó arm, zó uitgeteerd, zó ellendig zou zijn geworden, zó verlegen om Jezus? Had u ooit kunnen denken dat u ooit zou hebben gebogen in het stof en met uw aangezicht ter aarde en zou belijden: ‘Heere, ik heb rechtvaardig de dood verdiend, maar Heere, Hij is mij zo beminnelijk! Geef mij Jezus! Eén liefdeblik van Zijn ogen is mij als zeven hemelen, daarbij verzinkt de aarde in het niet’. Onuitsprekelijk. Dat is toch waar? Amen, zegt mijn ziel.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 december 2023
De Saambinder | 24 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 december 2023
De Saambinder | 24 Pagina's